Tong
Het is nooit één woord dat het leven vergelijkt
het zijn er vele, het zijn vele gezichten
verwrongen of versplinterd, met stoppels
of met lichte make-up, met haar eraan
of een hoedje dat nergens bij past
in elk gezicht een kistje van huid
in elk kistje dat open kan een schat
van vlees en bloed waarmee elke
bewering tot leven kan komen, elk tegendeel
met evenveel kracht, waarmee kortom
elk woord een eigen leven leiden gaat.
Versta je me nog als ik lispel, versta je me
nog als ik mijn tong tussen mijn tanden
hangen laat en bijt, geen gezicht dat
alle andere overbodig maakt, geen woord
dat aan zichzelf genoeg heeft, het zijn er
vele, juist degene die over niets gaan:
niemand kan in taal alleen bestaan.
Uit de cyclus ‘Tussen alle geluiden:’
4
Ik heb je weinig te bieden maar geef je zout
voor op het eten zout voor in het bloed
een wachtende met koffer en een koffer alleen
een overstelpende hoeveelheid muntsoorten
gebruiksaanwijzingen zegswijzen taalvariaties
gerechten televisiekanalen weblogs meningen
bonusvermeerderingen vermageringsmethoden
griepverschijnselen kinderziektes nekklachten
ademhalingsmoeilijkheden zachte doeken zoete
koek en zout voor in het water zout voor op de wijn
niemand die wacht een wachtkamer vol wachtenden
een perron waarover de stofwolken razen alsof
ze hoger in een radeloze wind de maan bovenaan
beschermen wilden en konden zout voor in de wond
en de kleuren rood geel blauw de kleuren oranje groen
paars de kleuren die jouw ogen mengen en de kleuren
die je ziet verschieten over het water in de lucht tussen
de razende wolken over de maan die wit ziet van honger
en blauw ziet van kou en alle manieren om te zeggen dat
ik je nodig heb en onder niet meer van boven zou weten
te onderscheiden zonder jou.