Recensies
Joris Iven - Onderdak
In ‘Onderdak’, de verzamelde werken van Joris Iven, vinden we ruim 35 jaar dichterschap terug. Kamiel Choi dook in deze lijvige bundel: ‘’Er is ook nieuw werk opgenomen, namelijk de bundel ‘In de bas-fonds van een aartsengel’. Wanneer zelfs de meest zorgvuldig gekozen woorden geen duurzame bouwstenen zijn, hoe bouwen we dan toch ons onderdak op de heipalen van de vroege gedichten en de natuurmagie die we moeten behouden? Wanneer je hebt doorzien dat alles reeds poëzie is.’’
Bart Koubaa - De verliefde engel
Bart Koubaa trekt zich in ‘De verliefde engel’ het lot aan van een Afghaans meisje dat door haar vader aan een oom werd verkocht. De bundel is een poëtische reddingsactie. Onno-Sven Tromp ziet het ook als monument voor het meisje. Over de gedichten zegt hij: ‘Door hun bijzondere repeterende vorm en Koubaas rijke verbeelding hebben de epische gedichten een bezwerende werking.’
Ted van Lieshout - Ommouw me
‘Ommouw me’ is de nieuwe bundel van dichter en illustrator Ted van Lieshout. In zijn bespreking erover zegt Peter Vermaat: ‘’beeld gaat in gesprek met tekst en tekst verhoudt zich tot beeld. In beide gevallen worden de beelden gevormd door kledingstukken die Van Lieshout om uiteenlopende redenen bewaard heeft. Hij wil de beschouwer beter laten kijken en lezen door de waarneming ‘op het eerste gezicht’ steeds wat te kantelen of te ondergraven.’’
Frans Kuipers - Uit hoofde van Jut
In haar eerste recensie bespreekt Anneruth Wibaut de bundel ‘Uit hoofde van Jut’, van Frans Kuipers. Wat haar opvalt is het gebruik van neologisme en intertekstualiteit. Over de poëzie zegt ze: ‘Het plezier waarmee het spel met woorden, klanken en betekenissen wordt gespeeld doet denken aan de Tachtigers, dichters waaraan Kuipers zich verwant voelde toen hij in 1965 debuteerde.’
Jeanine Hoedemakers - De blote voetjes van geluk
De titel 'De blote voetjes van geluk', de nieuwe bundel van Jeanine Hoedemakers, lijkt een aantal mierzoete gedichten te beloven, maar het tegendeel is waar, vindt Hans Puper. Het is een bundel over al het verdriet en ongemak dat het leven eigen is. Dood, kwetsbaarheid, gemis, verlangen en, door alles heen, de liefde: verloren, bestaand of geëindigd. Wat de bundel goed maakt, is het schijnbaar laconieke, de humor als middel van verweer.
Shari Van Goethem - Een vorm van vasthouden van
De derde bundel van Shari Van Goethem, ‘Een vorm van vasthouden van’, is een poëtisch dagboek van een eerste levensjaar. Jeanine Hoedemakers is van mening dat de dichter op overtuigende wijze laat zien hoe belangrijk de rol van poëzie is. ‘Ik ben er allang van overtuigd dat poëzie onmisbaar is, maar als ik dat nog niet geweest was, dan had Shari Van Goethem me nu overtuigd.’
Jan M. Meier - Verstrengelingen
Tom Veys heeft genoten van de bundel ‘Verstrengelingen’, een drieluik met ruim honderd gedichten. Over de dichter zegt hij: ‘Het spel tussen hoop en wanhoop is wat Jan M. Meier kenmerkt. Taal is zijn DNA. Hij danst op een koord tussen herinnering en omschrijving, zijn gedichten zitten soms strak in kwatrijnen en zijn tegelijk filosofisch-muzikaal.’
Lisette Lombé - Laaien, laaien, laaien
In de bundel ‘Laaien, Laaien, Laaien’ van de nieuwe Dichter des Vaderlands in België; Lisette Lombé, wordt volgens Marc Bruynseraede geslagen met de striemende zweep van de taal. ‘Stuk voor stuk intens geladen teksten die de lezer oproepen om wakker te worden, verontwaardigd te zijn, geschokt of gekwetst maar niet onverschillig.’
Hans Franse - Zelfportret met woord
Maurice Broere is zeer te spreken over de bundel ‘Zelfportret met woorden’, van Hans Franse: ‘’Wat opvalt is dat de dichter in de loop der tijd wat minder ‘dichterlijk’ is geworden. De oudere verzen bevatten nog wel eens eindrijm en in de latere is dat vrijwel verdwenen. Het lijkt wel of hij zich van dat juk heeft bevrijd en gelukkig maar, want dat gerijpte dichterschap bevalt me veel meer.’’