LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Wie zit er achter het podium (7)?

26 mrt, 2024

‘…dat de dichters zich gezien en gehoord weten, maar dat wij als festival ook worden gezien.’

door Monique Wilmer-Leegwater


 

Het poëziefestival op Hemelvaartsdag wordt georganiseerd door de stichting Haarlemse Dichtlijn en een handvol ‘dichtregelaars’. Marten Janse, voorzitter, en Anneruth Wibaut, portefeuillehouder kwaliteit, voeren namens de organisatie het woord. Beiden zijn zelf ook dichter en hebben iets met taal. Marten was beleidsambtenaar en onderzoeker, heeft een wandelcoachpraktijk en is content manager bij de stichting Melania. Anneruth zat meer dan 30 jaar in het basisonderwijs en gaf 10 jaar les aan de Hogeschool Inholland. Daarnaast schreef ze een roman over haar verzetsouders, hun trauma en haar tweedegeneratieproblematiek. Marten promoveerde hierbij van schrijverscoach tot haar uitgever.

Hemelvaart 9 mei is het weer zo ver: Haarlemse Dichtlijn editie 2024.

foto © Frans Klaver

Op 9 mei, Hemelvaartsdag vindt de Haarlemse Dichtlijn plaats. Wat maakt jullie podium zo bijzonder en op wat voor vlak onderscheidt het zich van andere podia?

(M) Ja, we organiseren een festival met 100 dichters die in 3 rondes op 6 parallelle podia voordragen. De podia staan op mooie en onverwachte plaatsen in het centrum van Haarlem dat vanwege z’n rijke cultuurhistorische architectuur een bijzonder decor vormt. De start is in de Bavo op de Grote Markt en daar zijn we bijzonder gelukkig mee en ook wel een beetje trots.

(A) Wat ons festival zo uniek maakt, is dat we niet selecteren; iedereen mag meedoen! Als je je dichter voelt en op een podium wilt staan, ben je welkom. Deelname is op volgorde van inschrijving, vol is vol. We maken blokjes van maximaal 10 dichters per podium per ronde. Iedere dichter doet drie gedichten. En in de variatie van dichters, toont zich de kwaliteit van het festival. Elk blokje is leuk voor het publiek.

Wanneer begon je met het organiseren van deze poëzie bijeenkomsten? En waarom?

(M) Haarlem kent een groot aantal culturele activiteiten zoals een kunstlijn, korenlint, et cetera. In 2005 ontstond vanuit het poëziepodium Woorden in de Waagschaal het idee om ook een dichtlijn te organiseren, een wandeltocht langs tientallen dichters op verschillende plaatsen in de stad. In 2010 is de huidige vorm bedacht, compacter en in drie rondes, zodat de deelnemende dichters ook bij elkaar konden gaan luisteren.

(A) Ik sloot aan toen dat al lang bedacht was. Ik pensioneerde en zocht bezigheden buitenshuis. Ik kan zeggen dat de Haarlemse Dichtlijn wel een beetje een tweede huis is geworden. Memorabel was het eerste festival na corona, toen we allemaal zo hongerig waren naar poëzie, naar het samen luisteren naar voordrachten van elkaar, dat iedereen bleef zitten tot het eind, terwijl we eigenlijk nog een soort doorstromingsschema gepland hadden uit veiligheidsoogpunt. Maar nee, we hadden het te zeer gemist.

Zijn er voorwaarden om mee te doen? Stel je voorwaarden aan het publiek of de gasten?

(M) Die voorwaarden vind je op de website. Deelnemers leveren een niet eerder gepubliceerd gedicht aan en een korte tekst waarmee ze kunnen worden aangekondigd. Ook maken ze 7 euro over om mee te mogen doen. Daar staat dan weer een cadeautje tegenover: als dank voor hun voordracht krijgen ze de festivalbundel ter waarde van 12 euro. In deze gelegenheidsbundel staat van iedere deelnemer één gedicht.

(A) Het is een gratis festival voor bezoekers. Daarom verwachten we eigenlijk wel dat iedereen (of ieder stel) een festivalbundel aanschaft. De opbrengst hebben we nodig om ook het volgende jaar weer een festival te kunnen organiseren. Dit kan niet zonder subsidies, maar vaak moet je bij de aanvraag van fondsen laten zien dat je zelf ook investeert met eigen geld.

Kun je een bijzonder optreden noemen?

(M) In de geschiedenis van ons festival vind je mooie namen die hier hebben gestaan: Marieke Lucas Rijneveld, Meliza de Vries en Sholeh Rezazadeh. Ellen Deckwitz, Jaap Robben en Erik van Muiswinkel bij de opening. Jan Kal als deelnemer en erelid van de Haarlemse Dichtlijn.

(A) Maar de kwaliteit zit niet in de grote namen, maar in de differentiatie van deelnemers van jong tot oud, van Gent tot Groningen. Ook de ‘dakloze dichters’ van het schrijfcollectief van Stem in de Stad ontvangen we met open armen.

Werken jullie met een thema en waarom wel/niet?

