Klassiekers
Meander klassiekers
Besprekingen van de beste gedichten van de bekendste Nederlandse en Vlaamse dichters van na 1880.
Klassieker 205: Gerard den Brabander - De holle man IV
In 1945 publiceerde Gerard den Brabander de bundel 'De holle man'. De titel van deze bundel vertoont grote overeenkomst met 'The hollow men' van T.S. Eliot (1925). Dit beroemde gedicht is doortrokken van de sfeer in het Europa van na de Eerste Wereldoorlog, waarbij Eliot op zijn beurt weer beïnvloed is door Dante, m.n. door diens Inferno. De gedichtenreeks ‘De holle man’ van Den Brabander bevat negen onderdelen, en wordt eveneens gekenmerkt door een grimmige sfeer, met zinnen als ‘Daar scheert door de verlatenheid der eeuw / een zwerm van angsten’, ‘De maan verdrinkt gebroken in het puin’ en ‘O holle man, die al die treurnis draagt’. Gedicht IV uit deze reeks, veelal aangeduid als ‘Ik, kleine slaaf van poëzie en taal’,
Klassieker 204: Charles Ducal - Ballade van de zee
Precies een jaar geleden besprak Inge Boulonois ‘Misverstand 3’ van Charles Ducal. En nu weer een gedicht van deze Belgische dichter? Het vorig jaar besproken gedicht kwam uit zijn debuutbundel uit 1987. Het gedicht van deze maand publiceerde hij pas vorige zomer. In deze kleine twintig jaar zien we een duidelijke ontwikkeling in het werk van Ducal. Waar ‘Misverstand 3’ volledig om de wereld van de ik-persoon leek te draaien, is nu de blik naar buiten gericht, naar de politieke en maatschappelijke realiteit.
Klassieker 203: Lut de Block - Dochter en ik
In 1997 verscheen ‘Entre deux mers’ van Lut de Block. Wat bewoog deze Vlaamse dichteres om haar bundel een Franse titel te geven? Wijnkenners komt de titel bekend voor: het is een streek in de Bordeaux waar uitstekende wijn vandaan komt. Maar in deze gedichten wordt weinig gedronken. Het openingsgedicht maakt duidelijk, dat de titel een woordspeling is, en ook opgevat kan worden als ‘entre deux mères’. De dichteres bevindt zich in het midden van haar leven, tussen haar moeder en haar dochter –die haar zelf tot moeder maakt– in. De laatste afdeling van de bundel, ‘Vruchtgebruik’, is geheel aan de dochter gewijd. Inge Boulonois bespreekt het eerste gedicht van deze afdeling.
Klassieker 202: Hugo Claus - Sonnet I
Shall I compare thee to a summer's day? Met zijn sonnetten heeft Shakespeare een monument in taal opgericht. De Belgische dichter Guido de Bruyn stelt in het nawoord bij zijn vrije vertaling (1) van een selectie uit de Shakespeare-sonnetten: 'Deze sonnetten zijn de Kunst der Fuge van de poëzie.' Shakespeare zocht in zijn sonnetten bovenal de grenzen van de taal op, en toonde daarin zijn meesterschap. Dat maakt het vertalen van deze sonnetten schier onmogelijk, inhoud en taalspel lopen in elkaar over. Het is een uitdaging waar elke generatie zijn tanden op stukbijt, en ons ook verrast met telkens weer nieuwe vertalingen.
Maar de klassieker van deze maand draait niet om een vertaling. Hugo Claus liet zich bovenal inspireren door de sonnette
Klassieker 201: H.H.ter Balkt - De benzinepomp
Er wordt vaak gezegd dat alle poëzie maar één onderwerp heeft. Liefde en dood, dat zijn de enige thema's waar elke dichter opnieuw een vorm voor probeert te vinden. Anderen vinden dat elk gedicht in wezen poëticaal is, dat wil zeggen over het schrijven van poëzie zelf gaat. H.H. ter Balkt trok zich niets van dit soort uitgangspunten aan. Hij leek er een bijzonder genoegen in te scheppen om onverwachte en tegendraadse onderwerpen te kiezen. Wat te denken van een benzinepomp? In de Klassieker van deze maand buigt Jan Buijsse zich over dit gedicht.
Klassieker 200: Joop Leibbrand - Stroom
In 2000 bedacht Joop Leibbrand de Meander Klassiekers. Onder zijn redactie verschenen bijna 200 boeiende besprekingen van ‘het beste werk van de bekendste Nederlandse en Vlaamse dichters van na 1880’. In deze jubileumbespreking, een half jaar na zijn overlijden, bespreekt Hans Puper een gedicht van Joop Leibbrand.
Klassieker 199: Maria Barnas - Twee zonnen
Deze maand laat Jeroen van den Heuvel zijn licht schijnen over 'Twee zonnen' van Maria Barnas.
Klassieker 198: Hans Lodeizen - wij zullen het leven...
In deze aflevering bespreekt Karin van der Raad-Doornik het gedicht ‘wij zullen het leven..’ van Hans Lodeizen. Zij trof het gedicht aan op een muur in de Haarlemmerstraat in Leiden.
Klassieker 197: Anna Enquist - Fantoom
In deze aflevering bespreekt Bettine Siertsema het gedicht ‘Fantoom’ van Anna Enquist.