Rieks Folkeringa werd in 1941 in Palembang, voormalig Nederlands Indië geboren waar hij 6 maanden later met zijn moeder en broer in een Japans opvangcentrum voor Europeanen verdween en 3 ½ jaar later zonder herinneringen maar wel met een tremor eruit kwam. Zijn broer Jelle heeft over die kamptijd een zeer leesbaar boek geschreven, Eelt genaamd dat helaas alleen clandestien of via een boekenantiquariaat verkrijgbaar is. Grootgebracht in een arbeiderswijk in Groningen ontving Rieks een ‘hogere burger’ opvoeding en ging na zijn examen met een Hogerburgerschooldiploma naar Frankrijk, Duitsland en Zwitserland waar hij zijn verdere beroepscarrière volbracht. In die jaren bleef hij anekdotisch maar wel met plezier door het schrijven van gedichten aan de Nederlandse schrijfcultuur hangen. De coronacrisis bracht hem in de gelegenheid zijn schrijfsels te reviseren, nieuwe gedichten te componeren en in alle bescheidenheid lezers aan te bieden. Rieks Folkeringa brengt zijn pensioen sinds 7 jaar voornamelijk in Madagascar door.
Uit het manuscript liefde en denkbaarheden:
–
aan L
–
jij die de liefde bezig vindt
in de gang der dingen
je had de marmot water gegeven
en even daarvoor in het dorp
fietsend je mantelzomen ingebonden
dat gebaar bekend als theeschenken
–
je binnenste is in zoveel handen
buiten gekeerd
dat ik een wijl mijn ogen sluit
–
de vlinderzwaarte van een weemoed
voel landen
–
even de vleugels van de angst
voel scheuren als bloed langs hartzeer
–
je bent me te zuivel
te melklicht blond
je bent me te ver
de frisheid der wind
te buiten gegaan
–
je bent steeds ver van mij
te ver
ons aarzelend zien
te kus en te kalf
voorbij gelopen
–
te bloodaardig
voor je kordate inborst
heb ik tussen je vriendinnen
in de omdringstoei
botgevierd
–
en later met de dagen
het vereren
leren verleren
–
overgaan en aanlegge
dat doen de bote
elke dag over
overgaan en aanlegge
zo is het laatste bedlegere van ouwe van dage
overgaan en aanlegge
het is stommerig maar waar
het leven
hiero
het slommerig leven
is overgaan en aanlegge