Meandermagazine
Een wandeling bederft de toekomst niet
Columnist Jan Loogman over het ritme van een wandeling, de zon onderweg of de regen, een pauze, de inhoud van een rugzak, het gezelschap, de weg en steeds weer komt poëzie in flarden naar boven zoals wolken die zich wit verheffen langs een blauwe hemel. Het spoor soms bijster, dan de een voorop, dan de ander, een individueel genoegen of een collectief geluk.
Publieksbelediging
Het is iets wat je in het domein van de kunst vaker tegenkomt: dat de artiest zich superieur voelt ten opzichte van zijn publiek. De vrije, creatieve geest die uittorent boven de bekrompen, bezadigde mens. Rogier de Jong komt in deze column uit bij Peter Handke (1942) die zijn publiek nauwer bij het toneel wilde betrekken.
Frans Kuipers - de Lach van de Sfinx
Ivan Sacharov is een bewonderaar van Frans Kuipers, hij bespreekt ‘de Lach van de Sfinx’: ‘Bij sommige dichters waait de wind uit een duidelijke hoek. Frans Kuipers is daar een voorbeeld van. Geprikkeld door een niet aflatende nieuwsgierigheid en verwondering schrijft hij al minstens 10 bundels lang (ik heb ze niet allemaal gelezen, maar zijn stijl is zó herkenbaar dat ik wel aandurf dit te beweren) over de natuur en over de natuur van de mens.'
De Wet van de Afnemende Meeropbrengst
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het vierendertigste gesprek, met recensent Marc Eyck. "Zo lang als hij zich kan herinneren is hij bezig met spiritualiteit en religie, daaruit ontstond ook de behoefte het moeilijk zegbare met weinig woorden tot uitdrukking te brengen. Een zekere behoefte aan klaarheid en zuiverheid die hem als dichter en mens bepaalt."
Karel Wasch - Toen dichters over engelen droomden
Geert Zomer bespreekt de bundel ‘Toen dichters over engelen droomden’ van Karel Wasch: ‘’Wasch neemt de lezer mee in zijn gedroomde werkelijkheid. Deze werkelijkheid is niet altijd even prettig. Het geluk, dat ons het meest herinnert aan ons bestaan in de hemel, lijkt soms verloren. ‘Mijn engel’, waarover de dichter schrijft is zijn wezenlijke zelf en de dichter leeft in zijn eigen geschapen droom.’’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (8)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend.
Het achtste antwoord komt van Mirthe Smeets.