Recensies
Paul Soete - Vergrootglasogen
Recensent Ivan Sacharov heeft met zijn eigen ‘vergrootglasogen’ de bundel gelezen van Paul Soete. Hij had graag meer gedichten geciteerd uit ‘Vergrootglasogen’: ‘Er vallen mooie dingen op en af en toe ook minder mooie. Misschien moet ik alles – met andere ogen – nog een keer lezen.’
Elly Stolwijk ‒ liefde de vluchtige holte
‘liefde de vluchtige holte’ is het officiële poëziedebuut van beeldend kunstenaar/dichter Elly Stolwijk. Voor Inge Bak leest de bundel echter geenszins als een debuut: ‘Het zichzelf durven openstellen om aan diepgaande ervaringen doordacht en doorleefd vorm te geven, getuigt van iemand die weet waar het om gaat in de poëzie en de kunst.’ De bundel gaat over relaties en rouw, maar laat zich voor alles lezen als een pleidooi voor het leven.
Liesbeth Aerts - Woonoperaties
Peter Vermaat blijft lauw onder ‘Woonoperaties’ van Liesbeth Aerts: ‘De taal is op kamertemperatuur, niet heet van woede of scherp koud van haat. Nergens word ik door de kracht van taal overweldigd, nooit is het muziek van klank die overstemt. Een aantal keren lees ik aardige beeldspraak, hier en daar een opvallende observatie. Heeft de dichter geprobeerd om, door het verwijderen van het al te persoonlijke, het overblijvende herkenbaar te laten zijn voor iedereen?’
Antjie Krog - Broze aarde
We horen in de reguliere media nauwelijks nog iets over oorlogsellende, het leed van vluchtelingen, armoe en de opwarming van de aarde. Alles gaat schuil achter de coronacrisis en dat niet alleen: we worden overspoeld door een golf coronagedichten. Begrijpelijk, want er zijn weinig mensen die niet zelf of in hun omgeving met ziekte of economische ellende te maken krijgen. Maar toch: is hier geen sprake van bewustzijnsvernauwing?
Antjie Krog laat je weer ruimer kijken, en hoe. Ze maakt je gelukkig en wanhopig tegelijk. Een recensie van Hans Puper over ‘Broze aarde’.
Margreet Schouwenaar – De overmaat van ontbreken
Ivan Sacharov las ‘De overmaat van ontbreken’ van Margreet Schouwenaar, en laat zien hoe een gedicht woorden kan laten dansen. In ‘Tango’ komt zoveel samen, dat de nauwlettende lezer een goed beeld krijgt van de nieuwe bundel van deze voormalige stadsdichter van Alkmaar, die al meer dan tien dichtbundels op haar naam heeft staan.
Dorien Dijkhuis – Waren we dieren
Hettie Marzak is onder de indruk van ‘Waren we dieren’, het debuut van Dorien Dijkhuis: ‘De hele bundel ademt een sfeer van vergankelijkheid, van vluchtigheid en toevalligheid.’ Daarbij zijn de emoties met opzet klein gehouden: ‘het is aan de lezer om betekenis toe te kennen aan de subtiele beschrijving van zware gebeurtenissen. Dit schijnbaar onachtzame vermelden van ingrijpende zaken is één van de sterke kanten van deze dichter.’
Jérôme Gommers - Momentums laadklep
Peter Vermaat is overdonderd door ‘Momentums laadklep’ van Jérôme Gommers: ‘Deze poëzie maakt dat je niet met rust gelaten wordt en zelfs de overgang van de ene pagina naar de andere blijkt soms een nieuwe wagon van een langsrazende trein. Misschien is de beweging door heel de bundel heen het beste te vergelijken met een val in het oneindige, waarin vooral de ervaring van die vallende beweging allesoverheersend is. De trein van hier naar nergens staat gereed om in te stappen. Een kaartje is niet nodig. Binnen houdt broeder Jérôme zijn wake en deelt uit.’
Frédérique Spigt – Misantroop
De carrière van Frédérique Spigt kent een bijzonder verloop. Afgestudeerd als grafisch kunstenaar brak zij door als zangeres, aanvankelijk van Engelstalig repertoire. Later schreef en zong ze haar eigen Nederlandse teksten. In 'Misantroop' ontdekt ze zichzelf als dichter, en zien we ook de beeldend kunstenaar terug. Recensie van Eric van Loo.
Poëzie Kort 2020 / 2
In de tweede Poëzie Kort van dit jaar bespreken we vier bundels: Bloemlezing – Kus of ik zoen (Ernst Jan Peters) Helma Snelooper – Opvouwbaar bos (Janine Jongsma) Willem Thies – Schoon (Ernst Jan Peters) Ton van ’t Hof – Waar tijd al niet goed voor is (Janine Jongsma)