LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Interviews

Du Fu: wonderkind en dichter
Du Fu: wonderkind en dichter
In de Chinese middeleeuwen regeerde gedurende bijna driehonderd jaar de luisterrijke dynastie van de Tang. In de tweede eeuw van de Tang leefde de dichter Du Fu (of Tu Fu, Toe Foe, 712-770). Hij wordt onder Chinese en westerse critici het vaakst genoemd als de grootste van alle Chinese dichters. Daan Bronkhorst vertaalde een reeks gedichten, waarvan wij er een aantal selecteerden.
Schrijven als een vorm van denken
Schrijven als een vorm van denken
Lieke Marsman (1990) studeert filosofie in Amsterdam. Als jonge dichteres viel ze al op bij wedstrijden als die van de Kunstbende en Doe Maar Dicht Maar. Tijd voor Meander om deze poëtische denker aan u voor te stellen.
'Absurdisme krijg je met de moedermelk mee'
'Absurdisme krijg je met de moedermelk mee'
Waarom ik gedichten schrijf? Wat is dat toch? Altijd, altijd, altijd opnieuw moet je je als schrijver of dichter verantwoorden. Ik heb mijn slager nog nooit gevraagd waarom hij slager is geworden. Weet niet hoe hij zou reageren trouwens mocht ik het hem vragen. ‘Bert, zeg mij eens eerlijk, waarom verkoop jij varkenskoteletten?’ De kans is niet denkbeeldig dat hij zijn hakmes bovenhaalt.
'Ik mis de broodjes gezond van Nederland'
'Ik mis de broodjes gezond van Nederland'
De IJslandse schrijfster Gerður Kristný was vorig jaar te gast in onze rubriek Wereldpoëzie. Dit jaar werd ze uitgenodigd voor Poetry International in Rotterdam. Sander de Vaan sprak met haar over haar poëtische ervaringen onder zeeniveau.
Gezouten pantheïsme en de republiek
Gezouten pantheïsme en de republiek
In november 2008 verschijnt bij uitgeverij Wilde Aardbeien de bloemlezing Windvlinders. Poëzie van de Faerøer, de eerste Nederlandstalige anthologie op dit gebied. Het boek bevat werk van acht Faerøerse dichters, van wie sommigen nooit eerder vertaald werden. Samensteller Roald van Elswijk had een 'ongezouten' mailgesprek met dichter Jóanes Nielsen (*1953) over literatuur, politiek en visgronden.
De vinger aan de pols van deze tijd
De vinger aan de pols van deze tijd
'Poëzie is een te breed begrip om hier een helder antwoord op te geven. Het lezen en schrijven van gedichten zie ik als een middel om de vinger te houden aan de pols van de tijd', vertelt Edith de Gilde. 'Tegelijk is het een middel om het tijdloze, universeel menselijke te ontdekken en vorm te geven.'
'Er is geen mens in staat het ultieme gedicht te schrijven'
'Er is geen mens in staat het ultieme gedicht te schrijven'
Als je aan Ingeborg Klarenberg (°1988, Gräfelfing) vraagt zichzelf voor te stellen, begint ze zo: ‘De kleine dwergvleermuis vangt insecten achter het raam dat het licht binnenhoudt, terwijl ik kijk naar de straat en de auto's die op elkaar botsen en de mannen die schreeuwen als schorre schapen, de stemmen van vrouwen die niet verder dragen dan de boomtoppen waarin 's ochtends apen roepen dat dit de laatste dag is.’
Een hogere vorm van stamelen
Een hogere vorm van stamelen
'Ik vind dat Octavio Paz een prachtige omschrijving van poëzie heeft gegeven: De poëzie herschept de mens en laat hem zijn werkelijk bestaan op zich nemen dat niet het dilemma vormt: leven of dood, maar een totaliteit: leven en dood, in één witgloeiend moment', citeert Hans Dekkers.
'Jonge dichters zijn als inspiratie: ze komen toch wel, of je wilt of niet'
'Jonge dichters zijn als inspiratie: ze komen toch wel, of je wilt of niet'
We kennen Joris Lenstra bij Meander vooral als degene die theoretiseert over poëzie in de reeks 'Lees maar er staat niet wat er staat', en die het werk van andere dichters recenseert. ' Ik vind het jammer als mensen beweren dat alleen de poëzie zelf belangrijk is, en dat deze zaken maar randvoorwaarden zijn. Hierin wordt juist de manier bepaald waarop gedichten gelezen worden. Gebeurt dit goed, dan draagt het bij aan het gedicht. Ik vergelijk het graag met de criticus van Oscar Wilde. Die schept zelf geen kunst maar weet van de kunst om zich heen opnieuw kunst te maken: ‘O, als ik mijn Chinese porselein toch eens waard zou zijn!’.'