LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

‘Je moet verliefd worden als het ware’

11 jun, 2018

Rinske Kegel (1973) is schrijfster van gedichten, verhalen, columns, theater en ‘alles wat hier tussen in valt’. Zij publiceerde en/of droeg voor bij o.a. Op Ruwe Planken, Revisor, De Gids, Extaze en Het Liegend Konijn. Zij schreef regelmatig snelgedichten voor het programma Dit Is De Dag op radio 1. Ze won tal van prijzen o.a. in maart 2018 de 1e prijs bij de Poëzieprijs van de stad Harelbeke.

foto: Lena Scheurwater

 

Hoe selecteer je uit alle creatieve uitingen?
Als het om gedichten gaat heb ik een mapje in mijn computer met nieuwe gedichten. Daar zet ik alle nieuwe gedichten in. Dan neem ik de tijd om er naar te kijken en ga ik schrappen en schaven en weggooien. Dat gaat vrij intuïtief.

Wat is het laatste dat je gemaakt hebt?
Ik moet eerlijk zeggen dat er al een tijd geen gedichten meer uit mijn vingers kwamen. Gisteren schreef ik voor het eerst weer een gedicht: Vis. Heb het vanochtend nog zitten veranderen. Het staat nog in mijn telefoon, kan nog wel even duren voor het in het goede mapje terechtkomt. Wellicht leg ik het voor aan Frouke Arns en Marijke Hanegraaf met wie ik een feedbackgroepje vorm.

Zit er in alles de relativerende humor die jou kenmerkt?
Dat weet ik niet, dat laat ik aan de lezer over. Maar ik denk dat er wel een bepaalde komische tragiek in mijn werk schuilt, een absurdistische toon soms ook. Zo ervaar ik het leven soms ook, volkomen absurd. Hoewel dat wel veranderd is. Ik word steeds bewuster. Dat maakt ook dat ik mijn eigen gedachten zie als dat wat lijden veroorzaakt. Duale gevoelens zorgden er vaak voor dat ik ging schrijven. Nu ik beter doorheb hoe het werkt, heb ik ook minder van die momenten, daardoor schrijf ik ook minder. Taal is duaal, een eenheidservaring beschrijven is vrijwel onmogelijk.

Is het noodzakelijk dat de lezer je begrijpt?
Vind ik van niet. Het verbaast me soms wat mensen zeggen over mijn gedichten. In de recensie van Johan Reijmerink van mijn eigen bundeltje bijvoorbeeld, las hij dingen in mijn gedichten waarvan ik dacht: goh, je weet meer dan ik. Ik vind dat dan ook weer supergrappig. Het gewichtige van zo’n recensie en tegelijkertijd dat het ook maar iets persoonlijks is.

Wat maakt schrijven belangrijk?
Voorheen was het ergens ook een drang naar erkenning voor mij om te schrijven en om dingen die ik niet begreep te kanaliseren. Nu is die noodzaak een beetje verdwenen, lijkt het. Dus ik weet niet eens of ik schrijven nog zo belangrijk vind. Wie weet verandert dat ook weer. Alles verandert constant. Momenteel bevind ik me in de weetnietfase.

Je wint prijzen, verschijnt in tal van bladen, wordt al lang imponerend genoemd, waar wacht men nog op?
Ik heb werkelijk nog steeds geen idee.
JA, WAAR WACHT MEN NOG OP??

Hoe cruciaal zijn die prijzen voor jezelf?
Het is erkenning. Bevestiging van dat je mensen raakt met wat je schrijft, dat je een dichter bent. Ik ben een dichter, dat is het. En met mijn kleine beurs is het ook belangrijk, ik heb er mijn rijbewijs van gehaald. Waardering in de vorm van geld is belangrijk vind ik. We treden vaak op voor een appel en ei op. Mijn eerste geld dat ik kreeg voor een gedicht in een tijdschrift, dat is gewoon fantastisch en ook niet meer dan normaal.

