Meandermagazine
Poëzie in beweging
Maria de Groot - Klokkenstoel
Maria de Groot (1937) is Nederlands schrijfster en theologe. Ze heeft veel boeken op haar naam staan, waaronder dichtbundels. Toch is ze bij het grote publiek niet bekend. Ivan Sacharov bespreekt haar nieuwe bundel ‘Klokkenstoel’ en zegt dat over het algemeen de gedichten te weinig zout op de plank hebben. Toch zijn er ook uitzonderingen en hij analyseert een gedicht waarover hij te spreken is.
Nog maar eens: Lucebert
In Bergen, het Noord-Hollandse dichters- en kunstenaarsdorp, werd een basisschool naar Lucebert genoemd. Zeer ten onrechte wordt tegen die vernoeming nu al jaren geageerd. Er is een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuwe naam, het moest een chique naam worden, passend bij de school en bij Bergen. Het schoolhoofd moest nog kwijt dat die naam Lucebertschool ook zo moeilijk uit te spreken was.
Peter Clijsen
Peter Clijsen maakt gedichten waar je even in moet komen, de sfeer moet proeven. Eigenwijs neergezet en niet van plan zich iets aan te trekken van de regels van het spel. ‘Magie bedrijven dat soms lijkt op schrijven.’ Die licht bevreemdende wereld, daarin willen we ons wel begeven. Dichter en gedichten zijn een doorlopend project, Geen dag zonder Dicht.
Guido Gezelle - De kleine Gezelle
Dit jaar is het 125 geleden dat Guido Gezelle overleed. Patrick Lateur stelde een bloemlezing samen van gedichten die minder bekend zijn bij het grote publiek. Volgens Peter Vermaat ''is Lateur er in geslaagd om een gekleurd en genuanceerd beeld van deze ‘Vlaamse reus’ te schetsen.'' Vermaat gaat in op het werk en leven van Gezelle. Een natuurmens, die zeker niet altijd zachtaardig en vroom was, maar ook strijdbaar kon zijn.
Interview Jan Kleefstra
‘Ik matig mij niet de illusie aan’, zegt Jan Kleefstra, ‘dat de veldleeuwerik of de raaf of de berk of het moeras op mij zitten te wachten om te vertellen hoe zij zich voelen. Wie ben ik om mij de stem van hun leven en hun ervaringen aan te meten. Maar toch is dat wat ik doe.’
Jabik Veenbaas - Kamermuziek
De nieuwe bundel van Jabik Veenbaas heeft als titel ‘Kamermuziek’ en dat is tekenend voor de persoonlijke aard van deze bundel. Hettie Marzak merkt op dat de dichter de taal klein en intiem houdt, maar dat er een groots resultaat mee bereikt wordt. ‘Veenbaas maakt van een heel eenvoudige gebeurtenis iets bijzonders door er een speciale lading aan toe te kennen en die vervolgens vast te leggen in goedgekozen woorden en stijlfiguren.’