LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Naomi Montroos – Regenboom – Palu di áwaseru

18 sep, 2020

Water, plastic en liefde

door Maurice Broere


Op het moment dat ik de titel van de bundel Regenboom zag, moest ik denken aan een verschijnsel dat ik op een van mijn fietstochten waarnam. Het was een warme, zeg maar gerust hete dag. Ik reed onder bomen door en voelde een lichte regen. De grond onder de bomen was nat. Ik dacht nog even aan luizen die een soort honing uit kunnen scheiden, maar wat hier naar beneden kwam, was niet kleverig en overduidelijk water. Bij thuiskomst heb ik het verschijnsel opgezocht en het blijkt dat wilgen en populieren in tijden van groei soms zoveel water opzuigen dat ze er te veel van hebben en het via de huidmondjes in de bladeren lozen met als gevolg een soort miniregenbui.
Naomi Montroos geeft in het bijschrift aan het eind van de bundel een soortgelijke verklaring, maar betrekt het op bomen in tropische streken. Niet alleen in tropische streken, maar ook in ons eigen waterlandje zoals ik zelf heb ondervonden.

Regenboom is het debuut van Montroos. De bundel heeft een dubbele titel. Palu di áwaseru is de andere titel, de vertaling in het Papiaments. Net als de dichter zelf is de bundel tweetalig: Nederlands en Papiaments. Op de even bladzijden staat de tekst in het Nederlands en op de oneven in het Papiaments. De dichter is geboren in Nederland uit ouders die uit Curaçao kwamen. Ik vermoed dat de verzen in het Nederlands geschreven zijn en daarna vertaald in het Papiaments. Aangezien ik die laatste taal niet machtig ben, zal ik mijn aandacht uitsluitend richten op de Nederlandse tekst, die bestaat uit achtentwintig gedichten waarin een duidelijk rijmschema en interpunctie ontbreken. Een schikking in afdelingen is eveneens afwezig.

De Tachtigers schreven poëzie vanuit het l’art-pour-l’art-principe en sindsdien kijken we toch wat vreemd naar kunst met een boodschap. Een loffelijk streven, maar als de boodschap niet al te dwingend wordt opgediend, heb ik er veel minder moeite mee.
Milieuvervuiling, met name het plastic in de zee, is een motief dat duidelijk in de bundel aanwezig is. Dat betekent niet dat er met een opgeheven vingertje wordt opgeroepen ons gedrag te veranderen. Nee, het wordt louter gesignaleerd en de lezer kan zelf zijn conclusie trekken. Het belangrijkste motief is water en dat komt in alle mogelijke vormen terug: als zee-, rivier-, riool-, kraan- en regenwater.

Zuiver water

ze zeggen dat het vloeibaar,
schoon en gezuiverd is
deze kennis is belangrijk

dat zoals het in de rivieren stroomt
stroomt door het riool
met filters voor, in en na

al wat niet drinkbaar is
zal niet druppelen uit de kraan
geen plastic uit de rivieren
kon dat maar vergaan

Volgens de autoriteiten is water uit de kraan schoon. Voor ons is die wetenschap belangrijk, want we moeten kunnen vertrouwen op onze basisbehoeften. Wat uit de kraan komt, is zuiver in tegenstelling tot het buitenwater dat vervuild is met plastic dat we er niet zomaar uit kunnen filteren. Een vrij vers waarin eindrijm toevallig lijkt voor te komen. De lezer krijgt een prettig lopend gedicht voorgeschoteld met een boodschap die hem niet wordt opgedrongen.

Groene wolken

lukraak verschijnt weer die onweersbui
die kleurt de lucht van blauw naar grijs

onze hemel vouwt zich open
de lucht stort zich in een uitbraak neer
vervlogen druppels schieten uit hun kom

de hemel jammert van een pijn
oorverdovende geluiden, nederlaag op aarde
sneeuwwitte wolken veranderen naar groen

Een mooie beschrijving van een weersverschijnsel met alles erop en eraan. Aansprekende beeldentaal: ‘jammerende hemel, vervlogen druppels’.

Hoopvol

haar poging tot brief
de liefdesbrief, bleef bij haar

zij klom uit de pen
zoals de woorden

geluiden van A tot Z
fluisterden tegen het vel papier

hoeveel ze van hem hield
hoe graag ze hem zag
dat ze op hem was
er zonder hem niets was

dat ze zo hield
van zijn lach

hoopvol, elke dag

Dit gedicht staat los van de rest van de bundel, omdat het een andere thematiek heeft. Het is een voorbeeld van pure liefdeslyriek en geschreven in compacte taal: ‘poging tot brief’ ‘hoopvol, elke dag’. Heerlijk zoals Montroos speelt met de taal: ‘zij klom uit de pen’. Zij geeft als het ware de tegenstelling aan van de gebruikelijke uitdrukking. Er wordt niet geschreven, de woorden blijven bij haar. Soms is het beter als je bepaalde dingen niet uitspreekt en het gevolg is dan dat het geschrevene je soms nog lang bezighoudt.

Naomi Montroos heeft een veelbelovend debuut afgeleverd, waarin indrukwekkende verzen staan met universele thema’s. Hopelijk gaan we nog veel van haar horen in de toekomst.
___

Naomi Montroos(2020). Regenboom – Palu di áwaseru. Uitgeverij Anderszins, 68 blz. €17,50. ISBN 9789492994134

 

     Andere berichten

Alex Deforce – Tussenbruggen

Alex Deforce – Tussenbruggen

Een brug te ver door Maurice Broere - - In het boek zit een soort sticker met een QR-code. Als je die opent, krijg je een soort...

Paul Demets – De schaamsoort

Terugblikken is confronterend door Hans Puper De ondertitel van Een schaamsoort, de nieuwe bundel van Paul Demets, is Briefgedichten aan...

Maria de Groot – Klokkenstoel

Maria de Groot – Klokkenstoel

Het voorgeschrevene en zijn afwijkingen door Ivan Sacharov - - Maria de Groot (1937) heeft als Nederlands schrijfster en theologe een...