LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Klassieker 292 : Mieke van Zonneveld – Nee

21 jun, 2025
door Hettie Marzak

Meander Klassieker 292

Hettie Marzak bespreekt het prijswinnend gedicht ‘Nee’ (2013) van Mieke van Zonneveld (°1989). Een opvallend goed klinkend gedicht dat begint met een intrigerende droom en gaat over volwassen worden, rebelleren tegen het ouderlijk gezag, begeertes najagen en ontnuchterd wakker worden.


NEE


Soms was er een aarzeling. Een kleuter op het strand
die met zijn emmertje uit wassen ging. Ik zei ik ben
niet vies maar toch bedankt. En hij: natuurlijk ben je
vies geworden, overal ligt zand. Ik werd lamlendig
wakker. Op al mijn wegen nooit één teken maar
in dromen worden ze bij menigtes gegeven.
Ooit nam ik niets in acht, ik volgde de bekoring en
zij heeft mij niet meer thuisgebracht. Er is in heel
de wereld nergens vrede, geen vader die mij terug
verwacht, er is in heel de wereld nergens vrede.

Er was iets in mij opgestaan dat niemand wist te
temmen, het joeg mij op, beloofde mij een weelderig
bestaan. Begeerte, zei mijn vader, is de wortel van het
kwaad. Ik leerde dat het waar was maar ik leerde het
te laat, de uitgestrekte leegte vrat me op en heeft me
uitgebraakt. Er is in heel de wereld nergens vrede,
geen vreugde die niet tegenstaat, er is in heel de wereld
nergens vrede. Dit is mijn overtuiging en ik zoek haar
tot op heden in een emmer aan een kleuterhand. Hij
nadert en ik zeg tot in den treuren nee bedankt.




Mieke van Zonneveld (°1989)
uit: Leger, 2017
uitgever: De Bezige Bij

Analyse

Met dit gedicht won Mieke van Zonneveld (°1989) in 2013 de Turing Gedichtenwedstrijd. In 2017 stond het in haar debuutbundel Leger, die in 2018 werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. In datzelfde jaar kreeg Van Zonneveld de Eline van Haarenprijs, een vijfjaarlijkse prijs voor de beste jonge dichteres. Van Zonneveld is christelijk opgevoed en heeft geruime tijd aan Bijbelstudie gedaan. Haar geloof is terug te vinden in de meeste van haar gedichten met talloze verwijzingen naar de Bijbel. Ze is docente Nederlands en was van 2018 tot 2021 stadsdichter van Hilversum.

Dit gedicht begint met de krachtige titel ‘Nee’. Toch is er al meteen in de eerste regel een tegenstelling die deze stelligheid tenietdoet: ‘een aarzeling’. Waarom die aarzeling? De rest van het gedicht geeft daar misschien een antwoord op.

De eerste vier regels blijken een droom, waarin naar voren komt wat het lyrisch ik onbewust allang wist: ‘Op al mijn wegen nooit één teken maar /  in dromen worden ze bij menigtes gegeven’. Dromen zijn betekenisvol: in de Bijbel is er in Genesis 37:5-11 sprake van Jozef die zijn dromen vertelt en daarmee zijn vader aan het denken zet. Ook in dit gedicht speelt de vader een belangrijke rol.

In de droom gaat een kleuter ‘met een emmertje uit wassen’. Hij biedt aan om de ik-figuur te wassen, omdat ze vies is geworden door het vele zand dat op het strand aan haar is blijven kleven. De kleuter roept het beeld op van een klein kind, een naakte mollige putto, zoals je die op schilderijen uit de renaissance- en barokperiode ziet. Het is het symbool van de onschuld, misschien zelfs het Jezuskind, het ‘lam Gods, dat wegwast de zonden der wereld.’ Er zitten meer Bijbelse en religieuze verwijzingen in het gedicht zoals het woord ‘bekoring’ en de uitdrukking ‘Begeerte is de wortel van het kwaad’. In de Herziene Statenvertaling van de Bijbel staat bij 1 Timotheüs 6 vers 10 weliswaar ‘geldzucht’ vermeld in plaats van ‘begeerte’, maar meestal wordt dat geïnterpreteerd als hebzucht in het algemeen, genotzucht, begeerte.

Het verhaal van het lyrische ik dat in dit gedicht verteld wordt, lijkt dat van de parabel van de verloren zoon uit het Nieuwe Testament. Een zoon die het advies van zijn vader in de wind heeft geslagen en de wereld intrekt om zich in het volle leven te storten. Maar hier is er ‘geen vader die mij terugverwacht’, ook al heeft de zoon geleerd dat vader gelijk had toen hij zei: ‘Begeerte is de wortel van het kwaad.’ De verloren zoon of dochter kan hier niet meer naar huis terug, want ‘ik volgde de bekoring en / zij heeft mij niet meer thuisgebracht’. Niet voor niets wordt de refreinregel vier keer herhaald: ‘Er is in heel de wereld nergens vrede’. Ook heeft het lyrisch ik geen vrede gevonden met zichzelf. De ik is wakker geworden uit de droom die ze ‘ooit’ najoeg, de ontnuchtering volgt daarop. Het volle leven heeft geen blijvende bevrediging geboden: het bleek een ‘uitgestrekte leegte’ te zijn waar de ik-persoon niet welkom was en ‘uitgebraakt’ werd.

