Recensies
Bloemlezing - Voor alle dagen
Poëzie is een Daad, is een literair collectief van Joost Oomen en Yentl van Stokkum en Stefanie Liebreks. Op hun Instagramkanaal geven ze hun volgers dagelijks een shotje poëzie. Nu is er de fysieke bloemlezing: ‘Voor alle dagen’. Door Peter Vermaat.
Bart Stouten - Autocue voor lockdown
‘Autocue voor lockdown’ van Bart Stouten is volgens Tom Veys een mooi voorbeeld van 'stream of consciousness', opgeschreven tijdens de coronapandemie in lockdown. Veys: ‘De vorm van deze bundel is als een roltekst voor een televisiepresentator met tussenin camera-aanwijzingen die in het cursief worden afgedrukt. In die zin schrijft Bart Stouten een prozagedicht waarin zijn eigen gedachten een poëtisch spel spelen.’
Matthijs de Ridder - Paul Van Ostaijen / De dichter die de wereld wilde veranderen
Matthijs de Ridder schreef een vuistdikke biografie over de Vlaamse dichter Paul Van Ostaijen. Een fascinerend naslagwerk. De ondertitel luidt: ‘De dichter die de wereld wilde veranderen’. In deze bespreking onderzoekt Marc Bruynseraede of deze stelling klopt en of het Van Ostaijen ook is gelukt om die wereld te veranderen: ‘Feit is in alle geval dat de biografie overduidelijk heeft aangetoond dat er in het werk van Van Ostaijen sprake is van een uitgesproken maatschappelijk engagement.’ Een longread.
Odile Schmidt - Op falende furiën, mieren en ander leven
‘Op falende furiën, mieren en ander leven’ is het debuut van Odile Schmidt. Volgens Peter Vermaat is deze titel: ‘niets anders dan een zwaktebod, een gelispeld excuus voor het ontbreken van taal waaruit de furiën zich op de lezer storten en zich vasthaken in zijn vlees en bloed.’ Wat overblijft is een stortvloed aan beelden waar je alles in kunt zien of niets. Maar: ‘Poëzie is geen routekaart voor psychisch ontheemden, het levert geen anamnese, het biedt geen diagnose en al helemaal geen sluitende begroting.’
Frans A. Brocatus – Littekens van het geheugen
De bundel ‘Littekens van het geheugen’ van Frans A. Brocatus is een dwarsligger op doorsnee dichtbundel formaat, waar Maurice Broere het nut niet van inziet. Hij vindt het zelfs totaal overbodig, het lijkt alsof de dichter wil zeggen dat hij een dwarsliggend type is. Onnodig want: ‘De gedichten staan als een huis en bij het lezen verschaffen ze de lezer alles wat hij in poëzie zoekt: liefde, afscheid, reizen, natuur, regen, somberte, mooie observaties en aansprekende metaforen.’
Erich Kästner - Erich Kästners Lyrische Huisapotheek
Driek van Wissen vertaalde een groot deel van het populaire werk van Erich Kästner: ‘Dr. Erich Kästners Lyrische Hausapotheke’ voor hij overleed. Als eerbewijs aan Van Wissen is deze onvoltooide vertaling uitgebracht. Hans Franse vindt dit meer dan terecht omdat Van Wissen een ongeëvenaarde taalvirtuoos was. Wel vindt hij het jammer dat de Duitse originele gedichten niet zijn bijgevoegd. Want, zegt hij: ‘je moet Kästner in het Duits lezen.’
Ludo Bleys - Het schip vertrok die avond nog
Felix Monter bespreekt in zijn eerste recensie voor Meander ‘Het schip vertrok die avond nog’, de tweede bundel van Ludo Bleys. Volgens Monter hult de dichter zich in de mantel van loutering wanneer hij de wereld tegemoet treedt. Hij is onder de indruk: ‘Bleys beschikt over een fonkelend arsenaal aan uitdrukkingen en vergelijkingen waarin hij zijn levenswijsheden vat. Hij excelleert in fraai taalgebruik zonder ermee te coquetteren.’
Ilya Kaminsky - Dovenrepubliek
‘Dovenrepubliek’ is de bundel van de Joods-Oekraïense dichter Ilya Kaminsky in de vertaling van Alfred Schaffer. In de fictieve stad Vasenka woedt een oorlog die in zestig gedichten als verhaal wordt geschetst. Het is logisch dat iedereen meteen denkt aan de huidige oorlog in Oekraïne, maar een deel ervan werd jaren eerder al geschreven. Onno-Sven zegt hierover: ‘’In ‘Dovenrepubliek’ schreef Kaminsky een indringend verslag van een oorlog die nog moest komen. Waarschijnlijk kon hij in zijn hoofd het oorlogsgeweld al horen naderen.’’
Monique Wilmer-Leegwater - Wisselplaats
De debuutbundel van Monique Wilmer-Leegwater heet ‘Wisselplaats’. Hettie Marzak is onder de indruk van de dichter die zich op zachtmoedige toon verplaatst in de dieren en de natuur: ‘’Voor Wilmer-Leegwater, die het vermeende superioriteitsgevoel van de mens aan de kaak stelt, is er niet zo veel verschil tussen mensen en dieren, maar wij zijn dat of vergeten of we willen het niet erkennen. Zij noemt zichzelf ‘de tweebenige tussen het vee’.’’