Ik heb mezelf nog nooit verteld waarom ik huizen timmer. Er is hout en er zijn regenwolken, iets verderop zijn huizen, daartussenin ben ik en dat vertel ik mij niet. Ik denk niet met mijn handen, ik timmer met mijn handen. Huizen. Ik timmer huizen met mijn handen en vertel mezelf niet waarom. Er zijn mensen die op hun rug in het gras liggen en de zon hun gezicht laten strelen, en precies weten waarom ze op hun rug in het gras liggen en de zon hun gezicht laten strelen. Voor die mensen heb ik een dak. En nog een dak. En een dak.
Over klein geluk in tijden van overvloed
Watou, het kleine dorpje aan de Schreve, organiseert deze zomer voor de zesde maal haar kunstenfestival. Gedurende twee maanden nestelen...