Peter de Volder (Goirle 1958) wil in begrijpelijke beelden een wat absurde werkelijkheid maken. Er mag lawaai in de gedichten. Hij is niet van het cryptische en wil het zacht stemmige liever slechts als het bruikbaar is. Er is eerder werk van hem geplaatst op Meander. Twee keer zat hij bij de laatste 100 van de Turing gedichtenwedstrijd.
Peter woont en werkt in Deventer.
ons huis
met koeienletters op de voordeur: hier waak ik!
onbewoonde huizen zijn over het algemeen leeg
en niet leeg toch winderig, het ruikt er
naar overjarige natte hond die al een eeuwigheid geleden
het krakende pand verlaten heeft.
vanaf elf hoog zien we het plekje dat ons het aanzien wel waard is.
we kunnen zo meteen de Karwei gaan leeg kopen
of wachten we op een daverende prijzenslag?
ik heb bijvoorbeeld twee pallets met spijkers zien staan,
ze kosten niks want hamers zijn al lange tijd uit de mode.
stenen zat.
ballerina’s zijn het mooist als ze opspringen
en met gespitste voetjes wegvliegen.
wat een kracht!
zo moet het worden.
brave mensen
we weten het niet
daarom schrijven we het op.
fleur rijmt op deur,
en nu maar hopen dat de binnenkant van het huis
ook echt spik en span is.
door het vensterglas zien we geen hand voor ogen
maar dat zegt niets – als de avond valt
gaat toch het licht aan.
alle zwarte letters verschijnen dan terug op het papier.
als in een filmzaal, en opeens doodstil.
brave mensen lezen vast niet altijd brave teksten.
dit doen ze misschien doelbewust, om bij de les te blijven.
ik zag een vrouw op een zebrapad dansen
ik zag een vrouw op een zebrapad dansen
met verkikkerde voetjes over het zwart en het wit
trippel trappel.
ik was op slag verliefd en droomde
dat het nooit beter zou worden dan dit.
om een hoek draaide een enorme vrachtwagen de straat in.
een onveilig zebrapad heb ik eerder gezien,
toen ik 10 jaar oud overstak en verongelukte.
daalde de hemel neer.
waar de dode niet allemaal in een paar tellen doorheen moet
om van het leven afscheid te nemen.
voordat ze overreden werd werd ze engel,
om weg te fladderen, ze haakte met een voet
in een spleet van de stoeprand.
toen het voorbij was en al een hele tijd weer stil op straat
danste ze voor mij iedere dag verder.
totdat ik haar vergat.