LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Silke Peeters – Harder dan een zee

22 apr, 2024

‘In kindhouding slijp ik klanken’

door Jan van Gulik




Harder dan een zee is de schone en raadselachtige titel van de debuutbundel van dichter Silke Peeters. Want wat is harder dan een zee? We lezen erover in vijf afdelingen.

De eerste afdeling van de dichtbundel betreft ´Toen wij nog vissen waren´. De afdeling bevat vier beeldschone gedichten over de voorouder, de mens die uit water is ontstaan. Deze voorouder treft het land aan: ´Het leven was rond / omdat we tegen de vlakte / van de verwachting // schuurden.´ (p.10). De schijnbare tegenstelling van rond en vlak vind ik magnifiek. Rond interpreteer ik enerzijds als afgerond. De mens is af, ofwel gevormd. Daarnaast doet ´rond´ me denken aan de uitdrukking ´de cirkel is rond´, wat iets betekent als ´de ontwikkeling is succesvol verlopen´. Het leven verliep dus succesvol, of betekenisvol zou ik het willen noemen. De reden voor dit fijne verloop is de confrontatie met een vlakte. Je kan deze vlakte lezen als het aardoppervlak. De mens nestelt zich op het land en verkent alle mogelijkheden van dit aardse thuis. Daarnaast is deze vlakte een begrenzing van de verwachting: ‘de vlakte / van de verwachting’. Hoe ‘we’ de confrontatie met de vlakte aangaan lezen we een strofe verder, na een spannende pauze. We ‘schuurden’ tegen deze grens aan. Er is dus contact tussen het leven en de verwachting. Het leven is rond, betekenisvol, omdat het bijna voldoet aan de verwachtingen ervan. Leven en de verwachting ervan zijn bijna een en dezelfde. Anderzijds doet ‘schuren’ vermoeden dat er sprake is van wrijving tussen het leven en de verwachtingen ervan. Betekent het dat de verwachting niet wordt waargemaakt? Het laat maar zien dat de gedichten van Peeters als een heerlijke traktatie gelden voor de associatieve denker.

De zee komt ook in de overige vier afdelingen voor als prominent thema. Vaak wordt de zee afgebeeld als een plaats die verwondering oproept. Ik illustreer het aan de hand van een gedicht uit de afdeling ‘Muren en breuklijnen’. In deze afdeling komt een man voor die een muur bouwt van door hem zelf beschilderde stenen. Gezien het gebruik van het bepaalde lidwoord ‘de’ voor man en gezien de hoge mate van analogie tussen de gedichten in deze afdeling, het beschilderen van de stenen komt in verschillende gedichten terug, ga ik ervan uit dat het hier om een en dezelfde man gaat. In het gedicht dat ik zal bespreken, ontmoet de man een kind:

Aan zee ziet de man een kind
dat hem een omgedraaide hoed toont en zingt
over de regen die erin woont

De kunst om uit droogte druppels te toveren,
vult de sterrenhoed van het kind
en schenkt de man een vraag.

Waarom legt hij droogweg avonturen vast tussen muren
als water verhalen verder laat varen dan
de verwachtingen in zijn kamer zonder wolken?

[p.32]

De man treft een kind aan zee. Dat is geen toevallige ontmoetingsplaats, het is een plaats met aantrekkingskracht, zo merk ik op uit de bundel. De vermoeidheid van de stad, hier te merken aan ‘vast tussen muren’, wordt in verschillende gedichten afgezet tegen de rust en het wonderlijke van de zee. De man neemt deel aan de onrust. Hij schildert stadse taferelen op stenen ‘om zijn diepste zuchten / verbeelden’ (p.28). Enkel in gezelschap van deze beschilderde stenen is de man gerustgesteld. Het kind beschimpt deze gewoonte, zo maak ik op uit de vraag die de jongeling stelt in de laatste strofe van het gedicht. Waarom ‘droogweg’, iets als ‘gevoelloos’, schilderen, als de verwondering aan je (natte) voeten ligt? Het kind deelt in de laatste strofe een wijsheid, een paar regels die ik in de context van de bundel opvat als een aanmoediging: verwacht niet, maar geniet van het mooie dat er bijna altijd al was, de zee en de vogels bijvoorbeeld.

Harder dan een zee is een schitterend debuut over vervreemding en verwondering. De titel zou ik verklaren als verwijzing naar het harde leven op het land. De volwassene is ongelukkig door het koesteren van irreële verwachtingen. Enkel het kind heeft nog het vermogen om zich te verwonderen, om de zee te zien. Voor dichter Silke Peeters maak ik overigens een uitzondering op deze regel. Ook zij ziet de zee. Ik zou haar dichterschap willen duiden aan de hand van een regel uit een gedicht van de laatste afdeling ‘Voeten in de aarde’: ‘In kindhouding slijp ik klanken’ (p.53). Uit haar gedichten klinkt verwondering, kind-zijn. Met magische klanken, de alliteratie ‘verhalen verder laat varen’ uit het zojuist besproken gedicht bijvoorbeeld, blaast Silke Peeters de oude zee nieuw leven in.
____

Silke Peeters (2024). Harder dan een zee. Uitgeverij P, 57 blz. € 18,00. ISBN9789464757347

     Andere berichten

Jan Kleefstra – Winterflarden

Jan Kleefstra – Winterflarden

De magie van poëzie door Maurice Broere - - Op de omslag van de bundel Winterflarden staat een vage afbeelding van wat ik vermoed dat het...

Marc Terreur – Ondersteboven

Kabbelend water door Hettie Marzak - - De titel van deze debuutbundel, Ondersteboven, is op zijn kop afgedrukt en gaat vergezeld van een...