Archief
Hilde Devoghel
De betrekkelijke eenvoud van dit werk van Hilde Devoghel neemt haar voor ons in. De sterke aanzetten in de taal, krachtige beelden, en een zin als ‘we weten hoe lang en breed ons gehijg, ons gehap naar glorie is maar niet wanneer het / frêle ijsblauw breekt, wanneer het stopt.' De regie in handen van deze dichter.

Mark van Tongele - Zonnewater
In de laatste bundel van Mark van Tongele is het thema de verschillende fases van innerlijke bewustwording. Iris van de Wetering constateert: ‘’De bundel ‘Zonnewater’ beweegt zich als een etherische stroom door deze fasen heen. De titels vangen de kern van haar poëtische alchemie: de fluïde overgang van het vluchtige naar het blijvende, van de duisternis naar het licht.’’
Nieuwsbrief 9 / 2 maart

Waar de oneindigheid ons vindt
‘Een strakblauwe lucht, een enkele zeehond, het is televisiekijken vanaf de fluisterzachte ferry vol comfort’, schrijft Jan Loogman maar het zijn dichtregels die hem naar de overkant brengen, van Sjoerd Kuyper, Theun de Winter, Frans Kuyper en Caroline Engelmann. Een alternatieve route waarop het lijkt ‘dat de oneindigheid ons gaat vinden’.
Peter Gielissen
Bij Peter Gielissen klinken, schrijvend en filmend, altijd de vragen: 'Wie hoort waar, wat is van wie, en waarom dan?' Hij neemt ons mee in een plezierig maar soms weemoedig taalspel met over elkaar heen buitelende beelden en zinnen als ‘wat rest in elk geval is taal en opgestroopt verlangen’. En dat is veel en beslist genoeg.

Charles Ducal - Tijd voor vrede
Peter Vermaat bespreekt in een longread de bundel ‘Tijd voor vrede’ van Charles Ducal: ‘’Dit is poëzie, een taal ‘waarin men valt en vallen blijft’ zonder te hopen ooit op de bodem terecht te komen, waarin je bij iedere gewijzigde lichtval weer andere pigmenten ontwaart en herkent en waarin je tussen al het andere steeds iets van blijvende waarde vindt.’’
Interview Joke Prinsen
‘Schrijven is voor mij ook iets dat lijkt op aanraken, behalve dan dat je niet weet welke huid je voelt.’ Joke Prinsen over het wezen van de poëzie, ‘Woorden resoneren bij ieder net dat tikje anders, dat is nu net deel van de charme van taal, en één van die eeuwenoude goocheltrucs van die feline verleidingsdans genaamd de poëzie.’

Kris Lauwereys - Neerwaarts verzet
Hans Franse noemt ‘Neerwaarts verzet’ van Kris Lauwereys een uiterst virtuoos debuut: ‘Het is een bundel die uitdrukkelijk de lezer bij het complot betrekt en uitdaagt te lezen wat hij leest en te vinden en te verklaren wat hij vindt, met schijnbare tegenstellingen en meerdere mededelingen en boodschappen tegelijkertijd. De lezer moet zich actief opstellen. Het is een verrassend debuut vanwege de rijpheid en de perfectie van de poëzie.’
Jac. M. Janssen
Een debuut van Jac. M. Janssen, rouwverzen, met regels als ‘tot stilstand /werd gewiegd, uit zijn mal gebroken / gestold en innerlijk uitgehold’ en ‘geboetseerd van niets in iets en terug’. Om daar bij stil te staan, ontroerd te raken, ‘dat gemaskeerde nu dat niets / meer prijsgeeft’. Dat gemis, ‘dit is de eerste gele volle maansopkomst / die jij niet ziet.’

Lucienne Stassaert – Souvenirs V
Lucienne Stassaert (1936) is op alle vlakken van de kunst een grande dame. In ’Souvenirs V’, wisselen haar bedenkingen en gedichten elkaar af. Marc Bruynseraede ziet veel onderwerpen en herinneringen voorbijkomen: ‘Met een niet te blussen ijver gaat Lucienne Stassaert door, met het notuleren van haar leven, te midden van mensen, poezen, maatschappelijke gebeurtenissen, muziek, schilderkunst en poëzie.’
Nieuwsbrief 8 / 23 februari
In de ban van het land en de zee, Hans Warren
Zeeland is een geheel waar de eenling zijn gevoel kan vermengen met de wijde omgeving, die een antwoord in tonen geeft. Vogelkreten, het ruisen van de wind. De poëzie van Hans Warren is geboren uit de tweeklank van de elementen land en water, zo bepalend voor de halve archipel Zeeland, waar beide elkaar steeds lijken te verdringen.
Etienne Colman
De combinatie van archaïsche taal en de vertelstijl maakt dit werk van Etienne Colman aantrekkelijk. Er zit een eenheid in en het brengt ons terug naar het middeleeuwse episch dierdicht Van den vos Reynaerde. De strijd van goed tegen kwaad, het eigenbelang, de ijdelheid, de hebzucht en de jaloezie is van alle tijden. Een vos is ook maar een mens.

