LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Bladeren door Meander

Ferdy Karto - Aardvark tremendum
Ferdy Karto - Aardvark tremendum
In ‘Aardvark tremendum’, de tweede bundel van Ferdy Karto, komen geen leestekens voor en worden versregels afgebroken op een onverwachte manier. Dit maakt de gedichten niet gemakkelijk, zegt Hettie Marzak. Maar: ‘Woorden uit andere talen, andere tijden, vol verwijzingen naar wetenschap en mythologie, woorden die niet direct in het alledaagse taalgebruik voorkomen, zij laten zien hoe Ferdy Karto bezig is de taal naar zijn hand te zetten.’
De eerste honderd (5) (intermezzo)
De eerste honderd (5) (intermezzo)
Wim van Til let even niet op tijdens de les, bladert wat door het boek voor de Nederlandse taal en stuit plotseling op een gedicht. Hij leest en is helemaal verkocht. Dit gaat over hem. Vanaf dat moment bladert hij in zijn leerboeken Nederlands eerst naar gedichten en daarna pas naar het opgedragen werk. Toen hij zijn diploma ophaalde, had hij thuis een boekenkast met 957 dichtbundels.
Michael ter Maat – Demarcaties
Michael ter Maat – Demarcaties
Het thema van ‘Demarcaties’, het debuut van Michael ter Maat, betreft bestaande en bedachte grenzen. Geboren in Ethiopië dreef hij in een biezen mandje de Nijl af en schoot uiteindelijk wortel in Groningen. Paul Roelofsen vindt het een sterk debuut en een verrijking dat je via de QR-code de stem van de dichter hoort die de bundel voorleest.
Nieuwsbrief 33 / 7 september
Nieuwsbrief 33 / 7 september
De held van Wipperdingen
De held van Wipperdingen
Bij de teksten van zijn vader voegen zich vanzelf andere bij, zegt Jan Loogman, op deze manier is zijn vader plezierig in het bestaan aanwezig. Misschien weegt het op tegen de herinnering aan zijn onbegrepen drift. De teksten liggen in zijn hoofd nog altijd voor het grijpen. Van ‘de held van Wipperdingen’ tot aan reder Bos uit Heijermans’ Op Hoop van Zegen.
Marco Starmans
Marco Starmans
Met de logica uit zijn vakkenpakket, komt deze dichter tot nuchtere regels als ‘Ik sta hier al een hele poos te kijken. / De Maas raast voorbij. / Het doet me denken / aan hoe de Maas voorbijraast.’ Om verderop te concluderen ‘Dat is geen poëzie. / Zo gaat dat in Rotterdam.’ Maar dit dus wel: poëzie, geërfd van een grootvader.
Lucian Blaga - De grote oversteek
Lucian Blaga - De grote oversteek
‘De grote oversteek’ van de Roemeense Lucian Blaga uit 1924 in de vertaling van Joan Stam laat een mooi tijdsbeeld zien. Tom Veys zegt erover: ‘De gevoelige Lucian Blaga schippert dus tussen platteland en grootstedelijkheid. De symbolische oversteek die we in de titel herkennen, is in veel elementen te vinden. In een leven naar de dood, in een dood naar het leven.’
Interview Esohe Weyden
Interview Esohe Weyden
Taal speelt een gigantische rol voor Esohe Weyden. Zonder taal geen poëzie. Maar wat ze minstens even belangrijk vindt, is dat poëzie toegankelijk wordt voor een breder publiek. Haar droom is dat het elitaire imago dat poëzie vandaag nog vaak met zich meedraagt, wordt afgeborsteld. En ze hoopt dat iemand haar leest en denkt: dit is precies wat ik nodig had.
Hester Knibbe - Barcode van stilte
Hester Knibbe - Barcode van stilte
In de nieuwe bundel van Hester Knibbe, ‘Barcode van stilte’, onderzoekt de dichter of ze de barcode kan ontcijferen van stilte. Johan Reijmerink merkt op: ‘In alle afdelingen treden momenten van bezinning op waarin de ondervinding van vervreemding het zelfbeeld dreigt te ondermijnen. Dan is er toch op het laatst het perspectief van de kinderen die de toekomst symboliseren en de vervreemding doen wegebben. Een longread.
Dichters en hun omgeving
Dichters en hun omgeving
Volledig zichzelf zijn is volgens de uitspraak van de Franse dichter en dramaturg Paul Claudel slechts mogelijk als men één is met de omgeving, en dat is men als levend wezen in de eerste plaats door zich in de wereld te begeven, te kijken, te luisteren en de wereld in zich op te nemen. Een column over de eenheid tussen dichter en omgeving.
Kenneth Swaenen - Blos
Kenneth Swaenen - Blos
Ellis van Atten bespreekt de tweede de bundel van Kenneth Swaenen en zij geeft aan dat ‘Blos’ geen schaamrood op de kaken levert en geen opwinding, maar wel een inkijkje in het leven van de dichter en het herkennen van ervaringen, die kunnen uitnodigen tot zelfreflectie en tot zonder schaamte terugkijken. Van Atten concludeert dat het wat te beschrijvend blijft en te veel aan de oppervlakte naar haar zin.
Nieuwsbrief 32 / 31 augustus
Nieuwsbrief 32 / 31 augustus
Een Ierse dichter en zijn Hollandse neef
Een Ierse dichter en zijn Hollandse neef
Jan van der Vegt wijdde aan de invloed van Yeats op Roland Holst zijn afstudeerscriptie en daaraan werkend had hij een keer de gelegenheid de Prins der Dichters zelf te vragen wat de poëticale relatie tussen hem en Yeats was. Hij zag Yeats als een oudere neef, zei hij. Dat was een goede karakteristiek: ze hadden trekken gemeen, maar elk had zijn eigen persoonlijkheid.
