David Bogaers (1994) is een jonge duizendpoot. Naast het schrijven van gedichten en verhalen bekokstooft hij een muzikale revolutie met Parmenides (een tweemansband in opstartfase), is hij een tijd lang actief geweest in de politieke jongerenorganisatie van Groen Links, studeert hij filosofie en volgend jaar ook aardwetenschappen aan de UU. Ondanks, of misschien wel dankzij zijn jonge leeftijd, kenmerken zijn gedichten zich door een grote helderheid en sterke observaties.
In een briefwisseling met Arnon Grunberg zei hij diep teleurgesteld te zijn over de stompzinnigheid die de meeste mensen etaleren. Bij iemand die zo veel onderneemt, is het de vraag of alles goed uit de verf komt, maar dit hoeft niet erg te zijn. David’s motto is dan ook:‘Het maakt niet uit als je zuigt in gitaarspelen, zolang je maar creatief bent en doet alsof.’
Zijn talenten op het literaire vlak blijven in ieder geval niet ongezien. Zo stond hij in 2012 in de finales van DoeMaarDichtMaar en Write Now en trad hij op tijdens Dichters in de Prinsentuin en Festival Mooie Woorden. Ook grote namen merkten hem op. Ellen Deckwitz heeft een keer een gedicht aan hem opgedragen en Esther Naomi Perquin heeft eens zijn veters gestrikt.
Naar eigen zeggen is David een ‘kutpuber’ met literaire ambities. Iemand die in zijn hart een classicus is en dan ook het liefst in Latijnse citaten spreekt. Iemand die graag in Utrechtse kroegen staat en altijd op zoek is naar transcendente, mystieke ervaringen. Een duizendpoot die niet zal rusten voordat hij alles weet.
Interview Alfred Schaffer
‘Je kunt een taal niet verantwoordelijk houden voor een regime’ door Gerard Scharn - Dichter Alfred Schaffer (Leidschendam, 1973) woont en...