De kunst van het weglaten
door Maurice Broere
–
–
Doen en laten is een overzichtsbundel van het werk van Judith Herzberg. Deze editie is een uitgebreidere versie met aanvullingen uit recente bundels. Herzberg behoeft geen nadere introductie. Ze heeft haar sporen ruimschoots verdiend en is een belangrijke dichter die nog steeds actief is. Vorige maand verscheen haar laatste bundel Sneller langzaam. Verschillende prijzen wist ze binnen te slepen o.a. De Prijs der Nederlandse Letteren en de P.C. Hooft-prijs. Aan erkenning dus geen gebrek.
Wat maakt haar zo’n bijzondere dichter? Allereerst valt op dat er sprake is van een constante kwaliteit. Doen en laten geeft een dwarsdoorsnede van haar vele bundels en het valt op dat haar stem constant is. Ze blijft trouw aan haar eigen poëtica, haar eigen stijl. Moet een dichter zich niet dan niet constant vernieuwen en het experiment aangaan? Soms kan dat helpen om een definitieve vorm te vinden, maar als die vorm er al is, waarom dan nog zoeken?
Inspiratie vindt ze in het alledaagse. De kleine, soms banale dingen om ons heen zoals een afwasmachine, maar ook de natuur zetten haar aan tot de vrij sobere verzen. Ze laat zich niet dwingen door regels van rijm en andere conventies. De gedichten staan stuk voor stuk door hun directheid en hun schijnbare eenvoud. Heel knap zijn haar korte verzen waar geen woord te veel in staat en waarin een wereld gesuggereerd wordt die je niet zelf in een paar zinnen zou kunnen weergeven. Suggestie is de kracht van haar poëzie.
–
Later, als ik zwakzinnig ben
met schoothond en schrikvel
houd ik een kruik warm
tegen me aan en praat
ik met je in mijn slaap.
Als je nu kan begrijpen
wat ik dan ga bedoelen,
krakende dorre tak dat ik ben,
ga ik me niet zo afgebroken voelen
maar meer een uitgeblazen paarde-
bloem. Hoor je me dazen?
Daar gaan mijn parachuutjes al.
‘Ouderdom’ stond oorspronkelijk in de bundel Zeepost (1963). Ouder worden is dus al vroeg een een thema in het werk van Judith Herzberg. In de meeste gedichten benadert ze dit thema nogal laconiek. In dit gedicht schetst ze een bejaarde zoals we die meestal voor ons zien: enigszins suf met een dier op schoot en met een verweerde huid, terwijl extra warmte wordt toegevoegd. In de zesde regel vindt er een omslag plaats en betrekt de dichter het op een ik-persoon die zich afvraagt of ze dan nog wel kan volgen wat ze zegt. Ze vergelijkt de ik met een ‘krakende dorre tak’, maar toch liever met een paardebloem waar de parachuutjes vanaf zijn. Dan realiseert de ik zich dat ze wartaal uitslaat, want er vertrekken al parachuutjes.
–
Angst wordt het vroegste wakker. Wekt dan
verstand en plannen voor de dag,
die dekken hem nog even toe. Waarom
kan kalmte niet eens eerder opstaan, of
het verheugen, waarom is angst zo onbeheerst
zo ijverig?
—Juf juf ik was het eerst.
Ja hoor dat heeft de juf gemerkt. Ga nou maar
rustig naar je plaats en praat niet voor je beurt.
Vanmiddag, bij geschiedenis, mag je
alles vertellen wat je weet, wat vroeger
is gebeurd.
Deze komt uit Dagrest (1984). Het vers is duidelijk verdeeld in twee gedeelten gemarkeerd door een inspringing. Het begint met een inleiding over angst die er altijd aan het begin van een dag is en het verloop van de dag bepaalt. Angst wint het om de een of andere onverklaarbare reden altijd van kalmte.
Het tweede deel neemt de lezer mee naar een schoolklas. Een kind wil dolgraag wat kwijt, maar de juf en het rooster bepalen dat daar pas ’s middags gelegenheid voor is. Tragisch dat het kind een hele dag mag rondlopen met wie weet wat voor ellende in het hoofd. Opvallend is verder het geraffineerde gebruik van assonantie en alliteratie.
–
Elke ochtend, tussen het aandoen
van zijn linker- en zijn rechterschoen
trekt zijn hele leven even langs.
Soms komt de rechterschoen er dan
bijna niet meer van.
Ook oorspronkelijk in Dagrest (1984). In vijf regels weet Herzberg een wereld van tragiek op te roepen. Als lezer voel je het trauma tot in je diepste wezen. Razend knap zoals ze dat in schijnbaar eenvoudige woorden weet op te roepen. Er staat geen woord te veel en toch weet je als geen ander dat de persoon in het gedicht getraumatiseerd is tot op het bot.
In de poëzie van Judith Herzberg is sprake van een veelheid aan thema’s: humor, tegenstelling, liefde, ouder worden, ouderdom, dood, angst, pijn, vogels. Dit alles verwoord in schijnbaar eenvoudige bewoordingen. Ze heeft weinig woorden nodig om bepaalde emoties bij de lezer op te roepen. Doen en laten geeft een prachtige doorsnede van haar werk. Voor degene die haar werk niet kennen is het een absolute must, want ze heeft haar positie in de Nederlandse letteren meer dan verdiend.
____
Judith Herzberg (2022). Doen en laten. Een keuze uit de gedichten. Uitgeverij Rainbow, 301 blz. €17,50. ISBN 97890417 41196