Meandermagazine
Poëzie in beweging
Fred Papenhove - We zitten in de nachtbus
Van Fred Papenhove bespreekt Hettie Marzak de bundel ‘We zitten in de nachtbus’: ‘Papenhove doet het voorkomen alsof hij dicht op een haast terloopse manier, waarbij je als lezer goed moet kijken en nadenken om je bewust te worden van wat er werkelijk opgeroepen wordt tussen de bedrieglijk eenvoudige versregels.’
Interview Gerard Scharn
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het tweeënvijftigste gesprek, met Gerard Scharn. Over het interviewen, ‘Het is zonder meer blikverruimend dichters die je daarvoor nauwelijks kende naar hun motieven en beweegredenen te vragen.’ Over ons poëtisch klimaat, ‘het is een klimaat zonder seizoenen’, en over zijn eigen werk citeren we Erik Jan Harmens : ‘Hoe kleiner zijn taal, hoe groter.’
Mark Boninsegna – De Hemel voor ongelovigen
De gedichten van Mark Boninsegna in de bundel 'De Hemel voor ongelovigen', doen Maurice Broere aan Jules Deelder denken. Boninsegna komt ook uit Rotterdam. 'Als je deze bundel leest verwacht dan geen grote filosofische diepgang. De onderwerpen die Boninsegna behandelt, komen uit de werkelijkheid om hem heen.'
Kinderpoëzie (VI)
Lang niet alle gedichten in deze serie zijn voor kinderen alleen geschreven. Geen volwassene zal zich er te groot voor voelen. Dus eigenlijk is dit een verzameling Gedichten voor alle leeftijden. Ontdek de wereld erin! Vandaag met werk van Mary Heylema, Leo Vroman en Hans Andreus.
Rob de Vos-prijs 2024
Voor de zesde keer gaat de poëziewedstrijd voor de Rob de Vos-prijs van start. De wedstrijd loopt van 1 april t/m 30 september. We werken met een verplicht thema. We zien uit naar gedichten die het thema origineel en poëtisch benaderen, taalkundig goed zijn en die ons omver blazen!
Een dag om te plukken
Schrikkeldag was aanleiding voor Jan van der Vegt zijn Latijn af te stoffen en zijn vrienden een schrikkelwens te sturen, een bewerking van de elfde ode in het eerste boek van de Carmina van Horatius, waar menig classicus ernstig de wenkbrauwen bij zou fronsen, maar waardoorheen hij de schim van Horatius, mocht die zich vertonen, in de ogen durft te kijken.