Bloemlezing - maar geen bestemming
Hettie Marzak vraagt zich af of de gedichten in de bloemlezing ‘maar geen bestemming – gedichten over de oude dag’, wel zo goed gekozen zijn: ‘De teneur is er toch een van gelatenheid en berusting, waar toch ook felheid en opstand, verzet tegen de ouderdom een plaats hadden kunnen krijgen, een viering van het leven die nu ontbreekt.’
Interview Michael ter Maat
De debuutbundel Demarcaties van Michael ter Maat verschijnt in mei 2025 bij uitgeverij Passage. De in dit interview opgenomen gedichten zijn een voorpublicatie. Als lezer zowel als schrijver houdt hij van onalledaagse woorden en fantasierijke beelden. Tegelijkertijd heeft hij een onuitlegbare drang naar kloppende grammatica. Die combinatie is het meest kenmerkende aan zijn gedichten.

Ludwig Van de Voorde - Onbehandeld het mooist
In het debuut van Ludwig Van de Voorde, ‘Onbehandeld het mooist’, komt in de subtiele levensbeschouwelijke overpeinzingen veel humor voor, zegt Jeroen van Wijk. Hij vindt het een goede bundel, maar bij sommige gedichten is het jammer dat er te veel wordt geleund op de clou aan het eind. Echter: ‘in de gedichten waar ontroering en humor in balans samenkomen, komt ook het komisch effect het beste naar voren.’
De vergeefse correcties van Daan Zonderland
Bij uitgeverij Prometheus verscheen vorig jaar een nieuwe editie van ‘Er zwom een garnaal door het kattegat’, de verzamelde gedichten van Daan Zonderland. Waar zijn al die wijzigingen gebleven die de dichter in eigen werk aanbracht? Zonderland’s poëzie met duidelijke invloeden van dichters als Christian Morgenstern en Lewis Caroll, meer dan vakkundig vervaardigd en voor een breed publiek onweerstaanbaar, heeft er recht op.

Lieve Desmet - In de wind staan
De vierde bundel van Lieve Desmet is getiteld: ‘In de wind staan’. Tom Veys geeft aan dat we hier duidelijk te maken hebben met een mensendichter. Veys is onder de indruk en zegt: ‘De wereld in de gedichten is vaak verwond, de woorden dwalen, ze zoeken licht, ze maken bewegingen, ze keren weer. De invalshoeken en de bewegingen zorgen voor ingenieuze poëzie. De beelden schuiven meesterlijk in elkaar.’
Nieuwsbrief 7 / 16 februari
Udite, selve mie dolce parole *
P.C. Hooft, op reis in Italië voor de zakelijke belangen van zijn vader, komt in het verblindende licht van de renaissance: de dichterlijke jongen moet betoverd zijn geweest door rijkdom, schittering, muziek en poëzie, aldus Hans Franse. Verliefd en vol emoties, zoete vooizen en schitterende teksten, en met een hart vol hoop. Onze literatuur vernieuwde zich in Venetië door een mislukte liefde.
Klassieker 288 : Pierre Kemp – Vallende ster
Jan Buijsse bespreekt het gedicht 'Vallende ster' (1920) - ondertussen meer dan honderd jaar oud - van Pierre Kemp (1887 - 1967). In 1920 was in het toen nog zo gewone nachtelijk duister de Melkweg helder zichtbaar. Het is een prachtige avond en kunstenaars, wetenschappers en filosofen hebben zo hun eigen fantasietjes over die sterren, weet Pierre Kemp maar hij heeft geluk, hij ziet een vallende ster en verrast ons.

Johan Clarysse - Het geduld van water
‘Het geduld van water’ is het debuut van Johan Clarysse. Jan van Gulik is in zijn laatste recensie met name onder de indruk van de afdelingen die handelen over een moeder en een zoon, die zich samen onttrekken aan de kille werkelijkheid. ‘Het levert prachtige, kwetsbare beelden op van twee mensen die zich aan elkaar vasthouden, omdat ze de grip op al het andere zijn verloren..'
Interview Renaat Ramon
De veelzijdige en actieve Renaat Ramon houdt zijn ogen en zijn oren vrij, open: hij blijft ‘ter beschikking’ om de diverse facetten van de realiteit te ervaren. ‘Kunst kan zich niet verdedigen’, zegt hij, ‘maar kunst verdedigt de mens.’ En over besprekingen merkt hij op ‘Duiding’ kan heel boeiend zijn. Maar er hoeft niet geduid te worden.

Jan Lauwereyns - Leer van de orchidee
In zijn laatste recensie bespreekt Kamiel Choi de verzamelbundel van Jan Lauwereyns: ‘Leer van de orchidee - een keuze uit het werk 1991-2024’. Uit deze bundel blijkt de veelzijdigheid van Lauwereyns, zijn dichterschap is buitengewoon gevarieerd, zegt Choi. ‘Het staat vol prachtige taalvondsten, authentieke verzen en scherpe observaties in de marge van de cognitieve wetenschap’. De bundel krijgt een eenheid door het motief van de orchidee.