Soms kruipt stilte naar buiten/een schutblad biedt bescherming. Poëzie van Monica Boschman (1965) is te lezen in haar bundels Zeerslag (2018) en Nieuwe wegen voor Mariken (2019). Je komt haar gedichten ook tegen op een ontbijtbord van PLINT, op de muur van een bibliotheektuin en in het tijdschrift DICHTER. Binnen Poëziefonds Open begeleidt Monica auteurs; ook presenteert ze verschillende poëziepodia. Op dit moment zoekt ze een uitgever voor haar debuutroman Zolderdagen en componeert ze een nieuwe bundel. De gedichten hieronder krijgen daar een plaats in. Meer over haar werk lees je op haar site.
foto Armand Lamée
–
We leren staand slapen
met een kussen tegen de wand.
–
Zonder bed kunnen we in de slaapkamer
bloemen drogen en tekeningen maken
op de vloer. De ideale plaats
–
voor diepzeeduiken.
–
De tandwalvis neemt de plaats in
van de tandenfee, onder het kussen
vinden we walschot. Een bandrecorder
–
speelt sprookjes voor dwaalgasten.
’s Ochtends spoelen we aan.
–
De taal van wieken ken ik
verstilde stand van vreugde
rust en rouw.
–
Het land vol koren, op zolder meel
in zakken. Mag dit een dag zijn zonder
malen? De hitte van mijn oven
–
rijst voor de zon uit.
–
De sneden dwars over het deeg
tot geur spreekt, tot brood breekt.
Het geeft mijn heden een vers.
–
Op een dag zag ik de nacht.
Hij groette me, terwijl ik dacht:
wat doe jij hier op tijden
dat je rusten moet.
–
Toch liet ik hem schaduw
eten uit mijn hand en broeden
op het donker van een steeg.
Hij kreeg de uren aan zijn kant.
–
In de nacht kwam ik de dag tegen.
Zij groette me, ik groette terug
mijn ogen rustten op haar jas
die vaal en afgedragen was.
–
Zo viel de nacht en brak
de dag. De schemer zag ik
onbemand op doortocht
over niemands land.