‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat ze over hoge of diepe onderwerpen gaan, dat je er een heleboel voor moet weten. Omdat alleen zonderlinge mensen gedichten lezen.’
Maar deze gedichten kan een kind lezen!
© Kees Fens in het voorwoord van de verzamelbundel Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is, Querido,1990
–
Vader, hebt u van uw leven
. Al een wereldvlucht gemaakt?
. Nee joch
–
Zijn er wel onder uw auto
. Wandelaars of zo geraakt?
. Nee joch
–
Bent u wel eens bij een mooi groot
. Spoorwegongeluk geweest?
. Nee joch
–
Hebt u wel eens in een wedstrijd
. Op de wielerbaan gereest?
. Nee joch
–
Sloeg u wel eens het record van
. Dansen op de lange baan?
. Nee joch
–
Hoeveel maal bent u gescheiden?
. Bent u ook failliet gegaan?
. Nee joch
–
En bent u nog nooit beroofd óók?
. Schoof u opium, Papa?
. Nee joch
–
Stond u wel eens in de kranten
. Op de foto-pagina?
. Nee joch
–
Toen vroeg Jantje maar niet verder
. Draaide om en greep zijn muts,
Stapte op zijn motorfietsje,
. Dacht: die Pa van mij, da’s pruts.
–
J.P.J.H. Clinge Doorenbos
uit 5 dozijn voor groot en klein, Amsterdam, Becht, z.j.
opgenomen in de verzamelbundel Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is, Querido,1990
–
–
Wat een vader weet
–
Er komt een dag
dat alles omgedraaid zal zijn.
Er komt een dag
dat een vader zo klein geworden is
dat hij in je broekzak past.
–
Soms vergeet je hem,
laat je hem in je broekzak zitten.
Dan komt er iemand, je man of vrouw en zegt:
‘Nou had ik weer bijna je vader in de wasmachine gegooid!’
Soms waai het
moet je een vuist maken
anders waait de kleine vader weg.
Dat moet je oefenen.
Maak je een te harde vuist druk je de kleine vader dood.
Maak je een te losse vuist, dan waait hij weg.
–
De lucht is vol weggewaaide vaders.
–
© Benny Lindelauf
uit Querido’s Poëziespektakel 5 – Er zit een feest in mij, Querido, 2011
opgenomen in Heel de wereld wordt wakker, Gottmer, 2022
–
–
Benny Lindelauf (Sittard, 15 december 1964) is een Nederlands schrijver van kinderboeken, woonachtig in Rotterdam.
Lindelauf studeerde inrichtingswerk aan de Mikojelacademie en dans aan de Theaterschool in Amsterdam. Na te zijn afgestudeerd werkte hij mee aan verschillende (jeugd)theaterproducties, zowel als acteur als als danser.
In 1998 verscheen zijn eerste boek Omhoogvaldag, waarna nog verschillende andere boeken verschenen. Naast kinderboeken schrijft Lindelauf ook teksten voor jeugdtheatergezelschappen.
De historische roman Negen open armen is vertaald in zes talen, waaronder het Tsjechisch en Koreaans. Ook andere boeken zijn in vertaling verschenen.
In 2021 kreeg hij de Woutertje Pieterse Prijs voor Hele verhalen voor een halve soldaat, samen met illustrator Ludwig Volbeda, Querido alsook de Zilveren Griffel (en de illustrator de Gouden en Zilveren Penseel).
Groeien
–
Hartjes in een boom moet je na
twintig jaar niet tien meter hoger
zoeken. Een stam groeit in de breedte,
het hart rekt uit.
–
Bij mensen groeien alleen nagels
en haar almaar door, zelfs nog even
na de dood. Vóór het doodgaan dus
zorgzaam de nagels lakken.
–
Na je twaalfde stoppen de hersenen
met groeien. Dat is nogal ’s merkbaar.
Na je achttiende groei je alleen
nog in de breedte. Dat is merkbaar.
–
En dan droog je uit. Zoals een schip-
breukeling op zee zonder zoet water.
Een oud mens bevat minder water
dan een jong; ze drijven ook beter.
–
Neem één vader en één grootvader
van hetzelfde gewicht. Bind ze zo
stevig vast dat ook de wimpers niet
meer kunnen roeien. Vader verdrinkt
–
eerst dan opa. Wie een baan als
schipbreukeling wil, wacht dus best
zo lang mogelijk. Ondertussen kun je
misschien toch maar beter leren zwemmen.
–
© Daniel Billiet
uit Als de banaan zich kromt, Bakermat 1994
opgenomen in Heel de wereld wordt wakker, Gottmer, 2022
–
–
Daniel Billiet (Gent, 17 april 1950) is een Vlaams schrijver, dichter, scenarist en leraar.
Daniel Billiet begon zijn carrière als leraar Nederlands en Engels in het secundair onderwijs. Later is hij gestopt met lesgeven om nieuwe technieken te bedenken voor het brengen van poëzie in de klas. Ondertussen is hij voltijds schrijver, omdat “lesgeven zo tijdrovend is en er daar buiten nog een heel grote wereld naar mij ligt te lonken”. Naast het schrijven, promoot hij al jaren geestdriftig het betere (jeugd)gedicht. Hij geeft lezingen over jeugdliteratuur, meer bepaald over jeugdpoëzie. Zijn ideeën omtrent het functioneren van poëzie op school oogsten veel bijval. Hij bezoekt zowel basisscholen als universiteiten om over poëzie te praten en vooral om het gedicht in het algemeen te promoten. Op zijn lezingen krijgt hij steeds veel gehoor. Ten slotte is Billiet ook nog docent creatief schrijven.
Daniël Billiet heeft oorspronkelijk gedichten voor volwassenen geschreven. In 1974 verscheen zijn eerste poëziebundel: De rib van Magdalena. Pas later merkte hij dat er nauwelijks poëzie voor jongeren bestond. Daarom ging hij zich meer richten op het schrijven van jeugdpoëzie. Bananenschillen in jeans was zijn debuut in de jeugdliteratuur. Toch richten zijn gedichten zich tot iedereen.
Hij schreef ook een jeugdroman en een prentenboek, werkte mee aan poëziepagina’s in verschillende tijdschriften, organiseerde poëziemanifestaties en stelde bloemlezingen samen. Hij is een van de belangrijkste hedendaagse Nederlandstalige jeugddichters.
Hij won in 1979 de Literaire prijs Stad Gent (poëzie)
foto © Frans Spaan