Jan Van Gompel (Wilrijk, Antwerpen, 1961). Afgestudeerd als interieurarchitect in 1984 in Gent. Werkzaam als ontwerper bij een interieurfirma in Brugge. Woont reeds meer dan 25 jaar in Brugge.
Mentoren : Roel Richelieu van Londersele en Philip Hoorne. Volgde jaren cursus bij deze twee dichters.
Publiceerde reeds in Het Liegend Konijn en Het Gezeefde Gedicht. Ook genomineerd geweest voor de Melopee-prijs van Laarne in 2016 en nu in 2019 geselecteerd voor de Zeef Poëzieprijs om misschien een debuutbundel publiceren.
“Ik schrijf vooral gedichten met ‘urgentie’, gevoelens die vanuit mijn buik opwellen, en af en toe een vleugje fantasy. Had reeds op jonge leeftijd een grote liefde voor taal.
Ik dicht graag over de essenties van het leven waarbij ik al de ruis weg probeer te filteren … ik hou van de liefde, de melancholie en het verdriet welke een man tot een beter mens kunnen boetseren!”
de barst
. ‘there’s a crack in everything
that’s how the light gets in ‘
. Leonard Cohen
het is een gedoemd weeskind
dat zwijgend jongetje in hem
een kind dat uit de hand loopt
wat man moet worden scheurt
ligt in een lade als volgroeide
vondeling te hunkeren naar licht
hij vreest niet waterdicht te zijn
iets wat lijkt op ongewenst bestaan
voelt hij lekken langs zijn flank
oude dagen puzzelt hij samen
de dood glijdt binnen en dicht
de barst nog voor de eerste zon
automechaniek
deze in kaart gebrachte aanvaring met
een gehaaste man wiens dag zonder
kleerscheuren voor het grijpen ligt
experiment met vrouwelijke verstrooidheid
opgekrulde woede die een reden zoekt
onstuimig uit haar voegen te barsten
blikschade en diepe deuken in het ego
monden uit in een overheersende drang
om te paren langs de openbare weg
een kortstondig decor voor dit duo
dat elke redelijkheid aan de kant schuift
zich overgeeft aan de schaamteloze roes
van een ongerijmd bestaan, leven
zonder handrem oogluikend toegestaan
Water op Mars
Een populaire bezigheid.
Ik doe alleszins mee,
naar water zoeken op Mars.
Tussendoor zal ik science-fiction schrijven.
En bedelen. Niet om woorden
maar om een broodkorst en wat soep.
Hunkeren naar volle borsten.
Voor onderweg. Tegen de kou.
Een remedie om de overwinning te faken.
Mijn bedevaart in hoofdstukken gescheurd.
Aankomen. De plot enkel in gedachten
op papier krijgen.
Ik droom voortdurend van water.
Van klaarkomen ook.
Mijn verhalen raken altijd bijna af.