Meandermagazine
Esther Jansma - Rennen naar het einde van honger
‘Reizen naar het einde van honger’ van Esther Jansma bevat originele en krachtige poëtische beelden volgens Kamiel Choi: ‘Het is een prachtige en prettig afgewerkte bundel. Jansma is haar onderwerp volledig de baas en heeft een unieke stem. Er staan heel weinig overbodige gedichten in deze bundel, en heel veel schitterende poëzie. Zowel haar wetenschappelijke werk als haar poëzie lijken een verzet tegen de vergetelheid.’
het nieuwe jaar
Anne Marie de Wit heeft het in haar nieuwjaarsgedicht al over de lente! We kijken er reikhalzend naar uit!
Patrick Conrad - En de bomen
Marc Bruynseraede vindt in de bundel ‘En de bomen’ van mastodont Patrick Conrad, poëzie die het verdient om gelezen en herlezen te worden: ‘Een bundel die een uitzicht biedt op de eeuwigheid, voorbij de woordeloze droefheid van het verlies en de esthetisch-erotische strapatsen van de dandy die hij was. Reflecterend over dat wat voorbij is en afrekenend met de schijnwereld van het bestaan, de aloude angsten die hem achtervolgen en de afgemeten traagheid van de ouderdom.’
Geef mij maar een vraag
‘Aan het einde van dit alles moet / een nieuw begin te vinden zijn,’ luidden in november de slotregels van het gedicht "Herfst in Zutphen" van Otteline van Panthaleon van Eck, een van de Zutphense stadsdichters. Het is niet de enige dichtregel die Jan Loogman aanhaalt in zijn eerste column van het nieuwe jaar. “We leven van letters van licht en lucht.”
geluk
Met een nieuwjaarsgedicht van Viviane Burssens wensen wij u al het goede in het nieuwe jaar.
Marleen de Crée - Toen gisteren nog vandaag was
De bundel ‘Toen gisteren nog vandaag was’ van Marleen de Crée is voor Hans Franse een aangename verrassing: ‘In deze herfst vol melancholie en bezinning over de eindigheid, versterkt door de pandemie die soms op fluwelen voeten lijkt te naderen, is dit een bundel die die melancholie verwoordt met een muzikaliteit in een vorm die perfect bij de woordkeus en de thematiek van de poëzie aansluit. Ik constateer een bijna perfect meesterschap over de taal.’