Columns
Klank en kleur van een taal
Toen Hans Franse zich, nu 35 jaar geleden, wat definitiever had neergelaten in zijn Italiaanse ‘paese’, wist men in zijn stadje amper dat er zoiets bestond als een Nederlandse taal. Hij werd er als neerlandicus een beetje neerslachtig door; hij houdt van zijn taal en van de literatuur die er in geschreven is. Nu Ellen Deckwitz de prestigieuze ‘Premio Ciampi’ heeft gewonnen, is hij trots.
Bij de rozen
Een vraag van een collega deed Rogier de Jong diep nadenken: moet een dichter in de eerste plaats zichzelf niet trouw blijven en daarmee het publiek durven tarten? Diep in zijn hart wist hij eigenlijk wel dat hij niet dichtte voor applaus oftewel aandacht. Maar waarom keek hij dan wél steeds naar die onnozele duimpjes op de 'socials'?
Gedichten over lesgeven
Ko van Geemert liet – lang geleden - buurkinderen strafregels schrijven en ze deden het ook nog. Dat lag geheel, dat zag hij toen al, aan de volgzame kinderen. Zijn Plantage Poëzieprijs werd in 1994 gewonnen door Jan Bommerson die de regel schreef, ‘Ik krijg jullie wel, ik weet nog niet hoe / Maar wacht maar tot ik groot ben, later.’
Geen gebrom van oude heren
Oude mensen blikken terug op hun leven en denken over de dood. Niet elk oud mens doet dat. Een oom van columnist Jan Loogman bereikte, net als Jake uit Fup, a modern fable van Jim Dodge, de leeftijd van honderd jaar. Beiden leefden zoals Catullus het beschreef: 'Leven, Lesbia, is liefhebben / en geen rode duit geven / om het gebrom van oude heren.'
Des dichters werk
Wopke van der Lei pleit ervoor dat Meander meer gaat doen voor poëzie op school en een lans breekt voor meer poëzie in het voortgezet onderwijs. ‘Gedichten lezen verbetert de leesvaardigheid van de lezer. We moeten de taal boven het thema plaatsen en wie goed leest, krijgt de inhoud automatisch mee. Bovendien scherpt het vaak aanwezige puzzelelement in gedichten het puberbrein.’
Die vermaledijde ene zin
Karel Grazell, dichter, essayist en tekstschrijver blijft bekend door een zin die publiek bezit is geworden en waarschijnlijk miljoenen malen geciteerd is, maar toch…zeg nou zelf: zou je bekend willen blijven met deze weliswaar volmaakte, grammaticaal perfecte en aansprekende zin ‘Beter Kips leverworst dan gewone leverworst’? ‘Een mens moet zich zo omringen dat hij de poëzie vanzelf ontmoet.’ was ook van hem.
Over het dragen van een gedicht
Voor- en vooral achternamen zijn belangrijker dan je denkt. Heetten we allemaal Kees of Geraldine en hadden we een tiencijferig rugnummer, dan leefden we in de schemerzone van een anonimiteit die we niemand, onszelf incluis, toewensen. Wil je erkenning als dichter, schrijf dan goede gedichten. Maak naam en je poëzie wordt gedragen. Was getekend: Rogier de Jong, dichter en columnist.
Zo trots als een paard
De oudere luisteraars in het verzorgingscentrum houden zich op buiten het woelen van de grote wereld. Columnist Jan Loogman kijkt na het voorlezen aan hen anders naar de oude paarden in de wei, hun geest herbergt nog de galop. Apart gezet, buiten de wereld, maar gelukkig nog altijd zo trots als een paard.
Nog maar eens: Lucebert
In Bergen, het Noord-Hollandse dichters- en kunstenaarsdorp, werd een basisschool naar Lucebert genoemd. Zeer ten onrechte wordt tegen die vernoeming nu al jaren geageerd. Er is een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe naam, het moest een chique naam worden, passend bij de school en bij Bergen. Het schoolhoofd moest nog kwijt dat die naam Lucebertschool ook zo moeilijk uit te spreken was.