‘Reizen op een woord’
door Inge Boulonois
In het najaar 2023 verscheen Elke dag vers. 365 liedjes, gedichten en meer, de nieuwste bundel van dichter, liedschrijver, componist en zanger Rikkert Zuiderveld. Uitgeverij Ark Media maakte er een boekwerk van dat je met plezier ter hand neemt. De witte, kloeke hardcover telt maar liefst 380 bladzijden en heeft een leeslint zodat je elke dag een verse tekst kunt savoureren, maar er natuurlijk ook at random in kunt grasduinen.
Aan kwaliteit en variëteit qua vorm en inhoud van zijn poëzie geen gebrek. Zuiderveld is een vakkundig versificateur, of hij nu een sonnet, de ervan afgeleide sonnettette en sonnettine, een ollekebolleke, trijntje fop of limerick creëert. Voor wie niet in deze materie thuis is: de versvormen staan beknopt in de inleiding beschreven.
Naast de vaste versvormen herbergt de nieuweling liedteksten en oneliners. De inhoud van de bundel is echt des Zuidervelds. Doordat hij zowel light verse als het christelijk geloof koestert, neemt hij in poeticis een aparte positie in. De twee genres beschouwt hij als loten aan dezelfde stam: de taal, het woord en het Woord. ‘Alles is door het Woord geworden’, zo expliciteerde hij in een interview eerder in Meander.
De systematisch opgebouwde bundel opent met een reeks van zeven sonnettetten, ook wel snelsonnetten of speedsonnetten genoemd, gevolgd door sonnettines, ollekebollekes etc. De gebonden verzen staan telkens op zeven bladzijden bij elkaar. Onder de eerste snelsonnettenreeks bevindt zich het geestige ‘Boerenkool’, waarin de kruisbestuiving van geloof en ironie iets bijzonders tot iets profaans maakt, en andersom…
ons hart, ons huis en wat we zwijgend delen,
de krant, de koffie, kleine rituelen,
de zegen die ons hier is toebedeeld.
–
De pan op tafel in de bruiloftszaal,
de boerenkool een heilig avondmaal.
De fraaie, in totaal bijna vijftig sonnettines in dit boek zijn gewijd aan Bijbelse personages; grosso modo speelt humor er een veel geringere rol dan in de andere versvormen. Het gedicht over de aartsvader releveert het gewicht van het woord.
–
Het zal je maar gebeuren dat je hoort
dat je miljoenen kinderen zult krijgen.
Je telt de sterren, kunt alleen maar zwijgen;
een mond is zoveel kleiner dan een woord
–
waarvan je weet: dit heeft geen mens gesproken,
maar Hij die is. Die ook jouw reis begon
naar vruchtbaar land voorbij de horizon.
Al breek je zelf, het woord blijft ongebroken.
–
Geloof? Ach, iets anders is het niet
dan reizen op een woord. Niet wat je ziet.
Vanzelfsprekend bevat de bundel ook een aantrekkelijke, flinke dosis light verse pur sang.
–
Huisvaders, opgelet!
Denk aan het vrouwenrecht,
nύ is het rolpatroon
anders dan toen.
Solliciteer naar de
emancipatieprijs
laat ze maar zélf al die
rotklusjes doen.
Cabaretliedjes, kinderliedjes en liedteksten zijn in aparte groepjes ondergebracht. Cabaresk als voorbeeld is ‘Het bakkenlied’ dat op kostelijke wijze het scheiden van afval ridiculiseert. Onder liedteksten bevinden zich ‘De minnepijnboom’, een al in 1966 voor Martine Bijl geschreven lied, en het voor Lenny Kuhr bedachte, fraaie ‘De beste dagen’, wat je op YouTube kunt beluisteren.
Het aantal fops is, evenals het aantal sonnetten, beperkt. (Liefhebbers van Zuidervelds klinkdichten kunnen hun hart ophalen aan het prachtige, in 2022 uitgekomen Sonnetten bij de tijd. De ollekebollekefans echter worden rijkelijk toebedeeld; veel gedichten bestaan zelfs uit twee bollekes. Zuiderveld trakteert hen op spitsvondige, woordspelige OB-woorden – de befaamde zeslettergreepwoorden op de zesde regel – als: apparatureluurs, cellofaneermanie en Giacometti-lijf. Het valt me op dat hij, mogelijk als beeldmerk van eigenheid, de conventionele witregel tussen regel 4 en 5 achterwege laat in deze door Drs. P in Nederland geïntroduceerde versvorm. (In De dikke Rikkert, zijn eerste bloemlezing, was dat ook al zo.)