(A) Dit jaar starten we in de kerk, het is Hemelvaartsdag… Dichters mogen zich laten inspireren door het thema: Hemel. Daar schuilt geen verplichting in, maar sommige dichters gaan aan als ze een opdracht krijgen.

(M) Hemel prijkt straks als titel op de festivalbundel.

Hoe bereik je je publiek? Is het een dag- of avondevenement?

(M) We starten om 12.00 uur. De drie rondes zijn om 13.15 uur, 14.25 uur en 15.35 uur. Om 16.30 uur is het klaar en volgt de nazit bij café Koops. Daar vind je de organisatie voor feedback en complimenten.

(A) Een jaarlang kondigen we het festival aan in onze nieuwsbrieven, op het maandelijkse Poëzie Podium van de Haarlemse Dichtlijn, bij optredens op podia in Alkmaar en Amsterdam, op Facebook en online platforms en via een persbericht naar radio, krant en regionale tv. Sanne Toornstra, nieuwste en jongste lid van onze organisatie, bestookt de socials en Peer van den Hoven stelt als penningmeester geld ter beschikking voor wervende postkaarten. Ook de kwaliteitsboekhandels in Haarlem e.o. wijzen hun klanten op het festival.

Werk je met subsidie? Om je gasten te betalen bijvoorbeeld of om de bundel te bekostigen?

(M) We werken het liefst met gesloten beurzen, maar kunnen niet zonder subsidie voor communicatie, huur en bijkomende kosten. Het is elk jaar een puzzel die we moeten leggen. Peer en Sanne zijn daar samen heel vindingrijk in.

Kun je iets zeggen over je publiek, qua leeftijd bijvoorbeeld. Zijn het lezers van poëzie of de dichters zelf, of een combinatie hiervan?

(A) Haarlem is geen studentenstad… We kijken wel eens jaloers naar Utrecht, bijvoorbeeld. Maar wel een cultureel geëngageerde stad. Ons publiek is divers, maar we zouden best wat meer jongeren willen zien, zowel op ons podium als in het publiek.

Meer jongeren is ook de wens voor het poëziepodium dat wij in Borne organiseren. Soms vragen we heel bewust een jonge dichter om voor te dragen maar dat betekent niet automatisch dat het publiek ook jonger wordt. Hoe zou het komen dat jongeren minder op dit soort evenementen afkomen? Denk je dat er meer een verschuiving plaatsvindt richting een online gebeuren of speelt dan toch de locatie een rol?

(A) Natuurlijk is het leuk als er ook meer jongeren meedoen, maar we moeten het belang daarvan ook weer niet overschatten. Jongeren hebben nu eenmaal hun eigen cultuur, dat hadden wij vroeger ook. Ik gun ze dat. Bovendien zijn er redenen waarom ze niet komen: de tieners moeten naar school of hun sportclub, de twintigers zijn druk met het studentenleven, dertigers met de combinatie van werk en gezin. Toch hebben we dertig- en veertigers die maandelijks komen. En ons festival is toch echt heel divers, je ziet er niet alleen maar ‘oude witte mannen en vrouwen.’

(M)We hadden een middelbare scholier op ons podium, zij had een hele fanclub meegenomen. Ze vonden het allemaal geweldig. Maar ze mogen niet elke maand naar zo’n avond op een doordeweekse dag. Een andere jongere werd door haar optreden en het aandachtige publiek zo enthousiast, dat ze zich meteen opgaf voor een poëziecursus. Helaas is die op dinsdagavond, de vaste tijd voor ons maandelijkse podium.

Wanneer is het evenement voor jou geslaagd?

(M) Eigenlijk is ons festival op voorhand al geslaagd met de mooie locaties en talrijke aanmeldingen. Maar natuurlijk hopen we op succes als resultaat van onze indeling, publiek en dichters die zeggen dat het een fantastisch festival was en dat ze graag weer terug willen komen.

(A) Ja, dat de dichters zich gezien en gehoord weten, maar dat wij als festival ook worden gezien. De poëzie is het waard en Haarlem heeft dankzij ons een uniek evenement met, we zeiden het al, een landelijke uitstraling.

Zouden jullie een (ongepubliceerd) gedicht van jullie zelf willen delen met de lezers van Meander?

er was een kleuter ontsnapt
zei de zevendeklasser
en behendig legde hij zijn twee handen
om de knobbelige deurknop
waar kleine handjes
niet omheen passen
en die dient om
verdere kleuteruitbraak
in de toekomst te voorkomen

kunst hangt niet aan een tak te smeken
pluk mij oh pluk mij eindelijk
kunst ontsnapt aan je goede orde
en smijt zich voor je neer als woedende kleuter

© Anneruth Wibaut
Arno Hintjes

We bouwen het op, de drums
en gitaren, in een strak ritme
Maar het moet hard, we spelen
de zaal plat, de bas beweegt je

Pas dan kan ik zingen, gieren
brullen en huilen, de trilling
van long tot lijf, je hartritme
dat zich buigt naar de ritmiek

Kun je me horen? Ik sterf
zonder je aandacht, bevries
zonder je aanraking, verdwijn
als je mij niet ziet. Ik kan harder

© Marten Janse

 

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...