Dat is de betekenis van de droom. De ik is ‘vies’ geworden, dat wil zeggen: onrein, de sporen van een losbandig, begerig leven zijn als zand aan haar blijven kleven. De ik voelt zich schuldig en veracht zichzelf omdat ze aan de verleiding heeft toegegeven. Heel mooi is het enjambement in de tweede strofe: ‘[…] maar ik leerde het / te laat’, waarmee ook visueel aangeduid wordt dat het te laat was.

Dit gedicht gaat over volwassen worden, rebelleren tegen het ouderlijk gezag, zoals pubers doen, over seksuele initiatie. Begeerte wordt vaak met seksualiteit in verband gebracht. Misschien is het vergezocht, maar het woord ‘lamlendig’ in de eerste strofe zou daar ook op kunnen wijzen: verlamd, verdoofd in de lendenen, seksueel uitgeput na een leven vol uitspattingen.

Daarom ook is er de aarzeling als de kleuter aanbiedt om de ik schoon te wassen: ze weet dat dat niet meer kan. Een volwassene kan nooit meer terug naar zijn kinderjaren; onschuld en onwetendheid zijn voorgoed verloren voor wie zich daarvan heeft afgekeerd. Misschien straft de ‘ik’ zichzelf voor de uitspattingen door het schoonwassen te weigeren.

De ‘ik’ zegt ‘tot in den treuren nee bedankt’. Hier klinkt ook het woord ‘treurig’ in mee: de ‘ik’ betreurt het dat er geen weg terug meer is. Maar de titel van het gedicht geeft al aan welke keuze zij gemaakt heeft.

De laatste drie versregels van het gedicht leveren nog op een andere manier stof tot nadenken: ‘Dit is mijn overtuiging en ik zoek haar / tot op heden in een emmer aan een kleuterhand.’ Wie is die ‘haar’? Is dat de ‘vrede’? De ‘overtuiging’? ‘Vrede’ kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn en ‘overtuiging’ is vrouwelijk, dus naar allebei de woorden kun je verwijzen met ‘haar’. Maar als je al een overtuiging hebt, hoef je die toch niet meer te zoeken? Of zou ze zich graag laten overtuigen door de mening van de kleuter dat ze alsnog schoongewassen kan worden?

Bijzonder aan het gedicht is dat de impasse waarin de ik is terechtgekomen in een klankrijk lied is gegoten – heel ritmisch en muzikaal. Opvallend is de haast wanhopige herhaling van ‘er is in heel de wereld nergens vrede’ dat als een refrein terugkeert. Als het vier keer gezegd wordt, moet het wel diep gevoeld zijn. Een vast metrum is er niet, maar wel kent het gedicht soms jambische versvoeten. De twee strofen bevatten ook veel welluidend rijm, dat verstopt zit doordat de dichter de versregels niet heeft afgebroken op de plaatsen van het rijm. In de eerste strofe zijn dat: ‘aarzeling’-‘ging’, ‘strand’-‘zand’, ‘acht’-‘thuisgebracht’-‘verwacht’. Ook zijn er veel assonanties aan te wijzen, vooral de lange ‘aa’ is prominent aanwezig in de rijmklanken van de tweede strofe: ‘bestaan’-‘kwaad’-‘laat’-‘tegenstaat’-‘uitgebraakt’ waarvan Jeroen Dera al schreef: “De lange /a/ die het centrum van de tweede strofe domineert, vat in zekere zin de geschiedenis van dit hele gedicht samen. Eerst komt het ‘bestaan’, dan het ‘kwaad’, vervolgens is de ‘ik’ ‘te laat’ en tenslotte wordt zij zonder vrede ‘uitgebraakt’.”

Die clash tussen de muzikale vorm en de onthullende droom en impasse maken het tot een bijzonder intrigerend gedicht dat je telkens opnieuw wil lezen. Een poëtisch lied dat geen oplossing biedt, maar wel troost want zijn wij niet allemaal in de ban van ‘begeerte’ en ‘een weelderig bestaan’?

Hettie Marzak
Met dank aan Joost Dancet voor kritische feedback en advies

Bronnen

 

Meander Klassiekers

In deze rubriek bespreken we elke maand een bijzonder gedicht, dat de tand des tijds heeft doorstaan. Of zal doorstaan. Sinds 2000 zijn in deze reeks ruim 200 analyses verschenen. Klik hier voor recente klassiekers, en hier voor een overzicht van de klassiekers vanaf 2000 – heden.

Reageren op deze bespreking?

Neem contact op met de redactie: Xklassiekers@meandermagazine.nlX (verwijder de hoofdletters X uit dit adres)

Zelf een bijdrage leveren?

Mocht u zelf ideeën hebben voor een bespreking, neem dan tijdig contact met ons op: Xklassiekers@meandermagazine.nlX (verwijder de hoofdletters X uit dit adres)

Joost Dancet, redacteur Meander Klassiekers

     Andere berichten