LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Interview Alara Adilow

29 sep, 2022

‘Originaliteit is voor mij belangrijk, daarna het gebruik van taal, klank muzikaliteit, ritme, harmonie en melodie.’

door Monique Wilmer-Leegwater

Alara Adilow (1988) is dichter en auteur van Somalische afkomst. In april 2022 is haar debuutbundel Mythen en Stoplichten verschenen. Inmiddels werkt ze aan haar debuutnovelle die in oktober 2023 zal verschijnen, ze heeft hiervoor de projectsubsidie voor starters van het Letterenfonds ontvangen. Alara is geselecteerd For the Public in Residence voor de queer en transgender gemeenschap in museum Arnhem. Ze was in 2021 gastschrijver bij tijdschrift nY, waar ze begeleiding kreeg om een begin te maken aan haar novelle.

Heb je altijd al poëzie geschreven? |Toen ik twaalf was, was ik heel erg geïnteresseerd in hip hop. Het eerste wat ik schreef, waren raps. Twee jaar later, toen we naar Engeland verhuisd waren, kreeg ik Engelse literatuur en maakte ik kennis met Engelse gedichten. Op dat moment verlangde ik ernaar om ook gedichten te gaan schrijven. Sindsdien schrijf ik gedichten. Pas vanaf mijn 27ste ben ik regelmatig gaan schrijven, omdat het mij leuk leek om een bundel te maken.

Over je pas verschenen bundel Mythen en Stoplichten zeg je onder andere dat het voor jou urgent was deze bundel te schrijven, kun je daar iets meer over zeggen?
Ik vond heel weinig in de bestaande poëzie over queer en transgender en daarom wilde ik daarover schrijven.

Hoe is de titel tot stand gekomen?
Ik was geïnteresseerd in mythen en sprookjes. De originele titel was Natuurgeloof en stoplichten. In gesprek met mijn redacteur hebben we er uiteindelijk toch Mythen en stoplichten van gemaakt, omdat ik erg geïnteresseerd was in mythen, maar ook in het stedelijke en het maatschappelijke engagement.

Heb je er lang aan geschreven en geschaafd? Hoe werkt het schrijfproces bij jou?
Aan de bundel ben ik 5 jaar geleden begonnen. Een gedicht schrijven kan gemakkelijk tot een jaar duren, voordat ik tevreden ben, soms langer. Ik denk heel veel na over een idee, het idee laat ik sudderen, dan verzamel ik bronnen en schrijf ik al werkend naar een eindversie toe. Ik werk er soms dagen achter elkaar aan en laat het dan liggen. Na een paar weken pak ik het dan weer op.

Je bent nu bezig met je debuutnovelle die in oktober 2023 zal verschijnen. Is hier ook sprake van urgentie voor jou? |
De novelle heeft voor mij urgentie, ik schrijf veelal over onderwerpen die dicht bij mij liggen, zoals queerness en seksualiteit. Dat zul je ook in deze novelle terugvinden.

Welke dichters bewonder je en zijn een voorbeeld voor jou?
Maria Barnas, Hannah Binsbergen. Zij gaan goed met taal om, er zit een sterke energie in, het beweegt mijn lichaam op een positieve manier.

Je bent iemand die iets te zeggen heeft, ik heb het idee dat jij nog lang niet ‘uitgesproken’ bent. Hoe zie je dat zelf?|
Ik hoop mijn schrijverschap verder te ontwikkelen, mijn gedachten en gevoelens scherper te formuleren en mijn behendigheid in taal te versterken. Zodat ik een sterke basis krijg om mij uit te spreken over onderwerpen die mij na aan het hart liggen.

Ik heb je bundel uiteraard gelezen. Het verrassende vind ik dat ik ondanks het soms confronterende taalgebruik een zachtaardige en kwetsbare dichter zie die soms in conflict lijkt te zijn met zichzelf.  Is schrijven helend voor jou?
Ja, het schrijven heeft mij heel erg geholpen om mijn transgender zijn te accepteren. En wat mij het meest verbaasd heeft, is om in contact met anderen eerlijk te kunnen zijn over mijn gevoelens. Dat is het meest waardevolle dat ik door het schrijven van de bundel heb gekregen.

