door Peter Vermaat
–
Wat maakt een gedicht goed?
Wanneer ik me richt op dat “wat”, denk ik meteen aan de muzikale kwaliteiten van de taal. Het zijn klank en ritme die de lezer het gedicht kunnen inzuigen en hem vervolgens hoog uittillen boven de dagelijkse herhaling van adem in, adem uit, beweeg, sta stil, kijk om / je heen. Het zijn klank en ritme die een gedicht de zeggingskracht geven boven de betekenis uit. Een goed gedicht beweert niet, hoeft niets te betekenen, maar resoneert, klinkt en weer-klinkt. De taal in een goed gedicht heeft weerhaken.
Wanneer ik me afvraag wat het “waarom” is van dat “wat”, kom ik terecht bij het zeer persoonlijke, bij de wortels waarmee ik in verbinding sta met het onder-hier-en-nu-se, het grondwater en het onderliggend gesteente. Een goed gedicht brengt mij op plekken waar ik was zonder er ooit geweest te zijn, legt in mij het “verwant beleven” bloot. Daarnaast is dat buitengewoon persoonlijke tevens het boven alles menselijke, de eigenschap om ruimte te geven en waarde toe te kennen aan het uitzonderlijke, dat je overal en nergens kunt ontmoeten en dat tevens is, was en zal zijn.
Peter Vermaat is recensent.
afbeelding (c) Pixabay