–
Sollicitatieplicht!
Ik naar de AMRO-bank,
prettige werktijden,
nuttig gesprek:
‘Doet u mij ook maar zo’n
megavertrekbonus,
als ik de volgende
maand weer vertrek!”
Onder de oneliners bevinden zich kernachtige, grappige aforismen als: ‘Zelfvertrouwen is een nuttige vorm van bedrog’, ‘Het land van Overvloed: van Teveel kun je nooit te Weinig hebben’ en het ludieke: ‘Hoe eenzaam is de stille drinker / want hij mist een mede-klinker’.
Elke dag vers bevat juwelen van zinnen, zoals: ‘Je blijft nog eeuwig jong: / genade als een sneeuwvlok op je tong’, een zin die bij mij de eveneens magnifieke regels over sneeuw van Guillaume van der Graft evoceert: ‘er ligt vergeving op de daken, / er is een toekomst buiten mij’. Een andere schitterende parel vind ik ‘Verdragen’, waarin het lyrisch-ik een ontroerende ervaring van het in de spirituele wereldliteratuur bekende fenomeen van innerlijk licht verwoordt.
doorsnijdt het donker van de laatste dagen,
dwars door mij heen. Ik kan het niet verdragen,
geef mij gewonnen met mijn ogen dicht.
–
Tot ik ze opendoe. Ik schrik ervan
hoezeer ik straal, hoever het dragen kan.
Uiteraard staan er ook een paar mindere verzen in. Bij een grap over een countertenor en een uitgeschoten scheermes vermoed ik dat de dichterspen uitschoot… Of het nu over muziek, anorexia, vakantie, burendag, sport, internet of liefde gaat, Zuiderveld liet er zich door inspireren. In zijn maatschappijkritiek kaart hij, zoals in ‘Bank’ hierboven, graai- en hebzucht aan. Elders hekelt hij narcisme, praatzucht, megalomanie, machtsmisbruik, onrechtvaardigheid en wat al niet. ‘De leugen en de waarheid / zijn gaandeweg vertrumpt’, ‘meneer wereld is ziek’, zo getuigen zijn liedteksten. Zelfs de biblebelt krijgt ervan langs, op spitsvondige wijze, omdat men ‘de halve waarheid zingt op hele noten’.
Elke dag vers vormt een boeiende samenklank van geloof en luchtigheid. Bijbelse noties, metaforen en symbolen, motieven als de verloren zoon, de ark, vergeving en genade passeren de revue. Het zware dat geloof soms aankleeft wordt door luchtigheid verteerbaar gemaakt, zonder dat dit m.i. ten koste gaat van de diepte en gelaagdheid die inherent is aan het christelijk geïnspireerde literatuur. In het voorwoord drukt de dichter de hoop uit dat dit boek de lezers ‘tot enige vorm van overpeinzing, ontroering, glimlachen of vreugdedans’ brengt. Wat mij betreft is hij daar absoluut in geslaagd.
De laatste afdeling van het boek herbergt veertien fops. Als afsluiting van deze bespreking het geestige ‘Lieveheersbeest’. In de inleiding van Elke dag vers verklapt Zuiderveld dat de diergedichten in deze bundel als appetizer fungeren voor een nieuwe hoofdmaaltijd: ‘een te verschijnen bundel met nog veel meer beestenspul’. Iets om reikhalzend naar uit te kijken!
ligt graag te bakken in de zon,
waarbij na korte tijd (dat spreekt)
haar mooie schildje wat verbleekt.
gelukkig heeft zij lippenstift
waarmee zij dan haar stippen lift.
____
Rikkert Zuiderveld (2023). Elke dag vers – 365 liedjes, gedichten en meer. Uitgeverij Ark Media, 365 blz. € 24,99. ISBN 9789033803734