Meandermagazine
Annie M. G. Schmidt & Sylvia Weve – Miauw, miauw, miauw!
Herbert Mouwen bespreekt het poëzieprentenboek ‘Miauw, miauw, miauw!’ van Annie M. G. Schmidt & Sylvia Weve. Met daarin aantrekkelijke en grappige tekeningen: ‘Dertien van de eenentwintig gedichten gaan over katten. Ook zonder het maatschappelijke engagement van de auteur zijn de gedichten aantrekkelijk voor kinderen. Ze bevatten een strak metrum, dan weer een speels ritme. Een heldere opbouw en het anekdotische karakter zijn altijd aanwezig in de gedichten.‘
What's in a name
Dankzij een marskramer ging Hidde Puper (1868 – 1936) fier door het leven. Een freule maakte daar genadeloos een eind aan; Hidde kwam daar nooit meer overheen. Een column van Hans Puper.
Rob de Vos-prijs 2020 Eervolle vermeldingen (II)
De laatste drie dichters die genomineerd werden voor de Rob de Vos-prijs stellen zich vandaag voor. Ook zij kregen van de jury een eervolle vermelding. Opnieuw mooie gedichten en vakkundig commentaar van onze juryleden.
Inge Boulonois - Vers gekruid
‘Vers gekruid’ van Inge Boulonois is een heel prettig leesbare bundel met een erg gevarieerd aanbod van dichtvormen, volgens Maurice Broere. ‘Voor de lezer die niet bekend is met het light verse is dit een uitgelezen gelegenheid om er kennis mee te maken. Nergens worden de verzen flauw of nietszeggend, wat in dit genre wel op de loer kan liggen. Boulonois slaagt er wonderwel in om het in meer dan honderd gedichten boeiend en grappig te houden en de diepgang ontbreekt zeker niet.’
Schilderen met water
Eerder dit jaar verscheen bij uitgeverij In de Knipscheer ‘Grenstekens’, een Nederlandstalige bundel van de Amerikaan Scott Rollins. Deze schrijver/vertaler woont sinds 1972 in de Lage Landen en vertaalde o.a. werk van J. Bernlef, Albert Helman en Leon de Winter. Sander de Vaan sprak met Rollins, die een zwak heeft voor alles wat met zee te maken heeft.
Saya Yasmine Amores - Het verdriet van de fluit
Geert Zomer bespreekt de bundel ‘Het verdriet van de fluit ’van Saya Yasmine Amores: ‘Het is beschrijvende, vaak schrijnende tweetalige, poëzie. Ieder tweetalig gedicht spiegelt op haar beurt het innerlijk van de dichter. De dichteres lijkt verwikkeld in een spel tussen afstand en nabijheid, welke overbrugd wordt door verlangen, maar ook door boosheid, blijheid, angst, verdriet en pijn.’