Interviews
"Eigenlijk loopt het fysieke, het lichamelijke door alles wat ik doe."
Mandy Eggerding heeft een grote fascinatie voor de taal van het lichaam. Dat uit zich in haar werk als theatermaker en trainer lichaamstaal/non verbale communicatie maar ook in haar poëzie. Het schrijven zit door de hele dag. Ze vertrouwt grotendeels op een intuïtief bewustzijn daarbij en hoopt dat het gedicht herkend wordt door een ander. Van de noodzaak van kunst is ze overtuigd, zonder verhongeren we.
"een nieuwe hobby: aandachtig gedichten lezen, er verliefd op worden en dan uitleggen hoe dat komt."
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het eenendertigste gesprek, met Joost Dancet waarin hij uitlegt wat er zo leuk is aan Klassiekers en aan poëzie in het algemeen. Hij probeert niet alleen zijn opgedane kennis, maar vooral zijn liefde en enthousiasme voor gedichten over te brengen. En hij laat zich graag verrassen door wat zijn andere poëzievrienden van zijn keuze vinden.
"Alle dichters, op straat geboren"
Welk gedicht komt het vaakst voor in de openbare ruimte van Nederland en Vlaanderen? Wat blijkt er nog meer uit het onderzoek van Kila van der Starre naar straatpoëzie? Worden de beste dichters op straat geboren? “Poëzie is altijd al multimediaal is geweest en het publiek gebruikt gedichten op uiteenlopende manieren, in verschillende manieren voor verscheidene doelen in het dagelijks leven.”
"het creëren van bewustwording"
Monique Wilmer-Leegwater voelt een urgentie om bepaalde zaken op te schrijven, ze vindt het mooi bewustwording te creëren. Ze voelt zich erg verbonden met de natuur, met alles wat leeft. Schrijven is een proces dat soms weken in beslag neemt, research gaat daar aan vooraf, maar uiteindelijk zijn “dit de momenten waarvoor je het doet”.
"Ergens grip op proberen te krijgen is ook gewoon heel leuk"
“Ik doe gewoon mijn best”, zegt Maarten Buser. Zijn ideaal voor een gedicht: iets dat je misschien niet direct begrijpt, maar dat je wel direct aanspreekt en waar je graag de tijd voor neemt. Hij vindt het belangrijk om buiten je eigen taalgebied en medium te kijken. “Echt wild zie ik mezelf nog niet worden, maar iets minder prutsen op de vierkante centimeter mag best”. Wij zien geen gepruts.
"Het woord is krachtig, maar niet almachtig"
Klaas Jager noemt zichzelf nog een dolende dichter in de zin dat wat hij schrijft altijd enigermate in strijd is met wat hij in volledige vrijheid van geest zou kunnen en willen schrijven. Hij verkiest afstand om gelaagdheid en verdieping te creëren. "Overigens is het een charmant idee dat ons doen en laten berust op het universele bestel van imperfectie."
"Wanneer de inspiratie er is moet je aan de slag."
Dichter, beeldend kunstenaar en verzamelaar Bert Bevers is een bevlogen, gedreven man. Poëzie is voor hem de op een na hoogste kunstvorm, na muziek. “Ze kan ontroeren, ze kan je blik op de werkelijkheid net een tikje wijzigen, ze kan je inspireren, ze kan je troosten.” Maar wat hem betreft hoeft ze niet per se iets te betékenen.
"Poëzie is mijn levensader."
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het dertigste gesprek, met Karel Wasch. Zijn columns beschrijven ontmoetingen met literaire figuren, die hij heeft gekend. “Het is niet zo’n makkelijk genre. De meeste columns bevatten eindeloos gezeur over de hond, de vrouw of aardappelen. Ik ben daar niet in geïnteresseerd. Als ik ga zeuren stop ik ermee. “
Wat kun je leren van dichter en docent Tsead Bruinja? (2)
Veel mensen kennen Bruinja wel als dichter en als Dichter des Vaderlands, maar weten niet dat hij een betrokken schrijfdocent is. Sterker nog: Bruinja’s eigen ontwikkeling is beïnvloed door zijn docentschap. Wat vindt hij belangrijk om mee te geven? Waar let hij op? Mirthe Smeets met Bruinja over zijn visies als docent.