Meandermagazine
Poëzie in beweging
Interview Joost Hontelez
In zijn jonge jaren wilde Joost Hontelez aanstormend dichter zijn maar hij debuteerde eerst vorig jaar, op 57-jarige leeftijd, met de dichtbundel 'Spechtensten'. De bevlogenheid van een zestienjarige vriend maakte in hem het enthousiasme opnieuw los. De fiets is zijn muze, wielrennen is de meest literaire onder de sporten. De natuur, reizen, brengt een verstilling in zijn werk.
Mathijs Sanders - Boekhouders van de vergankelijkheid
Het boek van Mathijs Sanders, ‘Boekhouders van de vergankelijkheid – Late stijl in nieuwe poëzie’, zou iedere liefhebber van poëzie eens moeten lezen, vindt Marc Bruynseraede. ‘Het beschrijft hoe de dichters aan het einde van hun carrière, vaak breken met hun oude stijl en daardoor openingen creëren, die een toegang vormen voor de komende generaties.’ Sanders bespreekt de late stijl van bekende dichters, waaronder; H.C ten Berge, Joke van Leeuwen, Judith Herzberg en Cees Nooteboom
Wie zit er achter het podium (8)?
Wie zit er achter het podium? (8) Een serie korte gesprekken met organisatoren van poëziebijeenkomsten. In de achtste aflevering Paul Lokkerbol over Eijlders Dichters, gestart in januari 1999. ‘Elk podium, waar dan ook, met voorgedragen poëzie is goed.’ Maar het historisch perspectief speelt wel mee: de beweging van de Vijftigers met o.a. Remco Campert, Jan Elburg, Gerrit Kouwenaar heeft zijn oorsprong in Eijlders.
Joris Iven - Onderdak
In ‘Onderdak’, de verzamelde werken van Joris Iven, vinden we ruim 35 jaar dichterschap terug. Kamiel Choi dook in deze lijvige bundel: ‘’Er is ook nieuw werk opgenomen, namelijk de bundel ‘In de bas-fonds van een aartsengel’. Wanneer zelfs de meest zorgvuldig gekozen woorden geen duurzame bouwstenen zijn, hoe bouwen we dan toch ons onderdak op de heipalen van de vroege gedichten en de natuurmagie die we moeten behouden? Wanneer je hebt doorzien dat alles reeds poëzie is.’’
Het jammerhout van de dichters
Hans Franse wordt blij van de verzameling losers, beschreven door Simon Carmiggelt in plechtstatig taalgebruik, de fraaie vondsten, het groot stilistisch vermogen, de atmosfeer van ironie en medeleven. Zou het zelfspot zijn of schreef hij zijn veronderstelde poëtische angsten of onvermogen weg door juist aan dichters zoveel kleinheid en gebrek aan talent toe te schrijven?
Klassieker 282 : Esther Naomi Perquin – Het is hun niet ontgaan
Joost Dancet bespreekt 'Het is hun niet ontgaan' van Esther Naomi Perquin (°1980) uit 'Meervoudig aanwezig' (2017). Het gedicht is een soort raadsel over vergeten en herinneren, geschreven in een vrij makkelijk, bijna parlando idioom. Het verrassend einde plaatst het gedicht echter in een heel nieuw perspectief.