LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Floor Buschenhenke – Parachute

12 sep, 2018

Zweven of landen?

door Ernst Jan Peters

Sorry, maar ik had echt even Wikipedia nodig om te achterhalen wie de schrijver is van het motto van de bundel Parachute van Floor Buschenhenke. De naam Chögyam Trungpa Rinpoche hoor je niet elke dag en dat blijkt een Tibetaanse monnik die leefde van 1939 tot en met 1987. Los van zijn verheven vaardigheden die passen bij het Tibetaanse monnik zijn, verraadt het lemma ook nog dat de man vaak in verregaande staat van dronkenschap verkeerde. Zet dat af tegen zijn tekst en je hebt de rode draad van de bundel te pakken: ‘Het slechte nieuws is dat je valt door de lucht, niets om je aan vast te houden, geen parachute. Het goede nieuws is dat er geen grond is’. De vertaling komt van mij.

Er is sprake van ‘géén parachute’. Maar die heb je ook niet nodig als je niet hoeft te landen en alsmaar door kunt zweven. Is dat een prettige staat van zijn? De gedichten in Parachute onderzoeken de relatie tussen het hogere, het religieus-mystieke en het aardse, het grijpbare. Dat begint al in het eerste gedicht. ‘Fluisterspelletje’ is gebaseerd op een kampvuurspel waarbij iemand een zin in gedachten neemt. Hij fluistert hem door aan de buurjongen of buurmeisje en die doet hetzelfde met hetgeen hij denkt te hebben gehoord. De laatste in de rij vertelt wat er van de zin geworden is na zoveel maal doorfluisteren en dat is vaak bron van hilariteit. In het gedicht is de eerste zin een regel uit het Bijbels boek van Jacobus. De volgende zinnen zijn aardig bedachte tussenzinnen maar daar komen elementen bij die niet in de eerste zin zitten, dus dat vertrouw ik niet. De zevende buur komt met een zin die de profetische eerste zin met een knal op de grond zet: een soort advertentietekst. Iemand ‘met olie zalven in de naam van de Heer’ verwordt dan tot ‘Koopt De Heer Olie…’

En wat komt er een hoop praktische logistiek kijken bij een collectieve hemelopneming zoals we dat lezen in:

Heaven’s gate away team

We leggen het allemaal uit
in onze afscheidsvideo:
Het lichaam is een voertuig,
dat mag je nooit vergeten.
Je overhemd moet dichtgeknoopt
en óver de broek, niet ingestopt.
De haren houden we kort.
Castratie is optioneel.
De media zal het wel weer verdraaien,
maar castratie is optioneel.
Dit is voor ons een heel mooie periode.
We hebben hier lang naar uitgekeken.
De media zal het wel weer verdraaien,
maar dit is voor ons een hele mooie periode.

De voertuigen staan geparkeerd
op stapelbedden.
39 paar identieke Nikes, nog geen kruimel zand
aan hun zolen, wijzen met de neuzen omhoog,
paarse babydekens bedekken de gezichten.
De klas van Ti en Do is vertrokken
naar het niveau boven menselijk.

Want de aarde zal worden leeggeveegd,
de aarde wordt opnieuw opgestart,
want de lichamen

Een plotselinge onderbreking aan het einde van het gedicht, alsof de verteller ook ineens is overgegaan in het niveau ‘boven menselijk’ waaraan wij stervelingen toch gauw de classificatie ‘overleden’ meegeven. Floor Buschenhenke neemt je zo, op een onschuldige manier, mee naar een verschrikkelijke gebeurtenis. De laatste momenten van een sekte die zelf meehelpt de herstart van de wereld in goede banen te leiden. Voor de nabestaanden zijn er de krantenfoto’s, maar ja, de kranten zien de esthetiek niet van een ‘hele mooie periode’… Fake news, is een moderne kreet om de beperkte blik van de verslaggevers te karakteriseren: ‘De media zal het wel weer verdraaien’. Meervoud tot enkelvoud gemaakt om aan te geven dat de ‘ik’ het één pot nat vindt.

