Gerrit Kouwenaar 1923 - 2014
Weinig dichters hebben zo persoonlijk en indringend over dood en vergankelijkheid geschreven als Gerrit Kouwenaar en vaak ging het daarbij om het grensgebied tussen zijn en niet-zijn. In zijn laatste bundel met nieuwe gedichten (Het bezit van een ruïne, 2005) zit Kouwenaars vertrouwde ‘men’ ‘met zijn schimmen in de tuin’ en ademen er ‘oude nalatige vragen’. Dan gaat ‘het sterfelijk licht uit en gaat men, gaat men/ naar binnen, gehoorzaam, verhoort men het donker ’. ‘Terwijl men tafelt’ uit de zelfde bundel eindigt met de vaststelling ‘en dat men onsterfelijk is en zal doodgaan ’. Viel aan het laatste niet […]