LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Columns

Hemelmeermin
Hemelmeermin
Zout speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van het oeroude plaatsje Aardenburg. ‘Wie hier graaft vindt op zijn minst / scherven en Latijnse wind’, noteerde dichter André van der Veeke. Zout is voor hem een motief in zijn werk. Zijn gedicht bij de ‘zout-installatie’ van Willem Besselink in de Heilige Maria Hemelvaartkerk maakt van Maria een hemelse meermin.
Van Meander Live naar de Republiek der Letteren
Van Meander Live naar de Republiek der Letteren
We stoppen met Meander Live, waarop dichters in het Zutphense Luxor Theater hun laatstverschenen bundel integraal voorlazen. Nu komen alle inwoners van de Republiek der Letteren aan bod: schrijvers, dichters, biografen, vertalers, onderzoekers, lezers, exotische vogels en nog vele anderen.
De eerste honderd (5) (intermezzo)
De eerste honderd (5) (intermezzo)
Wim van Til let even niet op tijdens de les, bladert wat door het boek voor de Nederlandse taal en stuit plotseling op een gedicht. Hij leest en is helemaal verkocht. Dit gaat over hem. Vanaf dat moment bladert hij in zijn leerboeken Nederlands eerst naar gedichten en daarna pas naar het opgedragen werk. Toen hij zijn diploma ophaalde, had hij thuis een boekenkast met 957 dichtbundels.
De held van Wipperdingen
De held van Wipperdingen
Bij de teksten van zijn vader voegen zich vanzelf andere bij, zegt Jan Loogman, op deze manier is zijn vader plezierig in het bestaan aanwezig. Misschien weegt het op tegen de herinnering aan zijn onbegrepen drift. De teksten liggen in zijn hoofd nog altijd voor het grijpen. Van ‘de held van Wipperdingen’ tot aan reder Bos uit Heijermans’ Op Hoop van Zegen.
Dichters en hun omgeving
Dichters en hun omgeving
Volledig zichzelf zijn is volgens de uitspraak van de Franse dichter en dramaturg Paul Claudel slechts mogelijk als men één is met de omgeving, en dat is men als levend wezen in de eerste plaats door zich in de wereld te begeven, te kijken, te luisteren en de wereld in zich op te nemen. Een column over de eenheid tussen dichter en omgeving.
Een Ierse dichter en zijn Hollandse neef
Een Ierse dichter en zijn Hollandse neef
Jan van der Vegt wijdde aan de invloed van Yeats op Roland Holst zijn afstudeerscriptie en daaraan werkend had hij een keer de gelegenheid de Prins der Dichters zelf te vragen wat de poëticale relatie tussen hem en Yeats was. Hij zag Yeats als een oudere neef, zei hij. Dat was een goede karakteristiek: ze hadden trekken gemeen, maar elk had zijn eigen persoonlijkheid.
Onvoltooid verleden tijd en voltooide tegenwoordige tijd als film en dia
Onvoltooid verleden tijd en voltooide tegenwoordige tijd als film en dia
Deze column gaat over lessen van het Nederlands, die Willem Tjebbe Oostenbrink op school niet heeft gehad. Bij de Engelse les over grammatica kreeg hij al in het eerste jaar uitgelegd wanneer de onvoltooid verleden tijd (ovt) en de voltooide tegenwoordige tijd (vtt) worden gebruikt. Hij verlangt naar duidelijkheid - in de zin van dingen zo te zeggen dat die begrijpelijk overkomen.
Paul Rodenko - de alchemie van het woord
Paul Rodenko - de alchemie van het woord
Voor Pieter Sierdsma is Paul Rodenko de uitvinder van sensibiliteit in de beweging van het woord en de taal. Toen hij op de middelbare school het gedicht Februarizon in zijn schoolagenda las, waaide dat als een zachte wind in het gezicht, verrassend, herkenbaar, maar toch anders, nieuw gevonden. En nog steeds is zijn werk zuiver als een muzikale beweging van woord en taal.
De eerste honderd (4)
De eerste honderd (4)
Wim van Til over de eerste Lucebert die hij kocht, geen impulsaankoop, maar een weloverwogen keuze. Veel had hij ook aan een studie van Ad den Besten, ‘Ik uw dichter’. In de uitverkoop voor 2 gulden maar van onschatbare waarde voor zijn dossier. En als bijkomstigheid, het was het eerste poëziestudieboek in zijn verzameling. Iets voor een nieuwe serie?