Meandermagazine
Poëzie in beweging
Jabik Veenbaas - Kamermuziek
De nieuwe bundel van Jabik Veenbaas heeft als titel ‘Kamermuziek’ en dat is tekenend voor de persoonlijke aard van deze bundel. Hettie Marzak merkt op dat de dichter de taal klein en intiem houdt, maar dat er een groots resultaat mee bereikt wordt. ‘Veenbaas maakt van een heel eenvoudige gebeurtenis iets bijzonders door er een speciale lading aan toe te kennen en die vervolgens vast te leggen in goedgekozen woorden en stijlfiguren.’
Enno de Witt
Sommige dichters hebben geen introductie meer nodig. Ze zijn niet te stoppen, niet te vermijden, niet te negeren, hun stem klinkt altijd vast en overtuigend, al is de toon de ene keer poëtischer dan de andere keer. Ze doen niet extra hun best voor de lezers maar sleuren hen gewoon mee, door naar het volgende. Enno de Witt is zo’n dichter.
Sholeh Rezazadeh - Neem ruim zei de zee
Tom Veys is zeer te spreken over ‘Neem ruim zei de zee’, het debuut van Sholeh Rezazadeh. Hij vindt de taal muzikaal met elementen van het zintuiglijke, de liefde en het verlangen. Hij noemt de dichter sensitief en zegt: ‘De ontmoetingen tussen oost en west, tussen het Perzisch en het Nederlands, maken van deze dichter een interessante dichter.’
De Zeeuwse delta als bron van alle wonderen – Peter Simpelaar
De natuur van de Zeeuwse delta, groot en ongebreideld, was een wereld die voor de jonge Peter Simpelaar opeens wijd openging. Het is minder het uiterlijke landschap dan het innerlijke landschap dat geldt, de fantasie, de spontane overgang van het een naar het ander. On-Zeeuwse visioenen, een rapsodie, een vermenging van contrasten, van stemmingen en beelden, opgeschreven in een breed gevoel van romantische vrijheid.
Klassieker 283 : E. du Perron – Sonnet van burgerdeugd
René Leverink bespreekt 'Sonnet van burgerdeugd' uit 'Parlando' (1930) van E. du Perron (1899 - 1940), waarin de zelfvoldaanheid van de burgerman met sarcasme wordt veroordeeld. Het gedicht was eerder te lezen op een prachtige rijmprent met een houtsnede van zijn generatiegenoot en vriend, kunstschilder Carel Willink. Of de ‘burger’ de rijmprent inderdaad ‘in de gang’ ging hangen en ‘zoo zoetjes’ het sonnet van buiten leren, zoals uitgever Stols hoopte, lijkt onwaarschijnlijk.
Het commentaar van Margreet Schouwenaar
Margreet Schouwenaar beschouwde de recensie van Peter Vermaat over haar bundel ‘Dat ijsberen eieren eten’ als een cadeautje. Ze vond het een fantastische en doorwrochte bespreking. Toch stelt ze ook vraagtekens bij bepaalde beschrijvingen van Vermaat en daar wisselt ze met Janine Jongsma van gedachten over. Het commentaar van Margreet Schouwenaar.