Recensies
Seraphina Hassels - Tussen Heimwee en Verlangen
In de tweede bundel, ‘Tussen Heimwee en Verlangen’, van Seraphina Hassels, spreken de activistische gedichten, die met rauwheid zijn geschreven, Anneruth Wibaut het meeste aan: ‘Ze geven een heldere inkijk in hoe het is om een vrouwenlichaam te hebben.’ Wibaut vindt in deze bundel pareltjes van zinnen die met enkele woorden sterke beelden oproepen, maar stoort zich aan foute constructies, clichés en stoplappen.
Anne Louïse van den Dool - Ontbindende voorwaarden
Jan van Gulik bespreekt de tweede bundel van Anne Louïse van den Dool: ‘Ontbindende voorwaarden’. Het gaat over het leven van een stel dat zich begeeft op gevaarlijk gebied: de woningmarkt. Het blijkt dat groter gaan wonen niet equivalent staat aan groter geluk. In ontroerende beelden wordt een patroon zichtbaar ‘van steeds weer de huiselijke gebreken die wijzen op maatschappelijke of menselijke gebreken.’
Alex Deforce - Tussenbruggen
In de bundel ‘Tussenbruggen’ van Alex Deforce vinden we een lang gedicht dat in verschillende talen voorbijkomt. Het blijkt een hommage te zijn aan Paul van Ostaijen. Maurice Broere is er niet van onder de indruk: ‘Het gedicht meandert alle kanten op. Associaties vliegen je om de oren. Soms denk je een draad te pakken te hebben en een regel verder ben je die weer kwijt.’ Van Ostaijen dit deed zelf 100 jaar eerder veel aansprekender en klankrijker.
Paul Demets - De schaamsoort
De ondertitel van ‘Een schaamsoort’, de nieuwe bundel van Paul Demets, is ‘Briefgedichten aan Guido Gezelle’. De dichter stelt zich vragen als ‘Wie ben ik? ‘Waar kom ik vandaan?’ Die vragen wil hij bespreken met Gezelle, omdat die een deel van hemzelf is geworden. Het blijkt onmogelijk te zijn het verleden te ontlopen.
Een recensie van Hans Puper.
Maria de Groot - Klokkenstoel
Maria de Groot (1937) is Nederlands schrijfster en theologe. Ze heeft veel boeken op haar naam staan, waaronder dichtbundels. Toch is ze bij het grote publiek niet bekend. Ivan Sacharov bespreekt haar nieuwe bundel ‘Klokkenstoel’ en zegt dat over het algemeen de gedichten te weinig zout op de plank hebben. Toch zijn er ook uitzonderingen en hij analyseert een gedicht waarover hij te spreken is.
Guido Gezelle - De kleine Gezelle
Dit jaar is het 125 geleden dat Guido Gezelle overleed. Patrick Lateur stelde een bloemlezing samen van gedichten die minder bekend zijn bij het grote publiek. Volgens Peter Vermaat ''is Lateur er in geslaagd om een gekleurd en genuanceerd beeld van deze ‘Vlaamse reus’ te schetsen.'' Vermaat gaat in op het werk en leven van Gezelle. Een natuurmens, die zeker niet altijd zachtaardig en vroom was, maar ook strijdbaar kon zijn.
Jabik Veenbaas - Kamermuziek
De nieuwe bundel van Jabik Veenbaas heeft als titel ‘Kamermuziek’ en dat is tekenend voor de persoonlijke aard van deze bundel. Hettie Marzak merkt op dat de dichter de taal klein en intiem houdt, maar dat er een groots resultaat mee bereikt wordt. ‘Veenbaas maakt van een heel eenvoudige gebeurtenis iets bijzonders door er een speciale lading aan toe te kennen en die vervolgens vast te leggen in goedgekozen woorden en stijlfiguren.’
Sholeh Rezazadeh - Neem ruim zei de zee
Tom Veys is zeer te spreken over ‘Neem ruim zei de zee’, het debuut van Sholeh Rezazadeh. Hij vindt de taal muzikaal met elementen van het zintuiglijke, de liefde en het verlangen. Hij noemt de dichter sensitief en zegt: ‘De ontmoetingen tussen oost en west, tussen het Perzisch en het Nederlands, maken van deze dichter een interessante dichter.’
Myriem El-Kaddouri - Hier ligt de waarheid in overdaad
Myriem El-Kaddouri debuteert met de bundel ‘Hier ligt de waarheid in overdaad’. Een titel die vragen oproept, zegt Maurice Broere. Want hoe kun je de waarheid, als die al bestaat, koppelen aan overdaad? ‘Kan iets té waar zijn? Hoe gaat deze bundel hier een poëtisch antwoord op geven?’ Hij komt tot de slotsom dat het een fascinerend debuut is van een begaafd dichter.