Meandermagazine

Lloyd Haft - Kruipruimte
In de bundel ‘Kruipruimte’ volgen we dichter Lloyd Haft op zijn zoektocht door de ‘krochten’ van het geleefde leven. Ivan Sacharov zegt: ‘’Zijn poëzie verraadt zijn interesse in de psyche en in het transcendente, zijn Amerikaanse oorsprong en zijn vertoeven in verschillende werelddelen. Ik vind Haft een sympathieke dichter. Om het gek te zeggen: er zit een soort ‘zin’ in zijn gedichten, waardoor je zelf als lezer ook zin krijgt.’’
Een wereld vol sonnetten (9)
Het 9e deel van onze rubriek 'Een wereld vol sonnetten' gaat over Couperus. Het 'Sonnet VII' van Couperus fungeerde als motto voor het vuistdikke 'Couperus: Een leven' (2016), het 'magnum opus' van Couperusbiograaf Rémon van Gemeren. Het Feest der Poëzie maakte een voorstelling 'Van en over Couperus' met daarin een sonnet van de voorzitter van het Louis Couperus Genootschap, Simon Mulder.

Wout Waanders - We zijn nog lang niet halverwege
In ‘We zijn nog lang niet halverwege’, de tweede bundel van Wout Waanders, komt Hettie Marzak betoverende gedichten tegen: ‘dat universum van Waanders is een bonte verzameling van tot leven gekomen schilderijen van Jeroen Bosch of Dali, vol van intrigerende gebeurtenissen, veel vreemde dieren en fabelwezens.’ De kracht van de dichter is dat je volledig kunt meegaan in zijn fantasie, zonder enig voorbehoud, zegt Marzak.
Verjaardag vieren
Jan Loogman in een ontroerende column over ouder worden. ‘Later, mijn jongetje, word je een man‘, dichtte Hugo Claus ter gelegenheid van een vierde verjaardag. ‘Later reikhals je als een giraffe naar het hoe en het waarom / Men zal je stempelen als bagage / Men zal je kwetsen om je wens en je droom …Maar nog lange niet, nog lange niet.’
Raymond Tilma
Soms is een gedicht gewoon goed, eenvoudig en rijmend, zoals de vergelijking van de dood met een verrotte, verteerde en verdroogde tuin, de herinnering aan een kruiwagen en hoe je daar als kleuter in zat, nu alle hekjes kapot, alle ruiten gebroken, de gieter verroest. ‘Nergens is mijn vader doder / dan op zijn tuintje naast de weg.’ Werk van Raymond Tilma.

René Huigen - Noem mij David
Johan Reijmerink bespreekt in deze longread de bundel ‘Noem mij David’ van René Huigen. Hierin is de dichter op een zoektocht naar hoe poëzie zich verhoudt tot de werkelijkheid: ‘Deze poëzie is doortrokken van een werkelijkheid die zich aan de logica onttrekt. Huigen heeft iets van de wetenschapper die langs de weg van intuïtie en serendipiteit tot zijn resultaten komt.’