Meandermagazine
Poëzie in beweging
Klassieker 285 : Myriam Van hee – pinguïns
Hettie Marzak bespreekt het gedicht 'pinguïns' (2017) van Myriam Van hee - een sonnet over de hartverscheurende eerste sprong in zee van jonge pinguïns, waarin de focus in het gedicht subtiel van de dieren naar de mens verspringt.
Het commentaar van Mark Boninsegna
In gesprek met Janine Jongsma gaat Mark Boninsegna in op de recensie die Maurice Broere schreef van zijn bundel ‘De hemel voor ongelovigen’. Hoewel de dichter blij was met de recensie kreeg hij wel de indruk dat onze recensent de bundel niet goed had gelezen. Zo wordt de reden voor de ‘taalkundige onvolkomenheden’ verklaard in de ‘Verantwoording’. Dat Broere hem vergeleek met Jules Deelder was dan weer een mooi compliment. Het commentaar van Mark Boninsegna.
Interview Bernard Wesseling
Eigenlijk wil Bernard Wesseling termen als roman of dichtbundel opheffen, gewoon een kunstwerk in taal maken. Dat wil zeggen: aan wijdlopigheid grenzende poëzie en bedachtzaam woordenrijk proza. Als hij gevoel en verstand in lijn met elkaar weet te krijgen lukt het hem soms om moeilijke zaken helder te formuleren. Dat sterkt hem, houdt hem aan het schrijven.
Bloemlezing - Het komt goed
Tom Veys zegt alle lof te hebben voor de samensteller van de bloemlezing ‘Het komt goed’: Elisabeth Lockhorn. Zij heeft kwaliteitsvolle gedichten uitgekozen die over geluk gaan. Volgens Veys krijg je met deze bundel aan de hand van het thema ‘geluk’ een staalkaart van de literatuurgeschiedenis. Hij benoemt ook dat de stilistische reikwijdte in de bundel een grote meerwaarde is.
Een wereld vol sonnetten (4)
Het 4e deel van onze rubriek, 'Een wereld vol sonnetten', verzorgd door Simon Mulder in samenwerking met uitgeverij HetMoet en het Feest der Poëzie. Vandaag over Avantgaerde ‘opgericht als een periodiek voor de vormvaste dichtkunst, met daarbinnen veel aandacht voor het sonnet als ‘koningin der dichtvormen’: een ideale samenval van vorm en inhoud voor het lyrische gedicht.’
Jonas Bruyneel - Mulhacén
In de bundel ‘Mulhacén’ van Jonas Bruyneel wordt de tocht naar en de beklimming van de hoogste berg van de Sierra Nevada in Spanje beschreven. Hij wandelt in het spirituele gezelschap van dichter Federico Garcia Lorca, maar daar is voor de liefhebbers van Lorca weinig van te merken, vindt Marc Bruynseraede. En ‘waarom moesten de verzen zo nodig in Copla-vorm geschreven worden? F.G. Lorca was geen Copla-dichter.’