Je hebt in eigen beheer uitgegeven. Hoe veelzeggend is de titel van die bundel, Als ik win verlies ik mijn reputatie als verliezer?
Inmiddels steeds veelzeggender. Ik realiseer me dat ik allebei ben, een winnaar een verliezer en juist daarin schuilt de essentie. Alles bestaat naast elkaar. Het was toen ergens ook een sneer naar uitgeversland: een bundel uitgeven in eigen beheer met alleen gedichten waarmee ik iets gewonnen had. En bij optreden vroegen mensen steeds naar een bundel. Ze gingen als
warme broodjes en zijn inmiddels op.

Hoe essentieel is het gezien (gelezen) te worden?
Inmiddels dus veel minder belangrijk. Ik geniet nu veel meer van een voordracht op een klein podium met mensen die ik kan raken. Dat wat er dan ontstaat is zo ontzettend mooi. Op het moment dat ik voordraag word ik het gedicht en alle toehoorders worden het gedicht. We zijn dan even nergens anders meer, dat vind ik pure magie.

In een interview met Digther-redacteur Frank Decerf zeg je dat de inhoud vaak minder belangrijk gevonden wordt dan de buitenkant. Heb je een manier gevonden om daar mee om te gaan?
Ja, ik kijk nu meer naar binnen dan naar buiten. Ik kon vreselijk jaloers zijn op anderen die net aan de weg timmerden en dan al werden binnengehaald bij een uitgever. Nu weet ik wat ik waard ben en dat het meer gaat om me goed te voelen bij wat ik doe en dat te volgen. Of het per se goede gedichten oplevert, dat blijkt nog niet, haha, maar ook dat is goed.

In je voordracht is duidelijk dat je ook aan theater doet. Is het contact met het publiek een voorwaarde?
Zoals ik al eerder zei, kan ik daar enorm van genieten. Ik vind het belangrijk dat je een gedicht tot leven laat komen als je het voorleest. Ik kan soms doodmoe worden van sommige voorlezers omdat ze geen contact maken, mompelen, of de bekende slamdreun ten gehore brengen. Bij mij is het elke keer anders. Ik weet hoe helder en verstaanbaar het moet zijn, maar ik breng ook de emoties over die in het gedicht zitten. Als ik boom zeg, zie ik die boom ook, voel ik die boom.

Het is ook bijna alsof je de luisteraar iets wilt meegeven: wat luchtigheid, wat nadenken. Denk je daar bewust over na? Schrijf je met de lezer in gedachten?
Ik weet dat dus niet zo goed. Erik Lindner zei laatst dat ik soms een moraal heb in mijn gedichten. Toen dacht ik: ja misschien wil ik ook iets in beweging zetten, maar ik wil niet mijn visie opdringen. Iets dat aandacht nodig heeft, denk ik. Ik ga daar nog eens goed naar kijken. Nooit te oud om te leren.
Ik lees vaak hardop wat ik schrijf, wil dat een gedicht zowel op papier als op het podium werkt.

Als schrijven een proces is, is het eindresultaat dan minder belangrijk?
Nu ik veel meer in het hier en nu leef is dat zeker zo. Het plezier van het schrijven is veel belangrijker.

Wat is een goed gedicht?
Weet jij het? Ik nog steeds niet helemaal. Er moet iets gebeuren. Je moet verliefd worden als het ware. Je moet denken; ja dat is zo, zo is het. Volkomen subjectief, maar zo is het.

 

Interview Alja Spaan

 

     Andere berichten

Interview Enno de Witt

Interview Enno de Witt

‘Poëzie is een onvermijdelijkheid’ door Annet Zaagsma   Poëzie en kunst van Enno de Witt zijn stevig geworteld in een traditie die...

Interview Astrid Arns

‘Hologram voelt voor mij als een innerlijk geprojecteerd landschap.’ door Peter Vermaat   Vorige week publiceerden wij het...

Interview Kris Lauwereys

Interview Kris Lauwereys

‘Het is mijn eigen daad van verzet geworden, tastbaar in boekvorm.’ door Jeanine Hoedemakers   Kris Lauwereys (1979) is al heel zijn...