LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Soms geen woorden, soms publiek, dan weer de stilte

23 feb, 2008

Joke van Leeuwen is voor twee jaar aangesteld als stadsdichter. Na Tom Lanoye, Ramsey Nasr en Bart Moeyaert is zij degene die de stad Antwerpen mag vertegenwoordigen. Van Leeuwen presenteerde tijdens de officiële aanstelling haar eerste stadsgedicht Hoe is ‘t? Het bewegende gedicht wordt geprojecteerd op een muur en is op wisselende locaties te zien. Het geeft een indruk wat we kunnen verwachten van het veelzijdige talent.

Goed gezelschap
Joke van Leeuwen schrijft al heel lang poëzie en is begonnen met cabaret. ‘Het schrijven van poëzie komt voort uit de liedjes die ik eerst schreef. Ik had behoefte aan een grotere vrijheid en veelvormigheid, en zo evolueerde dat naar mijn huidige poëzie’, vertelt de dichteres. Ze beleeft er veel plezier aan: ‘Ik geniet van de concentratie, het zoeken naar het juiste woord, de zin die het Is, de ritmiek, de klank, de vreugde als ik het gevoel heb dat het is gelukt’. Critici vergelijken haar poëzie vaak met het werk van Judith Herzberg. Van Leeuwen ziet hier niet echt een probleem in: ‘Een deel van wat ik doe heeft enige verwantschap met haar mengeling van parlando en diepgang, kan ik me voorstellen… Maar laat degenen die dat vinden maar een antwoord op het waarom zoeken. Ik vind haar alleszins zeer goed gezelschap.’

Foto: A. Koeleman

 

Kinderboeken
Joke van Leeuwen is vooral bekend als kinderboekenschrijfster. Toch staan de verschillende disciplines voor haar los van elkaar. Haar gedichten worden niet beïnvloed door het feit dat ze kinderboeken schrijft: ‘Behalve dat er soms een kind in voorkomt, maar dit kan ook het geval zijn bij dichters die geen kinderboeken schrijven. Elk genre is een project, waar ik een tijd alleen mee bezig ben voor ik op een ander genre overstap. Dat is nu, met het stadsdichterschap, toch een beetje anders.’ Volgens Van Leeuwen verschilt het schrijven voor volwassenen niet wezenlijk van dat voor kinderen, maar wel wat het perspectief betreft: ‘Volwassenen kunnen genieten van een goed boek dat geschreven is voor kinderen; andersom is dat meestal niet zo’.
Ook heeft ze niet het idee dat ze meer erkenning heeft gekregen als schrijver en illustrator van kinderboeken dan als dichter. Van Leeuwen verklaart: ‘Ik heb als dichter drie maal een prijs gekregen en ben ook nog een paar maal genomineerd, maar ik heb meer kinderboeken geschreven en er zijn wellicht ook meer kinderboekenprijzen.’

Beeldend kunstenaar
De dichter en kinderboekenschrijfster staat ook bekend om haar beeldende kunst. Deze discipline heeft haar poëzie wel beïnvloed: ‘Ik denk dat mijn kijken daardoor is aangescherpt. En tijdens mijn stadsdichterschap denk ik niet alleen na over de gedichten, maar ook over de vorm waarin ze in de stad terecht kunnen komen.’
Er is niet één discipline waarin Van Leeuwen zich het meeste thuis voelt. Ze legt uit: ‘De combinatie is fijn. Soms geen woorden hoeven te gebruiken. Soms het rechtstreekse contact met het publiek en dan weer de stilte achter het bureau. Ik ben blij dat ik dat kan doen. Ik wil wat ik heb meegekregen ontwikkelen en naar buiten brengen. Daarbij ben ik me altijd bewust geweest van de geschiedenis van vrouwen en hoeveel vrouwelijk talent verloren moet zijn gegaan door vooroordeel en onderschatting.’

Gerechtigheid
Van Leeuwen heeft in tal van plaatsen gewoond, maar voelt zich echt thuis in Antwerpen. ‘Ik heb hier lang geleden gestudeerd en ben er na mijn scheiding weer uit eigen keus gaan wonen’, licht ze toe. Ze verwacht Antwerpen beter te leren kennen door haar stadsdichterschap: ‘Ik verwacht een bijzondere tijd die mij de mogelijkheid geeft meer achter de schermen te kunnen kijken van wat er hier allemaal gaande is. Een unieke mogelijkheid om gedichten een openbare rol te laten spelen, terwijl je toch je eigen artisticiteit mag behouden.’
Op de vraag wat het betekent dat Antwerpen nu voor het eerst een vrouwelijke stadsdichter heeft, antwoordt ze: ‘Gerechtigheid (lacht). Nee, het eventuele subtiele verschil dat er misschien helemaal niet is. Daarover kan na twee jaar geoordeeld worden.’

     Andere berichten

Interview Bart Adjudant

‘Veel poëzie waar ik van houd is gemaakt om gezongen te worden’ door Inge Boulonois   Dichter en musicus Bart Adjudant (Den Haag,...

Interview Bernard Wesseling

Interview Bernard Wesseling

‘Er is een direct verband tussen taalverloedering en gevoelsarmoede.’  door Cora de Vos   Schrijver en dichter Bernard Wesseling...

Interview Jan J. Pieterse

Interview Jan J. Pieterse

'van puntdicht naar bühne' door Inge Boulonois   Jan J. Pieterse (geboren in Goes) heeft een passie voor het theater. Hij presenteert...