LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Poëzie brengt beelden dichtbij

7 okt, 2013

Dichteres, schrijfster, vertaalster en redactrice Claire Nicolas White heeft vele romans, gedichten, bekende vertalingen en prijzen op haar naam staan. White is van oorsprong  Nederlandse. Ze groeide op in de oorlogstijd en omdat haar vader ervan overtuigd was dat het  land bezet zou worden door de Duitsers, vertrok hij met zijn gezin naar het buitenland. Zo  belandde Claire via Parijs uiteindelijk in Amerika, in 1940. Zij was toen 15 jaar oud. Inmiddels is zij 88 jaar en ze schrijft, blogt en publiceert nog volop. Dit jaar kwamen twee novelles  van haar uit, vorig jaar werd haar dichtbundel At the mouth of the River uitgegeven. Tijd om de Meanderlezers kennis te laten maken met het werk van Claire Nicolas White.

Claire White‘O! Wat leuk om met Nederlanders in contact te komen’, is de eerste reactie van Claire Nicolas White. ‘Ik heb zoveel herinneringen aan mijn land van herkomst. Ik ga er ook graag naartoe en schrijf er geregeld over. Mijn eerste gepubliceerde gedicht ging over Zeeland. En weet je dat ik er mijn eerste gedicht ooit in The Netherlands schreef?  Ik was toen negen jaar.’ Dromerig: ‘Daar is het allemaal begonnen. Mijn vader, een bekende glas-in-lood-kunstenaar vond dat ik goed kon schrijven. Hij steunde me.’ Ze heeft het over Joep Nicolas,  over wie zij uitgebreid schrijft in het bij de Arbeidspers verschenen boek In Glas Gebrand. Ze  vertelt verder: ’Mijn moeder, een Belgische beeldhouwster, was ook enthousiast over mijn gedichten.’  Ze voegt toe: ‘Ik had geluk wat dat betreft. Ik durfde door te gaan omdat ik vertrouwen kreeg van mijn omgeving. Ik had ook heel enthousiaste ooms, die me aanmoedigden door te schrijven: de Engels-Amerikaanse schrijver Aldous Huxley, en de Belgische dichter Eric de Hauleville die me ook inspireerde met de Franse taal. Zij waren getrouwd met de zussen van mijn moeder.’ Inmiddels  vierde Nicolas White de vijftigste verjaardag van haar eerste boek The Death of the Orange Trees. ‘Ongelofelijk, hè? Vijftig jaar. Waar is de tijd gebleven? Ik heb nog te veel ideeën. In welk jaar  we ook leven; ik schrijf gewoon verder.’

Het is mogelijk dat je de naam Claire Nicolas White al eens hoorde. Het kan dat je ooit al eens ergens las dat zij model stond voor ‘Poppy’ uit Set This House on Fire van Whites goede vriend Bill Styron (van Sophie’s Choice). Ook haar man, de beeldhouwer Robert White, komt in het boek voor. De  Whites leerden Styron kennen toen ze in Italië woonden. ‘We hebben veel gereisd’, legt Claire Nicolas  White uit. ‘Van reizen leer je zoveel. Ik ben dankbaar voor alles wat ik zag, voor de talen die ik leerde  [zij beheerst het Frans, Nederlands en Engels perfect, red.]. Ik ben geïnteresseerd in elke taal, elke  cultuur. Mijn dochter woont momenteel in Cannes. Geweldig is dat. Via haar hoor ik hoe het leven in  Frankrijk is, hoe ze bezig is met de taal. Very interesting.’

De naam Claire Nicolas White is waarschijnlijk ook al eens opgedoken wanneer internationale kennissen het over De Aanslag van Harrie Mulisch hadden. Zij was namelijk de eerste die dit boek in  het Engels vertaalde: The Assault.

Claire vertelt dat lezen één van haar passies is. ‘Op dit moment ben ik Tender is the Night van Scott  Fizgerald aan het herlezen. Hij is mijn favoriete schrijver.’ Ze vraagt: ‘Herlees jij wel eens? Moet je doen. Je zult zien dat je dan zoveel details en mooie zinnen op gaan vallen. Ik lees het werk echt opnieuw met veel interesse.’ Ze voegt toe: ‘Ik lees momenteel ook veel van de dichters Billy Collins en  Mary Oliver en ik heb altijd al van het werk van Emily Dickinson gehouden.’ Nadenkend: ‘Misschien is  mijn favoriete boek Le Grand Meaulnes van Alain Fournier.’ Direct daaraan toevoegend: ‘Maar André Makine is ook erg goed! En in het Nederlands heb ik recentelijk De Wandelaar van Van Dis gelezen.’

