LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Peter Gielissen

1 mrt, 2025

Peter Gielissen is filmmaker en hij schrijft poëzie; Peter woont in Middelburg. Hij studeerde journalistiek, werkte als eindredacteur voor onder andere NOS Nieuws, en maakte documentaires rond sociale en culturele onderwerpen voor de publieke omroepen. Zijn beeldende werk is sinds 2007 vooral online te vinden op Lezen.tv en Cultuur247.nl. Met Zeegat.nl is hij op zoek naar de Zeeuwse ziel. Bij hem klinken, schrijvend en filmend, altijd de vragen: Wie hoort waar, wat is van wie, en waarom dan?

 

© Zelfbeeld

 

De klok is moe

De klok is moe
maar de detentie van het hart
graaft tunnels en heft tol
naar lager wal en open zee,
een brug over de dag.

Mijn tij schreeuwt hoog en laag
naar witte messen op de westenwind,
de horizon een snaar
die boven en beneden bindt
als helften van voorbij.

Ik sper de lippen van de sluis
naar vrije kavels in de zilte mist
de bronzen hoornaar van de bas op zee,
de keelklank van de wilde vracht,
de ogen van de vuurtoren nooit meer dicht.
Geboortekaartje

Ik schopte haar,
ik moest nog drogen aan de mast,
Odysseus wilde immers neuriënd geboren worden
en vallen in een teil met toverdrank
bij opkomst van de tropenzon.

Dit was míjn leven,
was ik voortaan niet juist de kapitein?
Op donkergroene golven van bederf,
die ver voorbij de goudkust kapseist
in goddeloosheid en genot?

Ik brak die dageraad alvast de keten met
het sleepnet vol herinneringen.
Althans, dat dacht ik,
de bakerpraat aan bakboord schoof voorbij,
hier in het duister ging ik traag
dicht langs een uitgebeten havenhoofd.

Ik zag de cellulitis aan de oeverranden,
de stenen beer van pokken, wier en zoute tranen
afkomstig uit de klankkast van het oude lijf
op weg naar Suez en daar linksaf,
de sluizen westwaarts open,
van wieg tot graf gevangen in een houten paard.
Vraagtekens

Wat is het nieuws vandaag
binnen de appgroep van modale Marsbewoners?
Want, kwam mijn kind daar langs misschien,
mijn eersteling; gasvorming, en alleen,
verdoold, als ruimtepuin,
verdampt op aarde, verdwenen,
een schaduw uit een onbeslapen bed?

Ik ben hem kwijt,
misschien,
wat rest in elk geval is taal en opgestroopt verlangen,
Flitzmeister van een lach,
hier aan de F-side van het vaderschap,
als onkruid tussen tegels van gewassen grindbeton.

Er is in mij verlatenheid op nokhoogte,
de woede op een veld van eer;
het zijn twee polen van een almaar kruiend ongerief
dat geen bestemming heeft, geen plaats om te gaan rusten.
Er zijn nog vragen immers, altijd weer.
Hoe weegt de zwaartekracht bijvoorbeeld
achter de stormvloedkering tussen hem en mij?

     Andere berichten

Etienne Colman

Etienne Colman (Temse, 1950), dichter, leerkracht Nederlands en Engels op rust, woont in Hamme. Hij publiceerde één toneelstuk en zeven...

Een wereld vol sonnetten (7)

door Simon Mulder Simon Mulder is voordrachtskunstenaar, essayist, dichter met een grote interesse in het vormvaste gedicht, artistiek...

Bianca Boer

Bianca Boer schrijft poëzie en proza. Ook maakt ze klein beeldend werk. Ze publiceerde de dichtbundels, Vliegen en andere vogels (L.J....