De parachute komen we nog een keer tegen in de bundel als de lyrische ik een bezoek beschrijft aan Tate Modern, het museum voor moderne kunst. Daar staat het buitensporig grote object ‘Marsyas’ van de kunstenaar Anish Kapoor en de vorm van het middendeel lijkt daar op een parachute. Daar ónder staan maakt dat je deel uitmaakt van het kunstwerk en geluiden extra sensitief beleeft. De ‘ik’ geeft zich over: ‘ja, ik sta aan’… Een mythische ervaring voor iemand die liever toeschouwer blijft: beschrijven, fotograferen, proberen het fenomeen te doorgronden met het verstand en dan omver worden geblazen door ‘de adem van Marsyas’. Zo’n onschuldige parachute brengt heel wat teweeg.

Het schrijven van gedichten is voor Floor Buschenhenke niet gericht op het geschreven hebben van een gedicht. Het proces van schrijven laat het gedicht ontstaan. Zoals zij dat formuleerde in een interview in Meander na haar debuut eind 2006: ‘Ik benader het schrijven van gedichten vanuit het instinct dat er al iets is wat nog gelokt en gevangen kan worden. Iets wat je vanuit je ooghoeken ziet, als een schim. Dat is mijn bedoeling. Als ik iets begin te schrijven op basis van een idee, verandert dat idee vaak tijdens het schrijven. Alsof het een eigen wereldje wil vormen.’

Die techniek werkt goed voor individuele gedichten. Buschenhenke schrijft krachtige gedichten met fraaie beelden, vaak met meer lagen die bijdragen aan het gevoel dat er telkens weer iets anders te halen is in een gedicht. Voor de samenhang van de bundel als geheel werkt het minder. Parachute is meer een verzameling losse gedichten, rijp om opgenomen te worden in bloemlezingen (over geloof, of liefde bijvoorbeeld) maar de onderlinge samenhang zie ik er niet in. Wel zijn er vijf gegroepeerde gedichten, afdelingen. Bijvoorbeeld het zevendelige ‘het is gewoon klote’ rond een persoon met een onlangs geconstateerde terminale ziekte. Weer veel aandacht voor het triviale. Het invulformulier, het geel in het gezicht, de bereikbaarheid van de behandelend arts en de verschillende manieren waarop je morfine binnen kunt krijgen. Het zevende gedicht is een wat vreemde eend in de bijt, de dialoogachtige uitingen zijn weg. We krijgen meer een observatie van buiten en dat met de personificatie van een bed, een geliefd stijlmiddel van Buschenhenke.

7

Het gehuurde bed met opstaande rand
was met iemand meegekomen
en had zich in de hoek bij het raam neergevlijd.
We vroegen niet hoe lang het wilde blijven.
We boden het gestreken lakens aan
en deden beleefd alsof we niet wisten
waar het voor was gekomen.

De blik is verschoven van de zieke naar de omgeving van de zieke. We landen van de wanhoop van de stervende weer in de praktische aanpak: gestreken lakens op het laatste bed. De zieke is in een situatie geraakt waar hij parachuteloos zweeft, de achterblijvers zijn intussen al wel weer geland.

Floor Buschenhenke is dus echt wel in staat om gedichten met samenhang te maken, maar kiest er voor om dat niet op de schaal van een hele bundel te doen. Dat maakt Parachute niet minder boeiend! Het is een boeiende verzameling van talige observaties waarbij het contrast wordt onderzocht. Praktisch leven, naast los van de werkelijkheid zweven, zoals de wereld opeens heel hard kan draaien als je echt teveel hebt gedronken. Zou monnik Chögyam Trungpa Rinpoche daar zijn inspiratie vandaan hebben gehaald?

____

Floor Buschenhenke (2018). Parachute. Atlas Contact, 56 blz. € 19,99. ISBN: 9789025452988

     Andere berichten