Hoe belangrijk vindt zij het om zelf gelezen te worden? ‘Ik hoop dat anderen, net als ik door het  werk van de schrijvers die ik net noemde, plezier beleven aan mijn verhalen en gedichten. Het is nu eenmaal een feit dat gedichten aan de man brengen moeilijker is dan proza. Maar daar laat ik me niet door weerhouden. Ik vind het fijn als er recensies verschijnen, als er feedback komt, maar het is niet het belangrijkste.’

Welke recensies heeft de dichteres het best onthouden? ‘Die van het begin. Toen was ik nog het  zenuwachtigst. Mijn eerste boek  The Death of the Orange Trees werd gelukkig goed ontvangen door Daphne du Maurier. Ook de reactie van Daniel Thomas Moran staat me nog bij. Hij schreef dat  mijn gedichten ‘are rich as butter cream and capable to a fault, a highly accomplished collection by a masterful poet.Claire Nicolas White is cause for celebration.’ Dat is leuk om te horen. Maar zoals ik al  zei, niet het belangrijkst. Ook kritiek is belangrijk. Het houdt je scherp.’

Claire vertelde al dat ze van herlezen houdt. Welk van haar eigen gedichten uit At the mouth of the River leest ze graag terug? Ze antwoordt: ‘Daar hoef ik niet lang over na te denken. Dat zijn ‘William the Silent in Delft’ en ‘Troubadour’. Ze roepen een bepaalde sfeer op. Ze zijn me dierbaar.’

William the Silent in Delft

He changed religion as often as his shirt,
Believed in tolerance and died for it,
Shot by a bullet imbedded in the wall
in Delft. Oh water-ridden city where
engineers invented the great Delta plan
to tame the sea, how tidily
it floats on harbor and canals.
“Here we bury our Oranges,” citizens say.
William of Orange is lying here in state
with his pug at his feet. He was my hero
when I was still a child in convent school.
To kill inquisitors I would pretend
To wield a sword, as the nuns watched, amused.
He droved the Spanish out. They named him Silent,
the father of his water web, this nation.
Now here in Delft, floating on its blue tiles,
soft light falls through the windows of Vermeer
on girls who strum musical instruments
or read a love letter and sing the peace
of domesticity. I also watched a parade here
of men in uniform dancing on the square,
saying farewell to war. Here my father painted
twenty-four church windows on colored glass
with William at their center.
 


Troubadour

Living in song, way back when I was young,
I rode the melody, endless refrains repeating
As tales unfolded, the dead rose and the Lord
Walked in his garden. I have retold
the knight’s return, his entrails in his hands,
to die in a white bed. Three princesses
with hearts like birds wait for their lovers,
hear the bells toll. Bugles blow at day’s end.
I sang of twenty robbers dressed in white
Condemned to be hanged on the village square.
From the gallows one looked down on the land
and cried, “Go tell my mother I am dead.”
It was in May, the farmer took a wife
he would regret, for as they went to bed
she scratched his face. He heard the cuckoo sing,
fled to the barn where the cow shat on him.
On the steps of the palace sat a girl
so fair, who would be choses as her lover?
It was the cobbler who made her an offer:
“My beauty, if you would, we’d sleep together
In a great bed with pillows made of feather
and in its midst shall flow the deepest rier
where all the horses of the king could drink.
We shall sleep there till the world’s end, forever.”

Claire legt uit: ‘Het gedicht “William The Silent” gaat over grote ramen met de kunst van mijn vader in  de oude kerk in Delft. Ik woonde een prachtige ‘taptoe’ bij in die kerk na de oorlog. En Vermeer is begraven in die kerk. Het is mijn lievelingsschilder. Of course.’ Lachend: ‘My Dutchness clings to me.’
Ze vertelt verder: ‘Het gedicht “Troubadour” gaat over Middeleeuwse Franse liederen die ik vroeger zong. Pure poetry.’

Serieus: ‘Andere gedichten die bijzonder voor mij zijn, zijn die uit Biographie and Other Poems. Ze gaan veelal over mijn dochter die overleed op zeventienjarige leeftijd. Ik schreef een gedicht over een meisje dat steeds maar weer bezig is met het lezen van een brief. Mijn dochter leek op haar. Zij kon de brief nooit beantwoorden…’

Ze vervolgt: ‘Als ik het gedicht lees, is ze weer even bij me. Het is alsof je weer terug in de tijd stapt,  of vooruit, of in een tijd of plek waar je nooit bent geweest. Poëzie brengt beelden dichtbij. Dát is uiteindelijk het belangrijkst .’

http://clairenicolaswhite.com/

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...