Archief

Kris Lauwereys - Neerwaarts verzet
Hans Franse noemt ‘Neerwaarts verzet’ van Kris Lauwereys een uiterst virtuoos debuut: ‘Het is een bundel die uitdrukkelijk de lezer bij het complot betrekt en uitdaagt te lezen wat hij leest en te vinden en te verklaren wat hij vindt, met schijnbare tegenstellingen en meerdere mededelingen en boodschappen tegelijkertijd. De lezer moet zich actief opstellen. Het is een verrassend debuut vanwege de rijpheid en de perfectie van de poëzie.’
Jac. M. Janssen
Een debuut van Jac. M. Janssen, rouwverzen, met regels als ‘tot stilstand /werd gewiegd, uit zijn mal gebroken / gestold en innerlijk uitgehold’ en ‘geboetseerd van niets in iets en terug’. Om daar bij stil te staan, ontroerd te raken, ‘dat gemaskeerde nu dat niets / meer prijsgeeft’. Dat gemis, ‘dit is de eerste gele volle maansopkomst / die jij niet ziet.’

Lucienne Stassaert – Souvenirs V
Lucienne Stassaert (1936) is op alle vlakken van de kunst een grande dame. In ’Souvenirs V’, wisselen haar bedenkingen en gedichten elkaar af. Marc Bruynseraede ziet veel onderwerpen en herinneringen voorbijkomen: ‘Met een niet te blussen ijver gaat Lucienne Stassaert door, met het notuleren van haar leven, te midden van mensen, poezen, maatschappelijke gebeurtenissen, muziek, schilderkunst en poëzie.’
Nieuwsbrief 8 / 23 februari
In de ban van het land en de zee, Hans Warren
Zeeland is een geheel waar de eenling zijn gevoel kan vermengen met de wijde omgeving, die een antwoord in tonen geeft. Vogelkreten, het ruisen van de wind. De poëzie van Hans Warren is geboren uit de tweeklank van de elementen land en water, zo bepalend voor de halve archipel Zeeland, waar beide elkaar steeds lijken te verdringen.
Etienne Colman
De combinatie van archaïsche taal en de vertelstijl maakt dit werk van Etienne Colman aantrekkelijk. Er zit een eenheid in en het brengt ons terug naar het middeleeuwse episch dierdicht Van den vos Reynaerde. De strijd van goed tegen kwaad, het eigenbelang, de ijdelheid, de hebzucht en de jaloezie is van alle tijden. Een vos is ook maar een mens.

Bloemlezing - maar geen bestemming
Hettie Marzak vraagt zich af of de gedichten in de bloemlezing ‘maar geen bestemming – gedichten over de oude dag’, wel zo goed gekozen zijn: ‘De teneur is er toch een van gelatenheid en berusting, waar toch ook felheid en opstand, verzet tegen de ouderdom een plaats hadden kunnen krijgen, een viering van het leven die nu ontbreekt.’
Interview Michael ter Maat
De debuutbundel Demarcaties van Michael ter Maat verschijnt in mei 2025 bij uitgeverij Passage. De in dit interview opgenomen gedichten zijn een voorpublicatie. Als lezer zowel als schrijver houdt hij van onalledaagse woorden en fantasierijke beelden. Tegelijkertijd heeft hij een onuitlegbare drang naar kloppende grammatica. Die combinatie is het meest kenmerkende aan zijn gedichten.

Ludwig Van de Voorde - Onbehandeld het mooist
In het debuut van Ludwig Van de Voorde, ‘Onbehandeld het mooist’, komt in de subtiele levensbeschouwelijke overpeinzingen veel humor voor, zegt Jeroen van Wijk. Hij vindt het een goede bundel, maar bij sommige gedichten is het jammer dat er te veel wordt geleund op de clou aan het eind. Echter: ‘in de gedichten waar ontroering en humor in balans samenkomen, komt ook het komisch effect het beste naar voren.’
De vergeefse correcties van Daan Zonderland
Bij uitgeverij Prometheus verscheen vorig jaar een nieuwe editie van ‘Er zwom een garnaal door het kattegat’, de verzamelde gedichten van Daan Zonderland. Waar zijn al die wijzigingen gebleven die de dichter in eigen werk aanbracht? Zonderland’s poëzie met duidelijke invloeden van dichters als Christian Morgenstern en Lewis Caroll, meer dan vakkundig vervaardigd en voor een breed publiek onweerstaanbaar, heeft er recht op.

Lieve Desmet - In de wind staan
De vierde bundel van Lieve Desmet is getiteld: ‘In de wind staan’. Tom Veys geeft aan dat we hier duidelijk te maken hebben met een mensendichter. Veys is onder de indruk en zegt: ‘De wereld in de gedichten is vaak verwond, de woorden dwalen, ze zoeken licht, ze maken bewegingen, ze keren weer. De invalshoeken en de bewegingen zorgen voor ingenieuze poëzie. De beelden schuiven meesterlijk in elkaar.’
Nieuwsbrief 7 / 16 februari
Udite, selve mie dolce parole *
P.C. Hooft, op reis in Italië voor de zakelijke belangen van zijn vader, komt in het verblindende licht van de renaissance: de dichterlijke jongen moet betoverd zijn geweest door rijkdom, schittering, muziek en poëzie, aldus Hans Franse. Verliefd en vol emoties, zoete vooizen en schitterende teksten, en met een hart vol hoop. Onze literatuur vernieuwde zich in Venetië door een mislukte liefde.
Klassieker 288 : Pierre Kemp – Vallende ster
Jan Buijsse bespreekt het gedicht 'Vallende ster' (1920) - ondertussen meer dan honderd jaar oud - van Pierre Kemp (1887 - 1967). In 1920 was in het toen nog zo gewone nachtelijk duister de Melkweg helder zichtbaar. Het is een prachtige avond en kunstenaars, wetenschappers en filosofen hebben zo hun eigen fantasietjes over die sterren, weet Pierre Kemp maar hij heeft geluk, hij ziet een vallende ster en verrast ons.

