Interviews
"Weten in welk genre zowel je hart als je kracht ligt"
Dichter Remko Koplamp vindt het ollekebolleke een van de leukste versvormen die hij kent. Het maken is soms een kwestie van goed nadenken en veel passen en meten maar een geslaagd exemplaar geeft je vaak veel voldoening. Voordat hij begon met het schrijven van gedichten was hij al veel langer geboeid door het spelen met taal. Zijn favoriete boek was (en is) Opperlandse taal- en letterkunde van Battus, later kwam daar het werk van Drs. P bij.
"Zelf zie ik me liever als de toeter vlakbij je oor"
Liesbeth Aerts houdt van schrijven en zwemmen desnoods in één beweging en als ze zegt dat ze graag in je oor toetert, zie ik een sirene voor me, onafwendbaar, onvermijdbaar, in die oneindige zee. Haar gedichten krijgen geen titel of verdere uitleg, een tekst moet voor zich spreken, en gaat uit van het delen van een persoonlijke ervaring met de lezer. Haar debuut ligt in november in de winkel!
"Het zijn allebei manieren van communiceren"
Uiteindelijk is het schrijven zelf het allerbelangrijkste, zegt de veelzijdige kunstenaar Jeanine Hoedemakers. Met veel plezier maakt ze haiku en vrije, langere gedichten. "Het zijn allebei manieren van communiceren. Waar het een je dwingt tot spaarzaamheid, dwingt het andere je tot originaliteit en boeiend taalgebruik." Overigens is haiku geen geschikte vorm om je gedachten in te verzamelen!
"Gedichten ervaren als thuiskomen"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het dertiende gesprek, met Peter J.R. Vermaat. 'Desnoods', zegt hij, 'word ik mijn eigen mecenas.' Het is wijs jezelf niet te ontkennen bij het uitblijven van commercieel resultaat, verkoopcijfers zijn niet altijd een maat, uitgeverijen vormen niet echt een kwaliteitsfilter en wil je wel tussen dringende helden staan die morgen net zo gemakkelijk weer van het podium afgeduwd worden?
"Ik heb gedichten al vrij vroeg ervaren als thuiskomen. Veel meer dan iets te willen worden, bleek ik daarin te zijn wie ik was." Dat is veel belangrijker!
"de woorden krijgen naar mijn gevoel opnieuw ruimte om te ademen"
Het lezen en schrijven van poëzie ordent nog steeds de gedachten van Laura Tack op de meest vrije manier; dat deed het van jongs af aan. De lenigheid van taal groeit mee met de complexe menselijke gevoelens, geen enkele wetenschappelijke analysedrang kan ze bedwingen. Haar gevoeligheid voor de diverse indrukken bedwingt ze in haar gedichten als een tuinman die zorgvuldig de bomen snoeit.
"een bijzondere vorm van intimiteit"
Recensent Hans Franse is zo'n grote fan van het werk van dichter Mieke van Zonneveld dat hij nader met haar kennis wilde maken. 'In een goed gedicht zijn vorm en inhoud een overtuigende eenheid' en vorm 'moet een vorm zijn die niet alleen cerebraal werkt, maar ook als het ware lichamelijk gevoeld kan worden'. Ze legt hem veel uit maar hoopt dat er in haar gedichten een 'raadselachtigheid' blijft en dat de lezer tot verder denken wordt aangezet.
“Het geeft me ook een gevoel van noodzaak”
De prijswinnende dichter Willemijn Kranendonk studeert dit jaar af met een cyclus gedichten genaamd Spullen en lichamen. Haar wereldbestorming komt gewoon voort uit het feit dat ze schrijven leuk vindt maar het is meer dan dat als je maatschappelijke problemen aansnijdt, genderkwesties bespreekt en klimaatsverandering volgt. De noodzaak is er gewoon, net als in haar winnend Turinggedicht kun je "rekenen op verandering”.
"De regie over je leven"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het twaalfde gesprek, Marten Janse ontmoet dichters en spreekt met hen over taal en de betekenis ervan in hun leven. Zelf zou hij graag iets ‘blijvends’ achter willen laten en wat dat betreft, is poëzie voor hem het beste materiaal om mee te werken. Taalgebruik rekent hij tot het kennisterrein van de Menswetenschappen!
"Anderen laten groeien"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het elfde gesprek. Eindredacteur Yvonne Broekmans had bij de kennismaking met het gedicht De idioot in het bad van Vasalis een Aha-erlebnis: het besef dat de zeggingskracht van poëzie juist niet datgene is, wat in het algemeen als poëtisch getypeerd wordt. Misschien is dat wel wat Meander bijzonder maakt.