afbeelding Pixabay
Elke maand komen ze één maandagavond samen: Saskia van Leendert, Monica Boschman en Hans Rothuizen. Dichters uit de regio Nijmegen die elkaar scherp houden en elkaar aansteken. Ze sturen elkaar een week voor de bijeenkomst een vers gedicht en geven elkaar daarop via e-mail feedback. Tijdens de avond praten ze verder over de gedichten, die dan soms al in een nieuwe versie bestaan. Het toetje van de avond is het extra gedicht. Dat is een gedicht waar een bepaald woord in moet staan of dat past bij een thema of kunstwerk. In februari was de afspraak om ‘winterbanden en het weerbericht’ te verwerken. Bij Saskia leidde dit tot het gedicht Afgrond, over het virus. Ze stak daarmee Monica aan die na de bijeenkomst met rode konen het gedicht Lopend vuur schreef. Hans is voorlopig virusvrij.
Saskia van Leendert publiceerde eerder in Meander, Monica Boschman kwamen we vorige maand nog tegen in de bespreking van haar laatste bundel Nieuwe wegen voor Mariken en Hans Rothuizen kunt u ook terugvinden op onze site.
–
Mijn buurvrouw leeft in isolatie
nog voor de eerste verschijnselen. Door muren
praten we over winterbanden, het weerbericht.
–
In de ochtendkrant tellen we cijfers
op dodenlijsten, worden het gevaar
gewaar dat ons omsingelt.
–
We verzwijgen het gebrek aan profiel, hoe fragiel
het lijf. We heffen glazen terwijl bij iedere hoest
een bui door ons heen raast in een grondeloze diepte.
–
Nergens zijn we veilig, ook niet binnen de grenzen
van het lichaam, dit kleine overwinnelijke land.
–
© Saskia van Leendert
–
Ik weet nog hoe het werkt:
steentjes en strootjes
kort hout, takken, blokken
–
en adem. Vuur heeft lucht nodig
soms wat woorden. Passiespel
met een lange geschiedenis.
–
Hart in vlam en gewas in handen
hoestend het vuur doorgeven.
Vluchtweg en aansteker zijn.
–
© Monica Boschman