Johan Clarysse - Het geduld van water
‘Het geduld van water’ is het debuut van Johan Clarysse. Jan van Gulik is in zijn laatste recensie met name onder de indruk van de afdelingen die handelen over een moeder en een zoon, die zich samen onttrekken aan de kille werkelijkheid. ‘Het levert prachtige, kwetsbare beelden op van twee mensen die zich aan elkaar vasthouden, omdat ze de grip op al het andere zijn verloren..'
Interview Renaat Ramon
De veelzijdige en actieve Renaat Ramon houdt zijn ogen en zijn oren vrij, open: hij blijft ‘ter beschikking’ om de diverse facetten van de realiteit te ervaren. ‘Kunst kan zich niet verdedigen’, zegt hij, ‘maar kunst verdedigt de mens.’ En over besprekingen merkt hij op ‘Duiding’ kan heel boeiend zijn. Maar er hoeft niet geduid te worden.

Jan Lauwereyns - Leer van de orchidee
In zijn laatste recensie bespreekt Kamiel Choi de verzamelbundel van Jan Lauwereyns: ‘Leer van de orchidee - een keuze uit het werk 1991-2024’. Uit deze bundel blijkt de veelzijdigheid van Lauwereyns, zijn dichterschap is buitengewoon gevarieerd, zegt Choi. ‘Het staat vol prachtige taalvondsten, authentieke verzen en scherpe observaties in de marge van de cognitieve wetenschap’. De bundel krijgt een eenheid door het motief van de orchidee.
Een wereld vol sonnetten (7)
Het 7e deel van onze rubriek, 'Een wereld vol sonnetten', verzorgd door Simon Mulder in samenwerking met uitgeverij HetMoet en het Feest der Poëzie gaat over 'Two loves/Twee liefdes' van Oscar Wilde & Lord Alfred Douglas, een bloemlezing en voorstelling over de turbulente en tragische liefdesgeschiedenis van de beide dichters in brieven en gedichten.

Philip Hoorne - Mens is de naam
Taco van Peijpe bespreekt in zijn eerste recensie de bundel ‘Mens is de naam’ van Philip Hoorne. In deze bundel wisselen vuile taal, flauwe grappen, mooi taalspel en serieus vakmanschap zich af. Van Peijpe weet dat de dichter zich bewust is dat hij een maskerade opvoert, dat blijkt ook uit het voorplat. Maar, zo zegt hij: ‘Bij nadere bestudering blijkt achter die maskers een gevoelige dichter schuil te gaan.’
Nieuwsbrief 6 / 9 februari

Het lichaam van de poëzie
De Poëzieweek 2025, die duurde van 30 januari tot en met 5 februari, had als thema ‘Lijfelijkheid’ en als motto ‘In dit plooibare huis dat huid heet’. Het thema is ontleend aan een gedicht van Charlotte Van den Broeck. In hoeverre is poëzie lijfelijk? Moet je het schrijven en lezen als fysiek bestempelen of is de thematiek of inhoud ervan lijfelijk?
Terug naar roerige tijden
Omdat we dertig jaar bestaan, trakteert Janine Jongsma ons vandaag op een column. Ze neemt ons mee naar de tijd waarin zij beginnend dichter was. Toen werd de allereerste Turing Nationale Gedichtenwedstrijd gehouden en bestond Literair Weblog De Contrabas nog. Ze vertelt over de enorme ophef die ontstond bij de afvallers van de Turing, over de populariteit van De Contrabas en natuurlijk over haar eigen ervaringen.

Het commentaar van Fred Papenhove
Hettie Marzak schreef in haar bespreking over ‘We zitten in de nachtbus’ van Fred Papenhove dat het gedichten zijn om te genieten. Janine Jongsma gaat in gesprek met de dichter over deze recensie en de gedichten die bedrieglijk eenvoudig lijken. Daar is een reden voor zegt Papenhove: ‘Communiceren met de lezer vind ik belangrijk en niet via taal met mijn rug naar hem of haar toestaan.’ Het commentaar van Fred Papenhove
Interview Frans Budé
Hoe kijkt Frans Budé terug op ruim veertig jaar poëzie en wat valt hem op in zijn ontwikkeling als dichter, raken recensies hem nog en wat is zijn plaats in het Nederlands poëzielandschap? Zijn werk is in vele talen vertaald, welke heeft zijn voorkeur en hoe is het met het Mestreechs waarin hij op twee muurgedichten in de binnenstad hangt?