Vincent Van Gelder
Vincent Van Gelder
Met soms heftige beelden, het wolfshongerig happen, het kind dat valt, de doodsdoek met het parfum van de moeder, pakt deze dichter ons vast en voert ons door droom en daad. Een opeenvolging van schreeuwend geboren worden, regels als ‘Dauwladders van grasspriettop / tot bodem breken tussen tenen / Zolen voeren koele zelfgesprekken’ verlangen naar meer.
Maarten Buser - Opgeslagen locaties
Maarten Buser - Opgeslagen locaties
In ‘Opgeslagen locaties’ van Maarten Buser onderzoekt de dichter de wereld aan de hand van beelden die hem zijn bijgebleven. Volgens Peter Vermaat heeft de bundel meer het karakter van een tentoonstelling: ‘Nooit komen we Buser enigszins nabij, hoogstens in plotselinge en kortdurende reflecties in een winkelruit of autospiegel. Dat kan een keuze zijn van de auteur, maar als lezer mag ik daar iets van vinden.’ Een longread.
Interview Jan-Paul Rosenberg
Interview Jan-Paul Rosenberg
‘Eerst is er niets meer dan de dichter en een idee’, zegt Jan-Paul Rosenberg. ‘Daarna komen de woorden.’ In essentie gaat het hem erom dat iemand die niets van de inhoud van het gedicht ‘begrijpt’, door het simpelweg te beluisteren toch zou moeten kunnen worden geraakt door de muzikaliteit ervan. Poëzie geeft ons een soort ‘metataal’ om het grote kleiner te maken en het kleine groots.
Tom Veys - Dan strekt de zee in me door
Tom Veys - Dan strekt de zee in me door
In deze longread bespreekt Ivan Sacharov ‘Dan strekt de zee in mij door’, het debuut van Tom Veys. Volgens de dichter is het zijn poëtische biografie. De zee speelt een grote rol. Sacharov komt een gedicht tegen dat meteen voelt als een klassieker. De bundel straalt optimisme uit: ‘De lichtheid van toon en de focus op het zintuigelijke door het beeldende taalgebruik geven soms fraaie resultaten.’
Onvoltooid verleden tijd en voltooide tegenwoordige tijd als film en dia
Onvoltooid verleden tijd en voltooide tegenwoordige tijd als film en dia
Deze column gaat over lessen van het Nederlands, die Willem Tjebbe Oostenbrink op school niet heeft gehad. Bij de Engelse les over grammatica kreeg hij al in het eerste jaar uitgelegd wanneer de onvoltooid verleden tijd (ovt) en de voltooide tegenwoordige tijd (vtt) worden gebruikt. Hij verlangt naar duidelijkheid - in de zin van dingen zo te zeggen dat die begrijpelijk overkomen.
Daniël Vis - Aan wie, deze offers
Daniël Vis - Aan wie, deze offers
Volgens Jac Janssen hebben de gedichten in ‘Aan wie, deze offers’ van Daniël Vis een grote zeggingskracht. Ze raken diepere lagen die in ons allen schuilen: ‘Verlangens die het individu te boven gaan, existentiële twijfel en wanhoop die van alle tijden zijn. Terwijl de intimiteit in sommige regels weer zó dichtbij is dat je er bijna niet naar durft te kijken.’ Janssen vindt het een bundel om te koesteren.
Nieuwsbrief 31 / 24 augustus
Nieuwsbrief 31 / 24 augustus
Paul Rodenko - de alchemie van het woord
Paul Rodenko - de alchemie van het woord
Voor Pieter Sierdsma is Paul Rodenko de uitvinder van sensibiliteit in de beweging van het woord en de taal. Toen hij op de middelbare school het gedicht Februarizon in zijn schoolagenda las, waaide dat als een zachte wind in het gezicht, verrassend, herkenbaar, maar toch anders, nieuw gevonden. En nog steeds is zijn werk zuiver als een muzikale beweging van woord en taal.
Peter Gielissen
Peter Gielissen
Met regels als ‘Ik wil eigenlijk alles zijn. Voor altijd. / Een vrije val door een ventiel naar een groot elders.’, terwijl de dichter begint met ‘Houd niet van mij, want ik ben dichter bij de dood;’, wat kunnen we anders dan blijven lezen en ons ‘in gedachten laten wiegen naar een laatste dok’ met deze gondelier.
Het commentaar op Willem ten Berge
Het commentaar op Willem ten Berge
Hans Franse heeft zich verdiept in dichter Willem ten Berge (1903 – 1969), die op jonge leeftijd in de extatische katholieke sfeer van twee tijdschriften ook twee bundels publiceerde. Hij heeft daarna weinig meer gedaan met zijn dichterschap. Interessant voor die tijd is dat er een katholieke massabeweging ontstond die Mussolini vereerde. Op demonstraties en spelen werd de fascistische groet standaard gebracht. Dichters en schrijvers voelden zich hier sterk tot aangetrokken.
Interview Rogier de Jong
Interview Rogier de Jong
‘Een gedicht is geslaagd’, zegt Rogier de Jong, ‘als het die gehoopte mengeling van realisme en ontwrichting heeft waarop ik mik.’ Hij dicht heel veel, bijna elke dag, vaak vanuit een gevoel, een woord, een zinsnede die opwelt. Dat hij zijn werk wil delen, heeft niet zozeer met persoonlijke ervaringen te maken als wel met het feit dat het gedichten zijn en geen hartenkreten.