A la carte
Kraaien vreten hun buikjes
rond, aan het kadaver van een
aangereden eend gaat geen
menukaart vooraf
palingen van de lucht zijn het
vuilnisbakkenrakkers in doodskleed
dan volgen de eksters, het blauw
van hun veren doet koninklijk aan
hun manieren aan tafel echter
bewijzen het tegendeel.
Zoet
Alles ruikt naar chocola
de pepermunt is voor na achten
die mevrouw van nummer 112
steekt een stukje puur
tussen haar kunsttanden, haar
lippen donkerbruin
zelfs de donshaartjes op
haar bovenlip kleven zoetgeurend
aan elkaar als ware het een gel
die een breekbaar gezicht
bij elkaar houdt
Ze likt de lippen, de
mondhoeken krullen,
alles smaakt naar chocola.
Hoe bewaar ik je in woorden?
voor Annemieke
Zal ik je vergelijken met een zomerdag, een
sterrenhemel die me tussen mijn ogen raakt,
liggend op mijn rug in het gras
de ijzige kilte van wat gezegd is
schrijf ik van me af, weg
in schijnbaar warme, rode inkt
hoe grijp ik het nu, hoe leg ik je vast?
zodat later geen verleden tijd lijkt
woorden zijn slechts de voertuigen
van mijn gedachten herinneringen,
ze dragen je met mij mee
ze liggen dáár voor het grijpen waar ik
je wil vinden, waar je naar me lacht
zoals jij alleen naar me kan lachen.
Het houdt niet op
De vragen kwamen later
nadat je al weg was
vergeten waren al je verhalen
en zelfs je stoel zat anders
het water stroomt altijd
naar zee, zei mijn moeder
wees een berg,
schud het van je af, laat
het stromen
mijn natte voeten voelen
nog je handen, stijf
en onbeholpen
niet in staat om de kilte
weg te nemen
ik ben geen kind meer
niet meer nu
en antwoorden zijn slechts
daar te vinden
waar je nog niet zoekt.