Hans Franse (1940) gebruikt zijn poëzie vaak om zijn gevoel te maskeren: er zijn toch momenten dat zijn gevoel de overhand heeft, wat in de gedichten is terug te vinden. De wat speelse man is, dan zelfs met een glas wijn in de hand, een romanticus die de gevoelens ondergaat van verdriet, ontroering en vooral van schoonheid van de kunst en het landschap. Vriendschap, mededogen: hij verstopt het vaak in ironische teksten, maar soms ontkomt hij niet aan een oprechte weergave ervan. Niets voor niets verbergt hij zich vaak achter een masker van een personage uit de Commedia dell’arte.
Hij publiceerde 7 bundels en 7 prozawerken. Hij werkt aan zijn op één na laatste bundel, die moet gaan heten Zelfportret met woord. Hij verblijft al meer dan 30 jaar in Italië, maar is ook veel in Frankrijk te vinden.
foto © Andrea Vonk
(WEEMOEDIGE) GROETEN UIT ITALIE
–
Het heimwee eiland is bereikbaar
over de gestolde tranen van een huilende vulkaan.
Brem en bougainville bloeien op de zwarte lava,
diep donkerrood als wijn, lichtend geel als de citroenen
op de zwarte hard geworden ondergrond.
–
In de voetstappen van Odysseus
loop ik langzaam in de lome zon.
Langs de smalle straten bloeien sinaasappels,
de bloesem waait
waar een keizer ooit kastelen bouwde.
–
Ik drink alles in, dichter bij de wijn,
de volle rode, de fruitig witte:
de tranen van het heimwee eiland,
groeiend tussen de tempels van weleer.
Het heimwee houdt mij knagend uit mijn slaap.
–
–
*Sicilië
–
Lichtgetinte jongens worden zeeschuim
als hun wrakke boot aan het zinken is.
Zij vrezen de zee niet:
hun ultieme toekomst lijkt
blij drijven achter een einder.
Maar zachte waterhanden
kunnen verstikkend wurgen
en trekken hen mee naar
het huis van Neptunus.
–
Hebben ze het huis uitputtend bekeken
worden ze zacht naar buiten geleid,
spoelen ze aan, één voor één,
gewiegd door de branding.
–
Er is geen strand,
mensenhanden bewijzen
hen de laatste eer
tot in de krochten van Poseidon.
–
Het eiland stinkt al naar te veel dode mensen.
Neptunus had tenminste nog een huis.uit De lof der Espresso (Liverse, 2018)
–
voor de slachtoffers van de aardbeving in Umbrië en de Marche
–
De stem van moeder aarde
kan zijdezacht zijn
een heldere stem die vertelt en
het vruchtbare lied zingt
van de bomen die buigen onder fruit,
van de liefde, van het geluk,
van de rustige vreedzaamheid
in de dorpen vol liefde voor het leven
tussen de valleien en de bergen:
er was eens…
–
Maar ineens, onverwacht,
verandert de zijdezachte stem
en moeder aarde vermomt zich
in een strenge tierende moeder,
haar stem weergalmt tussen de valleien
en de bergen, de stenen vallen,
de rotsen worden gespleten,
liefde en leven storten in.
De keiharde verwoestende stem zingt
over de wraak die nieuw evenwicht zoekt.
Zij blijven achter, ver, ver weg,
zij blijven alleen.
–
Laten wij samen zingen,
wordt één met ons verdriet,
proef onze tranen en
zing voor ons met een zijdezachte stem.
–
Gedicht geschreven als bijdrage voor een inzamelactie tbv. de slachtoffers. Oorspronkelijk in het Italiaans geschreven, ook vertaald in Frans, Engels en Nederlands, opgenomen in Het Umbrisch Getijdenboek/Le ore canoniche Umbre (Era nuova/Perugia, 2021)
–
Een Hollander in te lange korte broek
neemt zijn zachte cappuccino
op de verkeerde tijd en onjuist ogenblik:
de koningin van het zachte wakker worden
gladde, opgeklopte minnares
van de brioche met het chocoladehartje
door de barista kunstzinnig uitgestrooid,
zonsopgang van aroma wordt
de slons van de namiddag
en de uitgezakte del van de late avond.
Maar jij, Espresso, Siciliaanse bruinzwarte vriend,
waterkrachtcentrale van de aldag,
dagsluiter na het avondmaal,
verheven ongekend meesterwerk
van hoge druk en zuiver water
en een brand die bonen verzengt,
maakt zelfs te lange korte broeken aantrekkelijk.
–
uit De lof der Espresso (Liverse, 2018)–
KWATRIJN VOOR MARJOLEIN
–
We hadden een picknick op een Romeinse fontein,
het was een uur of één, niet heel veel later.
We dronken droge witte wijn;
achter ons spoot het natte water.
–
Omhang ons met een huik
naar de windstilte
als de zuilen kruipen
naar het einde van het licht
om deze avond tijdloos
en eindeloos te maken.
–
Neptunus knikt goedkeurend
vanaf zijn donker wordend tympanon,
de zon daalt soepel in zijn woning af
en verlicht het transparante dak.
–
Dan fluit de wind met een rietfluit,
even, heel even, een huivering:
de huik hangt naar de wind
van de terug sluipende tijd.