LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Wie zit er achter het podium (1)?

30 okt, 2023
door Alja Spaan

 

Catelijne Beijst Lohoff plakte de naam van haar moeder -Lohoff- aan de hare, voor in de dichterswereld, omdat zij het dichterlijke van haar kreeg.
Zij heeft anderhalf podium; het mooiste podium dat ze organiseert en presenteert is Poetry Musica op het Einde van de Wereld, Javakade 61, Amsterdam, waarvoor ze elke tweede woensdag van de maand zo’n zeven of acht dichters en troubadours uitnodigt. Het is in een bootrestaurant dat geheel door liefhebbers wordt bestierd. De performers krijgen een warm onthaal, een heerlijk maal, toetje en seamiles (dat is de munteenheid voor performers). Er is een zeer toegewijde geluidsman, Niels Nelis Digitalis, en goede belichting en versterking. Meestal zijn er iets van veertig aandachtige toehoorders.

© foto Andre Homan

Wanneer begon je met het organiseren van poëziebijeenkomsten? En waarom?
Ja, dat is een heel verhaal. Een vriendin organiseerde daar soms een dichtersavond en die vroeg of ik het een keer voor haar verjaardag wilde organiseren. Dat wilde ik wel en ik bleek veel dichters te kennen uit een voormalig kunstenaarscollectief, In de Etna geheten. Het beviel me heel goed en ik besloot het vaker te doen. Ik ben er in 2010 mee begonnen.

In het begin deed ik alles in m’n uppie: licht, geluid, presentatie en dan ook nog filmpjes maken. Nu doet Niels licht en geluid. Er is regelmatig een goede hoffotograaf, die meesterlijke foto’s van de avonden maakt: André Homan.

Wat onderscheidt jouw podium van dat van een ander?
Het is een toplocatie met een hele fijne sfeer in het ruim van een boot. Er is een gevarieerd programma, waar serieuze, humorvolle, kunstzinnige en leuke gekke dingen voorbijkomen van beginnende performers tot en met flink bekenden met grote namen.

Zijn er voorwaarden om mee te doen? Stel je voorwaarden aan het publiek?
Ik nodig de performers uit, dat is vaak een behoorlijke klus en dat doe ik op intuïtie en gevoelsmatig. Het is geen open podium, maar mensen mogen mij altijd benaderen als ze willen komen voordragen. Het publiek is aandachtig, wat ik ook van ze vraag en als ze willen lullen, dan gaan ze maar naar buiten.

Kun je een bijzonder optreden noemen?
Ja vele, waar moet ik beginnen? Bijvoorbeeld Diana Ozon, Ronald M Offerman i.m., Tsead Bruinja, Lucky Fonz lll, Fay Lovsky, Def P, Paul Pleijsier, Hans Plomp, Saskia Laroo & Warren Byrd, Pom Wolff samen met Bjorn van Rozen, Max Lerou en divers aanstormend talent, zo was de jongste dichteres Dagmer Dimer Koolwijk 10 jaar.

Denk je wel eens aan stoppen?
Ja, maar zo lang als het gaat blijf ik het doen, ook al moet ik strompelend het podium op.
In december gaat Improv XL het een keer van me overnemen, dat hebben ze al een keer eerder gedaan en dat voelde heel fijn.

Waarom heb je zoveel met poëzie?
Eigenlijk weet ik niet precies hoe het ontstaan is, met sinterklaasgedichten denk ik, die vloeiden zo uit m’n pen en een fijne leraar Nederlands. Eind 70er jaren ging ik ook naar de nacht van de poëzie, in de Melkweg destijds, helemaal vanuit Arnhem en een avond in Velp/Rheden, waar o.a. Johnny van Doorn en Simon Vinkenoog voordroegen. Ik zou niet meer weten waar die fascinatie precies vandaan kwam. In de Etna werd er nieuw leven ingeblazen en Het Woord in Ruigoord is ook een heel fijn podium

Zou je zelf willen optreden of doe je dat al?
Ja dat doe ik af en toe, maar dat wordt wat minder. Toevallig heb ik maandag 2 oktober nog voorgedragen.

 

Twee lievelingsgedichten

Jij bent de mooiste

De stad die ik lief heb al zovele jaren
Waar ik geboren ben en ook weer zal sterven
Waar ik verander maar toch blijf wie ik ben
Daar ben ik gevonden als een stuk wrakhout in de haven
Ik dobberde door de grachten en over het IJ

Ik dwaalde door de stad
Met zijn torens en huizen zijn grachten en straten
En hoeveel ik ook houd van elk park en plein
En hoeveel ik ook houd van elk mens dat er woont
Het mens waar ik het meeste van hou dat ben jij

Ik heb het land doorkruist om je te vinden
Op zoek naar een mens dat mijn liefste zou zijn
Maar jij hebt mij gevonden hier om de hoek
Waar ik zat in de kroeg en zoop als een tijger
De wereld, mijn land, mijn stad vind ik mooi

Maar het mooiste dat ben jij

© Ronald M. Offerman
uit Niets te lachen, opgenomen in de verzamelbundel De Dikke van Offerman, Amsterdam 2017
Egeltje

Ik zag je in de tuin
en had je meteen lief
melk had je niet zo’n boodschap aan
maar water nam je voor lief
je scharrelde rond in de kamer
ik nam je toen op schoot
je had zulke zachte stekeltjes
ik streelde ze devoot
je voelde warm
en liet me maar begaan
je oogjes werden slaperig
we zijn naar bed gegaan
samen gaan slapen
lijf in arm arm in lijf
gelukkig met elkaar

maar ‘s ochtends was je niet in bed

oh hemeltje opgelet
je zat in bad
en had
je toilet
als egel al gedaan

© Catelijne Beijst Lohoff

     Andere berichten

Interview Gerard Scharn

‘Helaas is het zo dat poëzie alleen gelezen wordt door poëzieliefhebbers.’ - door Alja Spaan - Gerard Scharn (Gemert, 12 oktober 1946) is...