Je bundel is heel goed ontvangen en dat is veelbelovend. Er zitten eigentijdse thema’s in zoals al besproken in Meander door Maurice Broere. Vind je dat poëzie toegankelijk moet zijn?|
Ik ben een groot fan van hermetische poëzie zoals Lucebert, Verhagen, Schierbeek. Poëzie hoeft voor mij niet per se toegankelijk te zijn, poëzie kan heel veel dingen zijn. Maar ik ben beïnvloed door gesprekken met Tjitske Jansen, toen ik les van haar had. En ook door de poëzie van Dennis Smit, die ik respecteer, en Justin Philip Reeds die veelal over herinneringen, gebeurtenissen en ervaringen in een heldere taal schreef. En dat vond ik belangrijk voor mijn queer ervaringen, hierover schrijvend wilde ik niemand uitsluiten door het gebruik van hermetische taal.

We hebben in Meander de rubriek ‘Wat maakt een gedicht goed?’ Wat is jouw visie?
Originaliteit is voor mij belangrijk, daarna het gebruik van taal, klank muzikaliteit, ritme, harmonie en melodie. Dit is allemaal belangrijk voor een goed gedicht.

Je hebt ook een tijd in Engeland gewoond. Schrijf je ook Engelse gedichten?  Heeft dat je werk beïnvloed?
Ik heb heel lang Engelse gedichten geschreven en ik heb hip hop in het Engels geschreven. Ik denk dat het zeven jaar wonen in Engeland mij zeker beïnvloed heeft. Ook omdat ik geen Nederlands hoger onderwijs heb gevolgd, betekende het schrijven van een poëziebundel op mijn 27ste ook meteen dat ik weer in contact kwam met de Nederlandse taal.

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
Ik hoop mooie dingen te kunnen blijven maken, dat ik me blijf ontwikkelen, en met nog meer leuke mensen in contact kan komen.

 

Drie gedichten uit de bundel Mythen en Stoplichten

Avonden

Een dode koning klimt door mijn slaapkamerraam
fluistert mijn naam, Katrina, en legt zijn zwarte fluwelen kroon
versierd met gouden olifanten en manen op het dekbed.
Hij streelt mijn bovenbeen en klompvoet.

Ik staar naar de berken, omsloten
door het suizen. De wind wiegt en sust ze in slaap.
De dode koning ruikt naar mirre en zijde.

Mijn lakens heb ik maanden niet gewassen.
Ze zijn versleten zoals het behang.
Hij reciteert een gebed in een taal die ik niet versta
neemt mijn borst als een weg in zijn hand.

De nacht is een zwarte ros die door mijn hijgen galoppeert.
De schaduw van de dode koning neemt de vorm aan van de slaapkamer
mijn schaduw ligt in de zijne.

De dode koning vertelt een verhaal in een taal die ik niet spreek.
De klanken worden een lichaam dat ik bewoon.

Ik streel zijn donkere huid.
Hij laat zijn kroon achter en klimt door het raam.
Ik grijp naar zijn met goud geborduurde mantel
die wegglipt tussen mijn vingers.

Ik wacht alle nachten
bak perziktaarten, biddend voor zijn terugkomst.

Voor het slapen maskeer ik mijn lichaamsgeur met CHANEL Coco Mademoiselle.
Toch slaap ik lang en vredevol, omdat ik telkens over hem droom.
Metamorfose

Decennia later spruiten mijn bekken uit de rotsen
vloei ik voort als scheuten.
Mijn verlangens zijn wilde kruiden
die aan de bergvoet bloeien.

Ik denk terug aan mijn vriendjes:
hun slechte adem, hun sporadisch klaarkomen.
Ze betekenden ooit zoveel voor mij.

Ik wachtte jaren op de hoek op klanten
alle stoplichten gloeiden als totempalen
de hemel hing als een slappe fallus aan de nacht.
Hij sloeg een wolk uit me

Ik trek een gordijn open, mijn siliconen borsten
en half stijve pik zichtbaar.
Ik dacht: er zijn getuigen, hij is niet dom.
Hij houdt wel op, hij vlucht wel weg.

Zijn mes ligt op mijn witte satijnen lakens.

Een jongen bij het padelveld
in een blauwe korte broek
staart naar mijn naakte kont
mijn blote voeten in de vorst.


112
aan
de
lijn

‘Wat is u adres, mevrouw?
Oké, we verbinden u door.’

 

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...