LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Karel Wasch – Tegelijkertijd

20 mrt, 2024

Sentiment

door Jan van Gulik




Karel Wasch (1951) neemt ons in Tegelijkertijd mee op een reis ‘vol verwondering, melancholie, weemoed en liefde’, zo lees ik in het voorwoord van Dettie Hengeveld. De dichtbundel bevat 25 gedichten, verdeeld over zes afdelingen. Vooral de afdeling ‘Claudia (want liefde bestaat echt)’ valt op, aangezien deze afdeling enigszins afwijkt van de overige afdelingen. Wasch bezingt in deze afdeling zijn liefde voor Claudia. Het levert zoete gedichten op, waarin de geliefde onder andere wordt geduid als ‘wonderschone troostprinses’ met ‘lippen / als Anita Ekberg’.

In de overige vijf afdelingen zijn het vooral de melancholie en de weemoed die de boventoon voeren. Af en toe verzandt de dichter in zurigheid, bijvoorbeeld in de slotstrofe van het gedicht ‘Alles keert terug’:

(…)
Voorlopig moeten we genoegen nemen met
dit café vol jongeren met
laptops, die ongeïnteresseerd loeren
naar hypotheekrente gezeten aan
formica tafeltjes.

[p.12]

Allereerst vraagt deze jonge recensent zich af wie de ‘we’ is, die Wasch in dit gedicht aanduidt. Indien ik deze ‘we’ interpreteer als oudere generatie, stuit ik op het feit dat deze generatie ‘genoegen’ moet nemen met de ongeïnteresseerde houding van jongeren. Waar is de verantwoordelijkheid om te begeleiden en op te voeden gebleven? Tot slot vind ik het beeld eenzijdig. Oudere laptopeigenaren weten net zo goed de koffietentjes te vinden.
Buiten dit zure voorbeeld gerekend, weet Wasch de thema’s melancholie en weemoed in een aantal gedichten op ontroerende wijze te concretiseren. Het gedicht ‘Betekenis’ op pagina 13 is hier een mooi voorbeeld van:

Betekenis

Als kind had ik eens een ervaring
met het woord plaats, ik weet nog goed
ik lag in bed herhaalde plaats, tot het
niets meer betekende, mij angstig maakte zelfs.
En ik wist dat plaats, niets met welke plaats dan ook
te maken had. Misplaatst was het, een lege huls.
Het woord was daar gesneuveld, had iedere
betekenis verloren, dit is een bekentenis.

Ik gooide het op als een dobbelsteen, die
nimmer op het juiste cijfer meer kon landen.

Ik brandde er mijn vingers aan, herhaalde
avonden lang het spel met andere woorden,
die zich allemaal spoedig ontpopten als
ware plaaggeesten, totdat de dwangbuis
van gezond verstand mij redde
en terugbracht naar de landingsbaan
waar alle vaste stof geworden is
of van los zand aan elkaar hangt, meer
had ik niet verlangt van de wereld achter
klank, het spel was niet ten einde, maar de
regels kon ik niet meer vinden.

Nu laat ik de betekenis voor wat het is
een sterk beslagen ruit en trek er
met de klank op uit.

[p.13]

Het gedicht opent met een beeldende scène, een jeugdherinnering. Het kind ligt in bed en herhaalt het woord ‘plaats’, zo vaak dat het op een gegeven moment geen betekenis meer draagt. De scène eindigt met een oordeel: ‘Misplaatst was het, een lege huls.’. Deze typering is werkelijk meesterlijk, poëzie op z’n mooist. Het woord ‘misplaatst’, waarin het woord plaats ligt opgesloten in de bestanddelen ‘mis’ en ‘t’, is werkelijk een lege huls. Je zou zelfs nog kunnen redeneren dat het overgebleven ‘mist’ (misplaatst zonder plaats) bevestigt dat we ons in niemandsland begeven. Het woord ‘plaats’ heeft geen betekenis meer. Het concept is onhelder, bedekt door de mist.

Het spel van herhaling dat woorden doet sneuvelen, breng het lyrisch ik in de war. De betekenisloze woorden vliegen hem als ‘plaaggeesten’ om de oren. Enkel één fenomeen weet het lyrisch ik te kalmeren: de klank. De dichter zet deze ontdekking kracht bij door middel van klankrijke regels. Wasch gebruikt tussenrijm, ‘zand’, ‘hangt’ en ‘verlangt’, én assonanties als ‘achter’ en ‘klank’. Hierdoor wordt het belang van de klank versterkt.

Veel van de gedichten in Tegelijkertijd hebben eenzelfde structuur als het gedicht ‘Betekenis’. De dichter vangt aan met concrete beelden, een kind dat in bed ‘plaats’ opzegt bijvoorbeeld, en werkt naar een climax toe, een strofe waarin het gedicht een wending neemt. Deze wendingen nemen verschillende vormen aan. In ‘Betekenis’ komt het lyrisch ik tot inkeer: ik ga er met klank op uit. In het gedicht ‘Aura’ op pagina 30 sluit de dichter af met een opdracht: ‘Blijf van heroïne af’. Deze wendingen zijn interessant, ze amuseren of zetten aan tot denken.

Tegelijkertijd is een unieke bundel, waarin dichter Wasch voornamelijk de thema’s weemoed en melancholie goed weet te vangen. Hij gebruikt hiervoor onder andere (jeugd)herinneringen. Deze (jeugd)herinneringen verbindt hij in een aantal gedichten, zoals in ‘Betekenis’ en in ‘Inzicht’ op pagina 43, aan het hier en nu. Vooral deze gedichten vind ik zeer de moeite waard. Ze bieden volgens mij inzicht in de boeiende reis van een dichter met ervaring.

Karel Wasch (2024). Tegelijkertijd. In de Knipscheer, 50 blz. € 18,50. ISBN 9789493368071

     Andere berichten