LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Christina Flick – Oceandiva

12 sep, 2025

Een blanco canvas waarop alles mogelijk is

door Hans Puper

 

Oceandiva is het debuut van de Duitse Christina Flick, voor wie Nederlands haar derde taal is. De bundel telt geen afdelingen, maar heeft desondanks een sterke samenhang door de motieven die door de bundel zijn verweven.
De gedichten kunnen op het eerste gezicht wat cryptisch aandoen door het associatieve karakter ervan. Daar komt bij dat Flick geen leestekens en alleen hoofdletters voor een viertal initialen gebruikt. Maar het is eenvoudig in gedachten leestekens te plaatsen en dan blijken de gedichten merendeels uit afgeronde zinnen te bestaan. Die schijnbaar chaotische presentatie van de zinnen en de associaties ondersteunen de inhoud. Vertwijfeling, ontheemding en af en toe een chaos in je hoofd: daarbij passen geen netjes afgeborstelde gedichten. Maar chaos is niet per se negatief. Illustratief is het gedicht waarin de ik-figuur de stad personifieert:

ik mis de stad die ’s nachts haar lijf ontbloot
onstuimig grijs en lang en breed en vies

met struiken takken zielen ruiten die in de winter
breken als wodkaflessen op de stoep van de stad

die tegen beter weten in ergens begint en neon fel verwoest
haar afvalwagens flatgebouwen speeltuinen

kruispunten ringwegen bioscopen
achter- voor- en tussenbuurten haar huid haar rimpels

mijn littekens haar littekens die nijdig als een vergeten
standbeeld doet gul daken zaait onrust ritme kastanjebomen

Op een pagina staan regelmatig twee gedichten: een linksboven en een rechtsonder. Het lettertype van de bovenste is groter dan dat van de gedichten onderaan. Een enkele keer passen die laatste niet op een pagina, want ze variëren van een regel tot twaalf strofen. Ze vormen een commentaar of zijn een voetnoot en zo nu en dan is de relatie tussen beide niet duidelijk – niet voor mij tenminste.

De initialen Z, M, J en I spelen een belangrijke rol in de bundel. Het lijkt om vier vriendinnen te gaan, van wie Z mogelijk haar geliefde is. Een stimulerende relatie is het niet: Z zuigt kersen uit ‘tot er nog maar een schil tussen haar tanden / overblijft hetzelfde doet ze soms met mij’. Ze debiteert ongemakkelijke waarheden, zoals ‘de ene generatie werpt haar machteloosheid / op de andere’, of ‘degene van wie je houdt kun je niet / redden.’ In een van de laatste gedichten blijkt Z overleden te zijn (in de verbeelding van de ik?). De achterblijvers voelen zich bevrijd: ‘we dreven als in de warmte van een willekeurig / gebed en ieder van ons was op een schaamtevolle / manier de meest intense die er bestaat gelukkig’. Het is vergeefs: op de laatste pagina staat in zijn eentje een commentaargedicht, dat je door de plaats rechts onderin en het kleine lettertype bijna over het hoofd ziet: ‘Z op de voicemail / waarom noemen we het verval / niet toekomst.’
De iPhone speelt vaker een lugubere rol. Niet alleen de toekomst, ook het verleden blijkt een probleem. ‘droom, verjaardag (…) via videocall roepen de geesten / wir sind deine geschichte / ze herhalen het onophoudelijk / het duurt dagen’.

Zouden de initialen niet alleen verwijzen naar personen, maar tevens naar geïnternaliseerde stemmen van de ik? Of zelfs ideeën, zoals Z voor Zeit, J voor Jugend, I voor Ich en M voor Mutter? Het associatieve en droomachtige karakter van een aantal gedichten roept die vragen op. Is het volgende een gedachte van de ik? ‘in mildere momenten vraagt M / wanneer ben jij eindelijk een persoon / M wil een kern een centrum vandaaruit / een stem’. Al eerder schreef de ik-figuur over de ‘oceandiva’, een alter ego wellicht: ‘oceandiva iemand die in haar geheel wankelt / en tegelijk vol hoop is / / iemand maar eigenlijk / wij de verzameling’.
Opvallend is dat Oceandiva de naam is van een bedrijf dat schepen exploiteert voor evenementen. Op hun site bevelen de ondernemers hun activiteiten als volgt aan: ‘Onze multi-level schepen zijn een blanco canvas waarop alles mogelijk is. (…) We verbinden de bruisende energie van de stad met de vrijheid van het water.’ Een blanco canvas waarop alles mogelijk is, het samengaan van bruisende energie en vrijheid: dat is het ideaal van de ik! In de stad wordt zij regelmatig aan die vrijheid herinnerd: ‘I stuurt berichten vandaag zat de meeuw / weer op de reling ik gaf haar suiker en thee // ik geloof weer in god en in mensen’. De meeuw verwijst uiteraard naar de oceaan.
In het voorlaatste gedicht zijn de samenstellende delen van het woord omgedraaid: ‘diva oceaan wacht op het vervolg van / jullie / gesprek dagen zijn maar pauzes / om een stem te vinden’. De inzet is hoog, zoals moge blijken uit een gedicht dat de ik citeert. Het is van Louise Glück:

in een wachtkamer op een plastic kruk
op een tijdstip zonder bezoekers
p 245

you who do not remember
passage from the other world
i tell you i could speak again: whatever
returns from oblivion
to find a voice:

from the center of my life came
a great fountain, deep blue
shadows on azure seawater

(Het is grappig dat de zij deze regels in een wachtkamer leest).

Maar ‘sometimes we end up in places / we shouldn’t be / a long way from the ocean’. Regelmatig wordt er verwezen naar een kind. Is dat ook een stem? Het kind in haar? Of is er sprake geweest van een miskraam? ‘ik tel de seconden tussen bliksem en donder / zoals het moment dat mijn ongeboren kind sterft’. Er is ook een paar keer sprake van een ongeluk. Gaat het om verbeelding of een droom? Je komt er niet achter, maar je ervaart wel dat verdriet, pijn en angst een grondtoon vormen in de bundel.

Bij tijd en wijle is zij de wanhoop nabij. Het motief van de hond verbeeldt dat. Een van de gedichten begint met de regel ‘mijn hart is een hond’. Het is een ‘jammerhart’, ‘regenhart’, een ‘vergetelhart / waar geen land is / is geen echo’. Of: ‘ik wil een andere wereld / roept de hondachtige van binnen roept het kind / eines wunden tages gebaart de sneeuw die nu / verandert in regen.’ Het motief is nadrukkelijk aanwezig: al op het mooi uitgevoerde voorplat is een hond afgebeeld die naar boven jankt.

Oceandiva had loodzwaar kunnen zijn, maar Christina Flick wist dat te vermijden door haar stijl en gedachtesprongen, die de lezer volop ruimte geven voor associaties. Het enige minpuntje is de soms te nadrukkelijke aanwezigheid van de motieven, dat had wel wat subtieler gekund. Maar al met als is dit een mooi debuut. Flick zelf heeft haar stem al gevonden.

Christina Flick, Oceandiva (2025). Van Oorschot, 64 blz. €19,99. ISBN 9789028252035

     Andere berichten

Michael ter Maat – Demarcaties

Michael ter Maat – Demarcaties

De grenzen en de ruimte tussen het hier en daar door Paul Roelofsen - - Michael ter Maat (1996) werd geboren in Ethiopië en groeide op in...

Lucian Blaga – De grote oversteek

Lucian Blaga – De grote oversteek

Tussen platteland en grootstedelijkheid door Tom Veys - - De vertaalde bundel De grote oversteek is voor een aantal aspecten bijzonder....